“Zwarte Piet is Racisme” is een te compromisloze leuze …

In opinie door Shervin Nekuee op 20-11-2017 | 13:20

...in een land dat smacht naar verzoening -

Onze jongste dochter Lara schreef deze week haar allereerste zin: “Ik ben blij”. Het was haar niet gedicteerd. Het was een spontante expressie van een kinderziel, passend bij wie ze is en hoe onbesmette jonge geesten in het leven staan. Maar het had ook te maken met de vooruitzichten van de komst van Sinterklaas en de geweldige Pieten. En nee hoor, geen probleem, ze wilde best een Roetpiet zijn in plaats van een Zwarte Piet. Als dat maar hielp om het een feest voor iedereen te laten maken, van welk kleur dan ook. Het Zwarte Piet dispuut is vooral een volwassenengevecht

Nederland zou blij moeten zijn dezer dagen. Sinterklaas is in het land, de enige echte blijmoedige sprookjesmoment dat over is in deze gedemystifieerde tijd. Maar ik zie vooral woede, aan alle kanten. Behalve bij de kinderen, die zijn nog blij en onbesmet.      

Volgend jaar wordt het dertig jaar geleden dat ik in Nederland aankwam. Ik heb op weg naar dit – afhankelijk van mijn stemming, als mijlpaal respectievelijk, dieptepunt ervaren tijdperk - in toenemende mate flashbacks over hoe het toen was in Nederland. Men zegt dat je nooit op je eerste indrukken moet afgaan, maar bij mijn kennismaking met mijn “stief-land” zeiden die eerste herinneringen het meest. Later was ik vooral in een survivalstand en was er weinig tijd om antropologisch te handelen en overpeinzen, en toen er wel weer tijd en ruimte was, was ik inmiddels zo ver gegaan in het adoptieproces dat ik nauwelijks meer subjectief kon oordelen over mijn Hollandse stief-land.

Nederland van toen vond ik sober. Ik had de bloedigste en benauwendste jaren in de Iraanse geschiedenis achter me gelaten. Hier was de vrijheid, hier waren sociale voorzieningen, hier was ruimte maar -behalve de totale hysterie na de Europese kampioenschappen die zomer van ‘88 – deed men vooral erg gewoon. Men onderging het leven, droeg zijn kruis. Je beroep was je “roeping” en spaarzaamheid was een groot goed. Hier was beheerste stilte de modus. Protestantisme werd nauwelijks meer in de randstad beleden, maar stroomde in alle hevigheid door de aderen van een emotie-zuinige bevolking. Een groot contrast met Iran waar alles ten goede en ten kwade in een overdaad aan expressie betekenis kreeg.

Toch had het volk ook een kleine plek op hun zuinige kalander vrijgehouden om gek te doen. De huidige vreet- en zuippartijen met de kerst waren toen nog niet in de mode geraakt. Sinterklaas was de heer en meester van het herfsttij op weg naar de winter. De goedheilig man werd begeleid door een assistent die in de regel grappiger en slimmer was dan hij. Zwarte Piet. Ja, die was Zwart zoals de heilige man precies was zoals je kon verwachten: een witharige grijsbaard. Maar zo zwart-wit zag ik het toen helemaal niet. Wat ik zag was de bijna één op één relatie tussen die twee en het duo dat in Iran de belangrijkste dag van Iraanse kalender - de eerste dag van de lente  -in de straten danste  “de oude Oom Norouz en de grappige Hajij Firouz”. Ook een zwart-wit act. Ik vond het een geruststellend teken van herkenning. In sober protestant Nederland zijn de feestbrengers toch afstammelingen van dezelfde archetypes als die bij de gepassioneerde Perzen. Er is toch iets dat mij met mijn stief-land verbindt, dacht ik bij mezelf. Meer zag ik niet in het schouwspel van Sinterklaas en zijn Zwarte Piet.

De tijden zijn veranderd. Nederland is hedonistisch geworden en individualistisch. Er gaat ook een aanhoudende wind van neoliberalisme door ons vocabulaire. Je moet “jezelf weten te verkopen”; de waarde van alles is een functie van haar “verdienmodel”, aan alles hangt een prijskaartje. Ik weet niet of ik het als een compliment voor haar opvoeding kan beschouwen, als ik ooit hoor dat onze kleine Lara in haar volwassenheid zich zo “goed kan verkopen”.

