Teeven hoeft beleid voor homo's uit Oeganda niet te versoepelen

In opinie op 27-02-2014 | 15:26

Tekst: Wil Eikelboom

Staatssecretaris Teeven vindt het kennelijk ook wel eens leuk om iets aardigs te zeggen over asielzoekers, en geef hem eens ongelijk. Hij ligt onder vuur vanwege het detineren van asielzoekerskinderen, de strafbaarstelling van illegaal verblijf, de verruimde bevoegdheden voor de vreemdelingenpolitie bij het onderzoek naar de identiteit van vreemdelingen en de wel erg karige uitvoering van het kinderpardon.

Met het ondertekenen, door president Museveni van Oeganda, van de antihomowet die levenslang stelt op homoseksualiteit, zag Teeven dan ook kans om eens royaal uit de hoek te komen. In een kennelijk grootmoedig gebaar gaf hij meteen aan zijn beleid te versoepelen. De staatssecretaris voegde er nog aan toe dat “het COC op zijn wenken wordt bediend”.

De media namen dit frame gewillig over. “Teeven versoepelt asielbeleid voor Oegandese homo’s” – het haalde zelfs de Belgische kranten.
Teevens “geste” leidde tot instemming bij belangenorganisaties, maar ook tot een oproep om dit “versoepelde beleid” niet te beperken tot Oegandezen. In Nigeria zijn homoseksuele handelingen immers sinds kort ook strafbaar, en in Afghanistan wil je ook niet betrapt worden met je partner van hetzelfde geslacht.

Díe oproep leidde weer tot een tegenreactie: “We kunnen hier toch niet alle bedreigde homo’s opvangen!” Op de BNR ‘stelling van de dag’ gaven luisteraars woensdag aan dat ze maar in de regio moesten worden opgevangen, of elders in Europa. En bovendien: als het zo makkelijk wordt is straks iederéén “homo”!

Even een paar dingen op een rijtje.

Homoseksuelen die in hun eigen land worden vervolgd en die in Nederland asiel aanvragen, hebben daar recht op. Dat vloeit voort uit onder meer het Vluchtelingenverdrag. Nu duidelijk is dat homo’s in Oeganda van staatswege worden vervolgd, hebben ze hier recht op asiel. Teeven kan beleid maken wat hij wil, maar daar kan hij niet onderuit.

Niet dat hij dat niet zou proberen. Tot niet zo lang geleden werden homoseksuele asielzoekers uit landen als Oeganda rustig “terug de kast in gestuurd”. Dat ging als volgt. Iemand die zijn geaardheid in zijn land van herkomst altijd verborgen had gehouden – in dat soort landen een goed idee – die kon wel weer terug, aldus Teeven en zijn voorgangers. Immers: hij of zij was in staat geweest om op “discrete” wijze te leven, en waarom zou dat niet wéér kunnen? Dat homo’s in Nederland gelijke rechten hebben wil toch niet zeggen dat ze die overal moeten hebben.

Dat beleid is na terechte kritiek langzaam verlaten en het laatste restje ervan is onlangs afgeschoten door het Europese Hof van Justitie in Luxemburg. Net zomin als we dat van, bijvoorbeeld aanhangers van een bepaald geloof verwachten, kunnen we van homo’s verlangen dat ze teruggaan naar een situatie waarin ze helemaal geen invulling kunnen geven aan hun seksuele geaardheid.

Teeven heeft zijn beleid dus onlangs aangepast. Je zou dat een versoepeling kunnen noemen, maar dat is een wat genereuze term voor een aanpassing als gevolg van een bindende uitspraak van het Hof van Justitie. Het betekent dat je ertoe gedwongen bent, en het is nogal gênant voor Nederland om er door Luxemburg op gewezen te worden dat je beleid in feite dus al jaren in strijd was met de fundamentele rechten van vluchtelingen.

Die beleidswijziging stond dus los van de situatie in Oeganda. En als je dat beleid toepast op de situatie in Oeganda zoals die nu is, dan kun je niet anders dan Oegandezen die (geloofwaardig) homo zijn een asielvergunning verstrekken. Daar is geen bijzonder beleid voor nodig. Dat Oegandese homo’s nu makkelijker asiel krijgen in Nederland is eerder het gevolg van de wet van Museveni, dan van het beleid van Teeven.

Dat we in Nederland bescherming bieden aan vervolgde homo’s, lesbiennes en biseksuelen is een groot goed. En gelukkig wordt daarbij geen beleidsmatig onderscheid gemaakt naar gelang het land van herkomst. Met andere woorden: als Nigeria daadwerkelijk homo’s gaat opsluiten dan heeft een Nigeriaanse homo evenveel recht op bescherming als een Oegandese.

Dat Teeven daar geen publiek statement over maakt, zal iets te maken hebben met de angst dat Nederland te “populair” wordt onder asielzoekers – vaak aangeduid met die afgrijselijke term “aanzuigende werking”. Maar het maakt ook niet zoveel uit. Teeven mag best in stilte zijn beleid uitvoeren, zolang hij het maar goed doet.

Het belangrijkste pijnpunt is de vraag hoe je vaststelt of iemand daadwerkelijk homoseksueel is. Nederland probeert dat door middel van gehoren, die vaak urenlang duren.

De vragen die worden gesteld zijn soms extreem intiem en ongepast, en soms gaan ze uit van een beperkt clichébeeld van “de homo”. Zo werd mijn cliënt gevraagd om een populaire “homo-zanger” te noemen, en een “tv-programma waar homo’s graag naar kijken”. Cliënt, onbekend met Gordon en het Eurovisie Songfestival, maar naar mijn oprechte inschatting wel degelijk homoseksueel, is ongeloofwaardig verklaard.

Dat past helaas in een trend. Nu een “geloofwaardige homo” eerder asiel krijgt, merk ik dat de IND vaker vindt dat iemand toneel speelt en helemaal geen homo is. Zo’n vaststelling is spelen met vuur, want er is geen wetenschappelijke methode om het vast te stellen. En je loopt het risico om iemand de dood in te sturen als je hem afwijst.

Ook deze kwestie heeft het Europese Hof van Justitie inmiddels bereikt. Dinsdag vond er een zitting plaats over de vraag “hoe kun je iemands seksuele gerichtheid beoordelen”. De uitspraak wordt over een paar maanden verwacht en zal hopelijk duidelijkheid scheppen. Er is bijvoorbeeld veel te zeggen voor het Britse model. Daar wordt in beginsel uitgegaan van de verklaring van de asielzoeker.

De vrees dat dan “iedereen” plotseling ook “homo” is, lijkt mij onterecht. Ten eerste is het systeem ook nu wel te foppen, en er is geen toename van het aantal homoseksuele asielzoekers gesignaleerd. Belangrijker is nog dat juist heteroseksuele asielzoekers uit landen waar homo’s worden vervolgd, wel uitkijken om zich als homo voor te doen. Er heerst in landen als Oeganda een enorm stigma ten aanzien van homoseksualiteit. Die wetgeving komt natuurlijk niet uit het niets. Oegandese asielzoekers verkeren ook in Nederland – zeker in het begin – vaak in kringen van landgenoten. Daar willen ze echt niet als homo te boek staan.

Moet Nederland dus vervolgde homoseksuelen opvangen? Het antwoord daarop is ja, zoals dat al sinds de ondertekening van het Vluchtelingenverdrag, ruim vijftig jaar geleden, zo is.

Hebben we dan in Nederland plek voor die miljoenen vervolgde homo’s? Nee, natuurlijk niet. Die komen ook niet allemaal naar Nederland. Vluchtelingen worden in het algemeen in grote meerderheid in de regio opgevangen, en voor zover ze naar Europa komen kloppen de meesten niet bij Nederland aan. “Versoepeld” beleid of niet.

Wil Eikelboom is advocaat vreemdelingenrecht en mensenrechten bij Prakken d'Oliveira. Dit artikel verscheen eerder op joop.nl en is in overleg ook op Republiek Allochtonië geplaatst. Volg Wil Eikelboom ook op Twitter.

Meer over vluchtelingen/immigratie op Republiek Allochtonië hier


Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.  Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door ons te steunen

 

 

 


Meer over homo, homoseksualiteit, teeven, vluchtelingen, wil eikelboom.

Delen: