Zeau 2001 (manifest van Tofik Dibi e.a.)

In opinie door Tofik Dibi op 25-11-2009 | 13:28

Het integratiedebat is een bodemloze put. Het debat over de multi-culturele samenleving leek aan het begin van deze eeuw nog veelbelovend. Maar wat eens een verademing leek, is omgeslagen in een diepe verzuchting. Dat debat gaat niet over de kansen van een nieuwe generatie Nederlanders, maar over apocalyptische angstbeelden van politici die in steeds hardere bewoordingen over elkaar heen buitelen om de gunst van de kiezer. Het wordt tijd voor een nieuwe fase in het integratiedebat. Dat zegt Tofik Dibi in het pamflet samen met acht andere Nederlanders. Hun constatering: het integratiedebat van nu "zeau 2001".

U kent ons niet persoonlijk, maar wij durven te wedden dat u wel over ons heeft gehoord. Misschien wel zo vaak dat het lijkt alsof u ons kent. Wij zijn de hoofdrolspelers in een debat dat ook wel de sociale kwestie van de 21e eeuw wordt genoemd: het integratiedebat.

Een debat dat eens zo veelbelovend begon toen prominente VVD'er Frits Bolkestein op 8 september 1991 welbespraakt zei:

"De integratie van minderheden is zo'n moeilijk probleem dat het alleen met durf en creativiteit kan worden opgelost. Voor vrijblijvendheid noch taboes is daarbij ruimte. Er is een groot debat nodig waaraan alle politieke partijen deelnemen, over wat mag en wat kan, wat moet en wat anders dreigt."

Deze terechte oproep was niet aan dovemansoren gericht. Linksbuiten Paul Scheffer kopte begin 2000 Bolkestein's aftrap het meest opvallend recht in de kruising met het 'multiculturele drama'. In dit essay vroeg hij zich openlijk af waarom we denken het te kunnen veroorloven generaties migranten te zien mislukken?

Een essentiële vraag. De beantwoording ervan werd ruw verstoord door een wereldwijde wake up call. Een wake up call die zo destructief en overweldigend was, dat de multiculturele samenleving als gezellige smeltkroes onherroepelijk naar het rijk der fabelen werd verwezen: 11 september 2001. Het besef dat de multiculturele samenleving evenzeer de Marokkaanse slager en Turkse groenteboer als de Islamitische terrorist onderdak bood, schoot internationaal diep wortel. Sluimerende angstgevoelens, opgekropte frustraties en rationele bezwaren konden nu eindelijk vrijgelaten worden uit de privacy van onze woon- en bovenkamers zonder dat de racismekaart gespeeld werd. Eindelijk vertelden we elkaar van links tot rechts hardop en haarfijn wat we nou eigenlijk van elkaar vonden. Een verademing.

Maar er ging ook iets kapot.

De ene na de andere politicus betrad het speelveld met hetzelfde integratietrucje: Pim Fortuyn, Ayaan Hirsi Ali, Rita Verdonk en Geert Wilders volgden elkaar in rap tempo op en met elke nieuwe speler werd de boodschap apocalyptischer en schoot het volume omhoog. Van 'achterlijke cultuur', naar 'tsunami' tot een 'kopvoddentaks'.

Inmiddels is 2010 in zicht en is die eens zo welkome verademing omgeslagen in een diepe verzuchting. Het integratiedebat dat in 2001 veelbelovend leek, is in 2009 een bodemloze put gebleken. Een dag niet over integratie gepraat, is een dag niet geleefd. Volgens socioloog Willem Schinkel is de term 'integratie' zo veel en zo slordig gebruikt, dat de betekenis ervan verdwenen is. Zelfs de trekkende Noord-Afrikaanse nijlgans die de traditionele autochtone Nederlandse gans het leven zuur maakt, wordt geassocieerd met integratie. De bittere realiteit is niet dat we 'zeggen waar het op staat', maar dat we vastgelijmd zitten voor een buis, starend naar een beeld dat stilstaat. Gepauzeerd op 5 voor 12. Het integratiedebat is een herhaling van dezelfde doembeelden zonder vooruitgang.

Het integratiedebat is zeau 2001.

Don't Believe The Hype

Buiten het zicht van de politieke radar is het niet 5 voor 12, maar een nieuwe dag. Een dag die zich kenmerkt door een bloeiende en groeiende nieuwe generatie jonge Nederlanders. Wij zijn onderdeel van deze generatie die het doemscenario uit het integratiedebat lang achter zich heeft gelaten en driftig werkt aan een nieuw en onafhankelijk scenario met plot twists waar The Usual Suspects bij verbleekt.

Wie zich niet los trekt van het stilstaande beeld zal ons niet zien. Voor het ongetrainde oog zijn wij moeilijk zichtbaar, maar wie op play drukt en verder kijkt dan de straattaal, de tattoo, de huidskleur of de oorverdovende I-Pod zal een nieuwe voorhoede aanschouwen. Een voorhoede die haar weg omhoog vindt via sport, politiek en kunst en cultuur en in toenemende mate de middenklasse bevolkt. Wij maken deel uit van een generatie die hecht aan een persoonlijke invulling van haar religie, aan een kritische houding ten aanzien van haar religie en aan een moderne levenswijze. Wij zijn jonge mensen die niet dromen van de jihad, maar van vrijheid en democratie. Niet van de hoek van de straat, maar van die ene opleiding en die felbegeerde baan.

Eenmaal in het vizier weerleggen wij overtuigend de cliché's uit het integratiedebat, maar dan moet de schijnwerper wel van moskee naar club en collegezaal. Van gevangeniscel naar voetbalveld. Van statistiek naar karakteristiek. De speaker moet van grootste schreeuwer, zelfbenoemde vertegenwoordiger en extremist naar de doodgewone meerderheid. Alleen dan zal de ongekende potentie van een generatie, die ook de nieuwe Johan Cruijffjes, Joke Smitjes en Jan Wolkersjes telt, benut worden.