Een assertief volk is opgestaan, maar de samenleving voelt daardoor niet warmer aan. Integendeel, de door consumptiesamenleving opgeblazen ego’s van onze tijd komen zelden tot saamhorigheid. En als ze samenkomen is het enkel om een grote vuist te maken tegen de ander, vaak gaat het om aanpakken van de nieuwkomer, die op zijn plaats moet gezet worden, zodra hij vraagt om ook met zijn voorkeuren en overtuigingen rekening te houden. Maar die vuist komt ook vaak op het gezicht van die enkeling van publiekslievelingen terecht, die wel een moreel appèl durven te doen: Een Herman van Veen die Wilders fascist durft te noemen moet “zijn muil houden en ga maar liedjes schrijven”. Een Anouk die wijst dat Zwarte Piet leidt tot pesterij van zwarte kinderen moet vooral gaan zingen en “niet zeuren”. Assertief Nederland laat niemand haar de les lezen. Je bent een loser als je zoekt naar verzoening, waarom zou je? Softie zijn is uit den boze, in de wereld van winstmaximalisatie en die van de “winner takes it all”. Je moet voor de volle winstgaan, altijd overal tegen iedereen, keihard – het is TrumpTime in de mentale landschappen van Nederland. De rijdende rechter is een typisch fenomeen van deze tijd.

Achter deze assertiviteit gaat een grote eenzaamheid schuil. Typerend waren de typetjes die Sylvana Simons virtueel hebben willen lynchen op de sociale media. Je zag in die rechtbank de misère van Nederland uitvergroot. Eenzaam, alleen en verbitterd achter een laptop schreeuwend om aandacht, smachtend naar iets van een warm-wij-gevoel. Een moment van broederschap, al is het ten koste van de ander.

Er is veel verzet tegen de terechte eis om onze Piet te ontdoen van een uiterlijkheid die ideeën over rassen inferioriteit suggereert en cultiveert. De woede tegen deze terechte eis, moet in dit licht gezien en begrepen worden. Maar ook de anti-Zwarte Piet beweging weet geen raad met de Ander.  

Als onze premier geconfronteerd met hardnekkige discriminatie op de arbeidsmarkt schouderophalend de immigranten oproept om zich maar “in te vechten”, kan je ook niet rekenen op een charmeoffensief van degenen die een multiculturele verandering willen bewerkstellingen. “Zwarte Piet is Racisme” als leuze mist wat mij betreft de nodige empathie met de tegenpartij. Een tegenpartij die van binnen verdeelder is en vertwijfelder dan het lijkt. Een grote groep Nederlanders die nauwelijks woorden heeft voor haar gemis en haar woede, die eigenlijk zich zou moeten verzetten tegen de verkilling van haar samenleving, maar niet verder komt dan collectieve adrenaline te scoren in het blokkeren van het emancipatiepad van minderheden.

De anti-Zwarte Piet beweging beschikt over meer dan voldoende intelligentsia die het zouden kunnen doorzien – de diepere gronden van hun tegenhangers. Maar het begrijpen van de woede van de andere partij is kennelijk niet hun pakkie aan.  Ook de anti-Zwarte Piet beweging is een kind van haar tijd, een tijd die verzoening heeft verleerd.

Toch ligt er volop ruimte voor verzoening. Niemand binnen de anti-zwarte Piet beweging wil het enige archetypische sprookje dat Nederland rijk is, zien verdwijnen. En ik durf te beweren dat negen van de tien lefgozers die afgelopen zaterdag de weg van demonstranten op weg naar Dokkum hebben geblokkeerd, als je ze apart zet en op de man vraagt of ze echt ten koste van jaarlijkse pesterijen tegen zwarte kinderen de Piet zwart willen behouden, dat ze ja zouden zeggen. Dat de witte woede vooral de ander treft komt niet door racisme. Het vindt de juiste woorden niet, omdat de samenleving depolitiseert is en ook demystificeert.

Er is nauwelijks een ander politieke denkkader over deze samenleving overgebleven dan het kille BV-NL denken. En er is geen morele institutie overgebleven die de mens tot een zekere bescheidenheid, lotsbeschikking en saamhorigheid oproept. De enige verzoener was Sinterklaas, maar ook die is een symbool geworden van een met zichzelf worstelend land. Mijn stief-land zoekt naar nieuwe woorden.

Shervin Nekuee (Teheran 1968) kwam op 19 jarige leeftijd naar Nederland. Hij is socioloog en schrijver.

Foto: Pixabay

 

 


Meer over sinterklaas, zwarte piet.

Delen: