Raad van State dwingt Dekker islamitische middelbare school te financieren
In achtergronden door Roemer van Oordt op 28-07-2017 | 13:13
Waarschijnlijk al binnen een maand zal het Cornelius Haga Lyceum - vernoemt naar de eerste Nederlandse ambassadeur in het Ottomaanse Rijk (begin 17e eeuw) - zijn deuren openen. Dat zou dan nog net op tijd zijn voor het schooljaar 2017-2018. Staatssecretaris Dekker kreeg woensdagochtend van de Raad van State te horen dat hij ten onrechte de subsidiëring van deze nieuwe islamitische middelbare school in Amsterdam heeft tegengehouden en vóór 1 augustus over de brug moet komen. Lokale en nationale bestuurders en politici reageren teleurgesteld of gefrustreerd en roepen ouders op zich nog maar eens goed achter hun oren te krabben voordat zij hun kind toevertrouwen aan de onderwijszorgen van de Stichting Islamitisch Onderwijs (SIO) die de school gaat besturen.
Met de uitspraak van de Raad van State lijkt een eind te zijn gekomen aan jarenlang (juridisch) getouwtrek tussen het ministerie van OC&W en de gemeente Amsterdam aan de ene, en SIO aan de andere kant. Op alle fronten is het SIO in het gelijk gesteld: Amsterdam moet de huisvesting regelen en het ministerie zal de school gaan bekostigen.
Geen vertrouwen
Het conflict startte direct na de sluiting - onder meer op basis van een negatief oordeel van de onderwijsinspectie - van het Islamitisch College Amsterdam in 2010. Docenten van het ICA dienden in november 2010 een aanvraag in voor een nieuwe islamitische school voor voortgezet onderwijs in Amsterdam. Toenmalig wethouder Lodewijk Asscher (PvdA) liet aan het Parool weten niet blij met het initiatief te zijn. ''Het is weinig geruststellend dat dezelfde mensen die het ICA runnen, een nieuwe school willen oprichten. Ze hebben eerder laten zien dat niet te kunnen.'' In 2011 kreeg SIO van het ministerie van OC&W toch groen licht . De stichting kon immers aantonen dat er genoeg belangstelling was en de school heeft een erkende religie als oprichtingsbasis.
Toch weigerde Amsterdam de stichting een gebouw te geven. De redenen die daarvoor werden aangedragen liepen uiteen, maar focusten op het gebrek aan vertrouwen in de bestuurders . De zaak escaleerde in augustus 2014 toen de secretaris van SIO, Haags gemeenteraadslid van de Partij van de Eenheid Abdoe Khoulani, op zijn Facebookpagina schreef : ‘Leve Isis en inshaa Allah op naar Bagdad om dat schorem aldaar aan te pakken’ .
De Amsterdamse wethouder Simone Kukenheim (Onderwijs) zei daarover: 'Een bestuurder die dergelijke uitspraken doet, en een bestuur dat zich daarvan niet uitdrukkelijk distantieert, kan volgens het college geen verantwoordelijkheid dragen voor de leerlingen in onze stad.'
Het college gaf aan niet tegen islamitisch onderwijs te zijn, maar wel tegen kwalitatief ondermaats onderwijs. Ahmed Marcouch (toen nog Kamerlid voor de PvdA) stelde Kamervragen Het bestuur van de SIO regeerde fel. De gemeente zou zich baseren op drogredenen en onwaarheden en zelf was nadrukkelijk en openlijk distantie genomen van elke vorm van extremisme of terrorisme . Ook deed de SIO aangifte van smaad en laster tegen Marcouch vanwege zijn kritiek.
Begin juni 2015 bepaalde de voorzieningenrechter dat Amsterdam na eerdere afwijzingen opnieuw moest kijken naar de huisvestingskwestie . Kort daarna oordeelde de Raad van State dat de school per 1 augustus 2017 een gebouw moet hebben .
Recht aan de zijde van SIO
Gisteren kreeg SIO dus ook gelijk op de punten die het ministerie aandroeg om de financiering tegen te houden. Het schoolbestuur had volgens de Raad van State ‘in eigen bestuursvergaderingen, jegens de politie en tegenover een verslaggever van de pers ervan getuigd de gewraakte opvattingen niet te delen’. In september 2014 werd Khoulani uitgeschreven als bestuurslid.
De andere troefkaart van Dekker, die over de weigering van SIO mee te werken aan een onderzoek van de onderwijsinspectie, werd door de Raad van State ook van tafel geveegd. De stichting was inderdaad niet bereid vrijwillig mee te werken aan een gesprek met de inspectie, maar daar bestaat geen wettelijke grond voor. Bij geen enkele andere school in oprichting had zo’n onderzoek ooit plaatsgevonden.
Feitelijk ging het de staatssecretaris vooral om de vraag of de school wel in staat is geloofwaardig invulling te geven aan de wettelijke burgerschapstaak. Het bestuur liet weten ‘tot haar dienst’ te staan als het zou komen tot een officieel onderzoek van de inspectie. Zover ging Dekker niet. Hoogleraar onderwijsrecht Paul Zoontjes sprak in dit verband al eerder over een 'bokkensprong, waarmee Dekker probeert te ontkennen dat hij handelingsverlegen is'
Geen handelingsbevoegdheid
De achilleshiel in het dossier ligt bij het ontbreken van mogelijkheden om vóórdat de praktijk zichtbaar wordt de kwaliteit van het onderwijs te toetsen. De onderwijsraad adviseerde in 2012 al strengere eisen te stellen aan de bekostiging van nieuwe scholen, bijvoorbeeld dat het onderwijs zichtbaar aansluit bij de uitgangspunten van de rechtsstaat.