Ondertussen is de politiek ziende blind en horende doof. Soms lijkt het er op alsof de politiek ons ook niet wil zien of horen. Wij zijn ontevreden PVV-stemmers, relschoppende niet-westerse allochtonen of fundamentalistische moslims. Daartussenin bevindt zich een groot vacuum.  Politieke partijen komen niet verder dan als ware marionetten te figureren in de Grote Geertshow. Enerzijds spelen de klassieke middenpartijen een wedstrijdje hard-harder-hardst om verloren kiezers terug te winnen, terwijl anderzijds partijen alleen maar kunnen terugschelden om kiezers te winnen. Partijen die de nuance willen bewaren dreigen in het mediageweld onzichtbaar te worden. Het draait om futiliteiten als satellietschotels, handjesschudden en een Kinderen voor Kinderen liedje.

Begrijp ons niet verkeerd. Het integratiedebat is niet één en al ellende. De mooiste ontdekking van het integratiedebat is de (her)ontdekking van het DNA van Nederland: de vrijheid van meningsuiting, het recht op zelfbeschikking, non-discriminatie, de gelijkheid van man en vrouw en de scheiding van kerk en staat. Dit is wat Nederland, Nederland maakt. Wij dragen de erfelijke informatie in dit DNA vol trots. Maar wat in het debat ontbreekt is een zelfbewust eigentijds verhaal dat aansluit bij onze werkelijkheid. De toepasselijke klassieker van hiphopformatie Public Enemy 'don't believe the hype' is het integratiedebat op het lijf geschreven. Wij staan te springen en te dringen voor een volgende fase in het integratiedebat. Voorbij de H.Y.P.E.

De Volgende Fase

Volgens Paul Scheffer heb je als belangrijkste ingrediënt voor de volgende fase in het integratiedebat nodig:

"wat mensen als individu verbindt met anderen. Hoe ze zich 'samen' voelen met hun medemensen, ook met mensen uit een ander land of andere cultuur. Die zelf gekozen gevoelsband is veel sterker dan de abstracte notie van een volksgemeenschap die mensen opsluit binnen een door anderen opgelegde gemeenschap of collectiviteit."

Precies die 'zelfgekozen gevoelsband' kenmerkt ons. Wij leggen verbindingen met elkaar dwars door alle barrieres heen. Wij opereren niet langs etnische of religieuze lijnen, maar op basis van gedeelde interesses en idealen. Wij hangen in dezelfde scene, volgen dezelfde studie en dromen van dezelfde toekomst. Onze wiegjes schommelden van de kust van de Zwarte Zee tot aan Oud-Zuid, van de hoogtes van het Rifgebergte tot aan het Brabantse Cuijk. In toenemende mate zijn wij kinderen uit gemengde gezinnen. Kinderen die de aanwezigheid van culturele en religieuze verscheidenheid even vanzelfsprekend vinden als ademhalen. Een hoofddoek op stiletto's. Sproeten met kroeshaar. Geen dubbele, maar een driedubbele nationaliteit.

Wij zijn klaar voor de volgende fase in het integratiedebat en vragen de politiek om ons te volgen.

De toekomst van Nederland ligt besloten in de vrijheid van onze generatie om een baas te zijn. Baas over ons eigen leven. In de volgende fase zijn wij vrij om de hoofddoek af te slingeren of strak om het hoofd te houden. Vrij om naar Suriname of Curacao te reizen zonder onderworpen te worden aan een 100% controle. 100% vrij om kritiek te leveren op de multiculturele samenleving zonder voor xenofoob of racist uitgemaakt te worden. 100% vrij om xenofobie of racisme te bekritiseren zonder als politiek correct te worden afgeschilderd. Wij willen gevrijwaard zijn van politici die ons elke godganse dag aanspreken op wat we niet zijn en wat we wel zouden moeten doen. Wij weigeren witgewassen te worden tot culturele klonen van de prototype Nederlander zoals die er volgens politiek Den Haag uitziet: een brave burger die op woensdag gehakt eet met het Wilhelmus op de achtergrond heftig discussierend over Sinterklaas die 'ons' wordt afgenomen. En wij laten ons net zo min vastketenen in onze 'eigen gemeenschap' elke keer als Mohammed of Jermaine Opsporing Verzocht domineren.

Laten we het doemscenario in het integratiedebat nu inruilen voor een nieuw scenario. Een scenario waarin de ongekende potentie van onderwijs, werk, jeugdzorg, kunst, cultuur en sport op de voorgrond staat in plaats van in de aftiteling. Een scenario dat kwaliteit boven kijkcijfers plaatst. Een beeldend verhaal dat inspireert in plaats van frustreert. Wij hebben een begin gemaakt, maar kunnen alleen een succesverhaal van dit scenario maken als iedereen meedoet. De tijd is aangebroken om de politiek wakker te schudden. De tijd is aangebroken voor een volgende fase in het integratiedebat.

Wie doet er mee?

Tofik Dibi (Tweede Kamerlid GroenLinks)
Noortje Thijssen
Saydan Karaman
Joeri Wetters
Kimberly Hintz
Erdal Kiran
Siddeeqah Sharif
Alexander Rontgen
Sabra Dahhan

(Dit artikel werd oorspronkelijk op 23 november 2009 geplaatst op de website van GroenLinks en in overleg met Tofik Dibi ook hier geplaatst) 

 

 


Meer over integratiedebat, tofik dibi.

Delen: