Zambrano-arrest en de verzorgende ouder
In opinie door Britt Borghaerts en Arno-Jan Boere op 14-08-2015 | 14:28
In zogenaamde Zambrano-zaken moet het belang van het kind het zwaarste wegen. Bij beoordeling door de IND dient men vanuit de zorgplicht en handhaving van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind terdege rekening te houden met het daadwerkelijk vermogen van de achterblijvende ouder om zorg te dragen voor de kinderen.
Daarvoor pleiten Britt Borghaerts & Arno-Jan Boere.
Het Zambrano-Arrest houdt in dat kinderen, die door geboorte de nationaliteit hebben van een Europese lidstaat, binnen de EU verzorgd moeten kunnen worden door hun ouders, ook al hebben deze zelf geen verblijfsrecht. Dit om te voorkomen dat de kinderen (als EU burgers) gedwongen worden de EU te verlaten. De Columbiaan Ruiz Zambrano was in 2011 de eerste die het verblijfsrecht kreeg om bij zijn beide kinderen in Belgie te verblijven. Sindsdien is zijn naam verbonden aan deze uitspraak.
De IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst) blijkt aan te nemen dat bij Zambrano-zaken de achterblijvende ouder van minderjarige Unieburger(s) (1) per definitie in staat is voor de verzorging van de minderjarige(n) zorg te dragen.In de praktijk blijkt echter dat dit niet voetstoots aangenomen mag worden.
Het komt voor dat een derdelander -ouder (2) zonder verblijfsrecht de enige is die de zorgtaken voor minderjarige(n) op zich nemen kan.
Begin 2014 werden wij met bovenstaand IND-beleid geconfronteerd:
Dhr. M. verbleef al geruime tijd zonder vergunning tot verblijf in Nederland en moest van de IND terug naar het land van herkomst om aldaar een MVV (machtiging tot voorlopig verblijf) aan te vragen. Dhr. M. is in Nederland getrouwd en heeft uit dit huwelijk kinderen met de Nederlandse nationaliteit.
Zijn vrouw en kinderen zijn voor de verzorging volledig van dhr. M. afhankelijk. Ondanks een gewonnen rechtszaak bleef de IND volharden in de eis dat dhr. M. de MVV aanvraag in het land van herkomst diende te doen en ging in hoger beroep bij de afdeling bestuursrechtsspraak van de Raad van State alwaar de IND in gelijk werd gesteld.
Naast de spanning die dit alles binnen het gezin opriep werd het gezin ook nog eens geconfronteerd met een maatregel van de Belastingdienst die de toeslagen voor het gezin stopte daar er sprake was van een ongedocumenteerde medebewoner (i.c. Dhr. M.) op het woonadres, hetgeen de (geestelijke) gezondheid van mevrouw en kinderen niet ten goede kwam.(Meer over herstel inhouding toeslagen bij ongedocumenteerd verblijf zie noot (3))
Omdat voor de kinderen scheiding met een ouder, en mogelijk zelfs met beide ouders, dreigde hebben wij het, in overleg met de advocaat van dhr. M., op ons genomen om te kijken welke mogelijkheden er waren om op grond van het Zambrano arrest verweer aan te voeren. Dit temeer omdat ons de opstelling van de IND nogal formalistisch overkwam, zonder dat men rekening hield met de (zeer wel mogelijke) gevolgen voor de moeder en dus direct
ook voor de kinderen.
Uit gesprekken met de familie bleek ons dat bij het aanvragen van een MVV in hetland van herkomst door dhr. M. het meer dan aannemelijk zou zijn dat (mede gezien de complexe persoonlijke problematiek van de moeder) dat de kinderen (Unieburgers) ofwel gedwongen zouden worden met vader mee te gaan naar land van herkomst of onder toezicht (met zeer wel mogelijk een uithuisplaatsing) gesteld zouden worden. Beide scenario's waren voor ons onacceptabel.
Naast het in werking stellen van een gemeentelijk ondersteuningsteam voor het gezin was het van belang om aan te tonen dat het door ons gevreesde scenario van onder toezicht stelling en uithuisplaatsing meer dan aannemelijk zou zijn en hebben wij een psychologisch rapport laten opmaken door een psycholoog.
De psycholoog bevestigde dat de verzorging van het gezin volledig berustte bij de vader en dat indien hij het land zou moeten verlaten de verzorging van de kinderen weg zou vallen met als zeer waarschijnlijk gevolg de eerder genoemde maatregelen.
Tevens hebben wij een verzoek aan de burgemeester van de woonplaats van familie gericht waarin wij vroegen om kennis te nemen van de schrijnende situatie waarin de kinderen terecht dreigden te komen indien de IND zou volharden in haar eis.
De burgemeester was met ons van mening dat er hier van een dusdanig schrijnende situatie sprake was dat hij een brief naar de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft verstuurd met daarin het verzoek gebruik te maken van zijn discretionaire bevoegdheid.
Ondertussen had de advocaat van dhr. M. beroep tegen de beslissing van de IND aangetekend bij de rechtbank Den Haag, vestigingsplaats Roermond en met het verweer, voor het grootste deel gebaseerd op het psychiatrisch rapport en de brief van de burgemeester aan de staatssecretaris van V&J, werd het beroep gegrond verklaard en diende de IND binnen 6 weken een nieuwe beslissing te nemen.
De IND tekende tegen deze uitspraak hoger beroep aan bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De afdeling heeft bij behandeling van deze zaak direct verwezen naar de eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, vestigingsplaats Roermond en is inhoudelijk niet op deze zaak ingegaan.
De IND heeft uiteindelijk, gelet op het rapport van de psycholoog en de brief van de burgemeester, alsnog besloten om dhr. M. een verblijfsvergunning te verstrekken voor bepaalde tijd met terugwerkende kracht.
Ons inziens is het ook in Zambrano-zaken van het grootste importantie dat het belang van het kind het zwaarst weegt. Bij beoordeling door de IND dient men vanuit de zorgplicht en handhaving van het IVRK (Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind) terdege rekening te houden met het daadwerkelijk vermogen van de achterblijvende ouder om zorg te dragen voor de kinderen.
In bovenbeschreven zaak is volgens ons het belang van het kind door de formalistische opstelling van de IND langdurig in ernstige mate geschaad door geen rekening te houden met de specifieke omstandigheden waarin de familie zich bevond en het belang van de staat bij voortduring te laten prevaleren boven het belang van het kind.
Wij pleiten dan ook voor toekomstig beleid waarin een onafhankelijke onderzoeksverplichting van de IND naar de mogelijke gevolgen voor de Rechten van het Kind in zaken zoals hierboven beschreven zodat de IND er niet meer per definitie vanuit gaat dat een achterblijvende ouder van een minderjarige unieburger in staat zal zijn om de verzorging op zich te nemen.
De uitspraak van de Rechtbank Roermond staat inmiddels online.
Britt Borghaerts & Arno-Jan Boere (Mauro's vrienden). Voor meer informatie Twitter @MaurosVrienden
Noten:
1. Persoon met de nationaliteit van een land dat lid is van de Europese Unie.
2. Persoon met de nationaliteit van een land dat geen lid is van de Europese Unie.
3. ECLI:NL:RVS:2014:3788 http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RVS:2014:3788
Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.
Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!
Meer over Arno-Jan Boere, asielzoekers, Britt Borghaerts, immigratie, mauro's vrienden, vluchtelingen, zambrano, zambrano-arrest.
Reacties
Ze liegt alles aan elkaar vast alleen om papieren en paspoort van NL te krijgen.
Als het kind NL is en ik er voor kan zorgen moet zij dan weg ?
Het kind is bijzaak voor haar zij wil alleen papieren en geld, haar MVV liep af in mei 2015, het kind is geboren in januari 2016.