Sekte onder vleugels open samenleving

In opinie door Elise Steilberg op 31-12-2010 | 21:57

Tekst: Elise Steilberg

Deze maand werd het onderzoek naar de Gülenbeweging in Nederland van hoogleraar Martin van Bruinessen gepresenteerd en vond hierover in de Tweede Kamer een debat plaats. Het rapport werd met enige spanning verwacht, aangezien de afgelopen jaren elke moeizame discussie over deze beweging eindigde met de conclusie dat er te weinig heldere feiten beschikbaar waren om tot een duidelijk beeld te komen.

Toenmalig minister van Integratie Van der Laan vond het een jaar geleden nog 'van groot belang dat we scherp in beeld krijgen wat de invloed is van internaten en huiswerkbegeleidingsinstellingen verbonden aan (het gedachtengoed van) Fethüllah Gülen' en zei 'liever over vijf jaar terug te kijken en te zeggen: 'waar maakte ik me zorgen om?' dan te moeten zeggen: 'waarom heb ik niks gedaan?' Het onderzoek moest helderheid geven over aanwijzingen en geruchten dat achter de schermen van de betrokken instellingen sprake zou zijn van orthodox-islamitische indoctrinatie.

Zelf ben ik, nietsvermoedend en alleen op de officiële informatie afgaand, op deze zeer bevreemdende orthodox-islamitische achtergrond gestuit bij het Cosmicus Montessori Lyceum in Amsterdam en het daaraan gekoppelde huiswerkbegeleidingsinstituut Witte Tulp.

Inmiddels twijfel ik er niet aan dat dit ermee te maken had dat onze zoon ook vloeiend Turks spreekt en daarmee voor de beweging zo interessant was dat er net iets te nadrukkelijk om hem werd geworven. De ontdekking dat we te maken hadden met een diepreligieuze Turkse sekte binnen een scholengemeenschap die in Amsterdam juist als vrij en open bekendstaat, vind ik verbijsterend.

Met interesse heb ik daarom het rapport gelezen en het Kamerdebat gevolgd. Het rapport biedt helaas weinig concreets. Een handvol instellingen die banden hebben met de Gülenbeweging wordt bij naam genoemd. Maar Van Bruinessen lijkt toch vooral te willen aantonen dat de bezorgdheid ongegrond is. Het Kamerdebat bevestigde daarentegen dat de twijfels bij alle partijen nog niet zijn weggenomen.

Toch laat de regering de beweging met rust. Minister Donner lijkt het geheel in orde te vinden dat een instelling die zich naar buiten als seculier voordoet, in haar kern diep religieus is. Die religieuze kern mag niet tegen het licht gehouden worden, want dan zou de godsdienstvrijheid weleens in het gedrang kunnen komen. De overheid zou zich hier uit principe niet mee mogen bemoeien om deze voor onze maatschappij belangrijke basiswaarde niet aan te tasten. Ouders moeten zelf maar hun conclusies trekken als zij zich onder druk gezet voelen, gemeenten moeten daar waar zij subsidie verstrekken zelf controleren hoe die wordt besteed, en ook hiervoor reiken noch het rapport noch de minister criteria aan.

Verder zei Donner ervoor te willen waken dat conflicten uit het buitenland naar Nederland worden geïmporteerd. Dat hij zich hiermee leek te richten tot Sadet Karabulut, SP-kamerlid met een Turkse achtergrond en de aanvrager van dit debat, wekt verbazing. Uit de wijze waarop juist zij keer op keer de discussie over deze beweging publiekelijk aangaat, blijkt namelijk een groot vertrouwen in de rechtsstaat. Het zijn juist de ondoorzichtige methoden van de Gülenbeweging die uit een andere, veel minder vrije en democratische context voortkomen en hier worden voortgezet.