Momenteel ligt een voorstel van Dekker voor een wet die dat mogelijk moet maken bij de Raad van State voor advies. In die wet staan dus ook handvatten om de kwaliteit van scholen al vóór de financiering te controleren. Vanuit de Kamer wordt de regering gevraagd vaart te maken met de behandeling. De staatssecretaris onderzoekt ook de haalbaarheid van andere stappen, omdat wat juridisch kan en mag voor de stichting van een school in zijn optiek 'niet strookt met wat maatschappelijk gezien wenselijk is'.
Met de rug naar de samenleving?
In 2015 zei Dekker in een brief aan de Kamer waarin hij zijn voornemen kenbaar maakte om het initiatief van SIO niet te bekostigen : 'Het kan niet zo zijn dat we met belastinggeld een school mogelijk maken waar kinderen zich van Nederland leren afkeren in plaats van er onderdeel van uit te maken'. SIO reageerde in een persbericht: “Pathologische leugenaar Sander Dekker kan met zijn laster en het voorgenomen besluit tot weigering van bekostiging de boom in”.
De staatssecretaris heeft zijn mening na de uitspraak van de Raad van State niet bijgesteld: 'Ik heb nog altijd weinig vertrouwen in dit bestuur. Ik vind het dan ook frustrerend dat deze school nu kan starten.' En: 'We moeten er alles aan doen om te zorgen dat kinderen het onderwijs krijgen waar ze recht op hebben en dat ze leren wat het betekent om deel uit te maken van onze Nederlandse samenleving. Ouders hebben daarbij ook een verantwoordelijkheid: ik hoop dat zij goed nadenken of zij hun kind op deze school willen inschrijven.'
De met de uitspraak teleurgestelde Amsterdamse wethouder Simone Kukenheim drukte zich in vergelijkbare bewoordingen uit: 'Dit bestuur staat met z'n rug naar de samenleving in plaats dat ze met een open blik islamitische kinderen goed onderwijs bieden. Voor kinderen is het belangrijk dat ook een islamitische school goede onderwijskwaliteit biedt met een sterk verhaal op burgerschap, zodat kinderen leren over hun islamitische achtergrond in de context van de Amsterdamse en Nederlandse samenleving.'
SIO zelf reageerde bij AT5 alleen op de locatie die door de gemeente is toegewezen voor het Cornelius Haga Lyceum. Bestuursvoorzitter Soner Aktoy is niet blij met het schoolgebouw aan de Naritaweg bij Station Sloterdijk: 'Een containerpark op een industrieterrein is niet geschikt te noemen'. Volgens hem is het gebouw ook beloofd aan een andere school. Aktoy: 'De gemeente Amsterdam is op zijn minst onbehoorlijk bezig'. Hij overweegt opnieuw naar de rechter te stappen.
Eerder gaf de SIO wél repliek op de zorgen over de invulling van de burgerschapstaak en de veronderstelde isolationistische trekjes. Daarin verwees SIO naar hun onderwijsplan waarin vanaf de eerste huisvestingsaanvraag in 2012 wordt ingezet op professioneel management van het onderwijs. Daarbij zijn de kernwaarden professioneel management en bestuursmodel; professionele organisatie en personeelsbestand; kwalitatief goed onderwijs; volledig curriculum met aandacht voor islam; veilige en zorgzame islamitische geborgenheid; opbrengstgericht werken; stimuleren van actief burgerschap; dialoog en samenspraak met ketenpartners, zoals ouders, gemeente Amsterdam, Rijksoverheid, maatschappelijke organisaties, politie en de buurt waarin de school zich bevindt.
SIO stelt dat er actief contact zal zijn met basisscholen (ook niet islamitische), collega VO scholen, en vervolgopleidingen als ROC’s, hogescholen en universiteiten. De school zal zich aansluiten bij samenwerkingsverbanden, het OSVO en het regionale plan onderwijsvoorzieningen Amsterdam .
Met deze plannen heeft het SIO nationale en lokale bestuurders en politici nooit kunnen overtuigen. Gezien de onderlinge voorgeschiedenis en bijkomend gerommel binnen het bestuur is dat niet verbazingwekkend. Daar komt bij: papier is geduldig.
Feit is dat over de hele linie bezien de kwaliteit van het islamitisch basisonderwijs in Nederland de afgelopen jaren sterk is verbeterd en op de enige andere islamitische middelbare school in Nederland (het Avicenna College in Rotterdam) alles naar wens van de inspectie lijkt te verlopen. Of die lijn door het Cornelius Haga Lyceum zal worden doorgetrokken of dat de zorgen over de kwaliteit en de visie op de samenleving van het bestuur terecht zijn, zal in de praktijk moeten blijken. Hoe dan ook; Dekker en Kukenheim zitten - zolang zij zelf nog op dit dossier zitten - er in ieder geval bovenop.
Roemer van Oordt is redacteur van Republiek Allochtonié en doet onder meer onderzoek naar de institutionalisring van de islam in Nederland, waaronder islamitisch onderwijs.
Meer over islamitisch onderwijs op dit blog: hier
Voor meer achtergrondinformatie over islamitisch onderwijs: polderislam.nl
Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.
Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!
Meer over achtergrond, amsterdam, islamitisch onderwijs, islamitische middelbare school, raad van state, roemer van oordt, sander dekker, simone kukenheim, sio, stichting islamitisch onderwijs.