De Nederlandse wet biedt aanhangers van elke geloofsovertuiging de vrijheid om naar eigen regels te leven, instellingen op te richten en zelfs scholen te stichten. Wie meent hier op een andere wijze aanhangers te moeten winnen of maatschappelijke invloed uit te oefenen, weet deze vrijheid blijkbaar niet op waarde te schatten. Dat deze beweging zich, ondersteund door veel politici, ook schijnbaar sterk maakt voor een open en tolerante dialoog, is alleen maar bizar te noemen.

Zelfs nu Stichting Cosmicus in het rapport is genoemd als een aan Gülen gerelateerde instelling, blijft zij dit op een bijzonder verwrongen manier ontkennen. Waarom geeft de beweging in Nederland geen openheid over haar achtergrond? Is met deze strategie misschien een groter stuk van de taart te bemachtigen dan wanneer men zich openlijk religieus gemotiveerd zou betuigen? Grote kans dat Stichting Cosmicus in dat geval geen onderdak had gevonden bij de Montessori-koepel waarmee een school werd opgericht. De schooldirecties zijn op uitdrukkelijke wens van de vroegere minister van Onderwijs Maria van der Hoeven tot deze constructie overgehaald, en hebben zich daarmee - naar het schijnt met de beste intenties - in een inmiddels zeer ongemakkelijke situatie laten manoeuvreren.

Mogelijk ligt hier ook de reden dat de verbinding tussen de twee middelbare scholen en de huiswerkbegeleidingsinstituten, waarvan het onderzoek aangeeft dat 'de meeste vrijwilligers aanhangers zijn van de beweging', in het rapport geheel wordt ontkend: 'Er bestaat geen formele band tussen de scholen en internaten of andere buitenschoolse activiteiten van de beweging.' Het feit dat de Gülen-Stichting Witte Tulp in Amsterdam Oost hetzelfde adres heeft als de school, namelijk in het Cosmicus Montessori Lyceum, lijkt met die bewering in strijd. SWT heeft hier buiten schooluren en in het weekend de beschikking over het gebouw, en de Turks-Nederlandse directeur van deze (deel)school was voorheen vele jaren werkzaam bij dit huiswerkinstituut. Bij het Cosmicus College in Rotterdam en de Stichting Schoolinternaat het Centrum - inmiddels van naam veranderd - bestaan soortgelijke personele verbindingen. Maar het rapport stelt simpelweg dat zij niet bestaan.

De grootste bron van zorg vormden steeds de zeer gesloten mono-etnische schoolinternaten, die onder geen enkel overheidstoezicht vallen. Na recente berichten erkende Bruinessen in Binnenlands Bestuur dat de internaten mogelijk niet allemaal gesloten zijn, zoals door hem in het rapport wel uitdrukkelijk was gesteld. De scholen zijn evenmin onderzocht omdat zij onder het toezicht van de onderwijsinspectie vallen, maar Van Bruinessens opmerking in hetzelfde blad dat 'alle Güleninstelligen, ook de scholen en huiswerkinstituten, dienen als plaatsen waar potentiële aanhangers worden gerecruteerd', kan toch echt niemand meer geruststellen.

Twijfels en verdenkingen zullen de scholen parten blijven spelen. Het is te hopen dat ouders, medezeggenschapsraden en overkoepelende directies in samenwerking met de lokale overheden gebruik zullen maken van alle gegeven mogelijkheden om hier consequent transparantie te eisen en in te grijpen. Voor Amsterdam valt vooral te hopen dat burgemeester Eberhard van der Laan zijn woorden van een jaar geleden niet vergeten is.

Elise Steilberg. Dit artikel verscheen eerder in de Volkskrant en is in overleg met de auteur ook op Republiek Allochtonië geplaatst. Meer artikelen van Elise Steilberg vind u hier.

De reactie van Mehmet Cerit, voorzitter van Stichting Cosmicus:

http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/1789215/2011/01/06/Wij-hebben-niets-te-maken-met-de-Gulenbeweging.dhtml

 


Meer over elise steilberg, gülen, internaten.

Delen: