'Procederen uit naam van ’de’ Marokkanen, is zinloos'

In opinie op 18-11-2010 | 21:22

tekst Hassan Bahara en Abdelkader Benali

Vorige week verklaarde Mohammed Rabbae dat hij ook na een eventuele vrijspraak van Geert Wilders zal blijven procederen. Rabbae voert dit proces namens het Landelijk Beraad Marokkanen, een organisatie die in naam en missie suggereert voor alle Marokkaanse Nederlanders te spreken. Dat is jammer, want zo wordt de diversiteit ontkend binnen de Marokkaanse gemeenschap, waar heel verschillend over dit proces wordt gedacht en waar niet iedereen overtuigd is van het nut van een rechterlijke vervolging van Wilders.

~

Vorige week verklaarde Mohammed Rabbae dat hij ook na een eventuele vrijspraak van Geert Wilders zal blijven procederen. Rabbae voert dit proces namens het Landelijk Beraad Marokkanen, een organisatie die in naam en missie suggereert voor alle Marokkaanse Nederlanders te spreken. Dat is jammer, want zo wordt de diversiteit ontkend binnen de Marokkaanse gemeenschap, waar heel verschillend over dit proces wordt gedacht en waar niet iedereen overtuigd is van het nut van een rechterlijke vervolging van Wilders.

Mohammed Rabbae is een van de voormannen die hebben gestreden voor de emancipatie van migranten in Nederland. Zijn rol daarin is van onschatbare waarde. De derde generatie migranten kan iets leren van de onverzettelijkheid en scherpzinnigheid van deze Rabbae.

Maar er is ook een andere kant, waar wel wat op af te dingen valt. Rabbae bevecht de ideeën van PVV-leider Wilders via de rechtbank, omdat dat volgens hem een van de manieren is om het maatschappelijke debat over migratie en islam te voeren. Hij wordt daarbij gesteund door het Marokkaanse Platform Nederland. Met deze procesgang wil Rabbae de polarisatie in Nederland en de daaruit voortvloeiende negatieve houding ten opzichte van moslims doven.

De gang naar de rechter klinkt als een loffelijk streven, maar is tot mislukken gedoemd. Hoe vaak Rabbae ook herhaalt dat hij op persoonlijke titel spreekt, dus niet als de vertegenwoordiger van de Marokkanen in Nederland of als lid van GroenLinks, toch wekken zijn opstelling en taalgebruik de suggestie dat hij het opneemt voor de grote groep Marokkanen. Of hij het wil of niet, het beeld wordt gewekt dat er maar één Marokkaanse stem is.

Het Marokkaans Platform Nederland kenden wij niet voordat deze procesgang bestond. De functie van de organisatie is onduidelijk, haar doelstellingen op zijn minst problematisch. Het Platform verdedigt de oude gedachte dat minderheden altijd slachtoffer zullen zijn van uitlatingen uit de mainstreamcultuur. Migranten moeten ten koste van alles gespaard worden. Waarom? Dit beleid van pappen en nathouden heeft de afgelopen dertig jaar voor migranten niets substantieels opgeleverd. Het heeft ze alleen maar kwetsbaarder gemaakt voor aanvallen van Wilders en de zijnen.

De emancipatie van migranten zal sneller verlopen als migrantenorganisaties – gevuld met idealisten en hardwerkende professionals, maar ook met schaamteloze opportunisten, taxichauffeurs en gehaaide baantjesjagers – niet de hele tijd voor hen opkomen.

De vrijheid van meningsuiting voor het gerecht brengen, zal de maatschappelijke spanningen niet oplossen. Daarnaast voltrekt het maatschappelijk debat zich, veel meer dan in de tijd toen Rabbae politiek actief was, volop in de samenleving. Op schoolpleinen, in krantenfora, op websites als maroc.nl en maghreb.nl, op Facebook en in de reguliere media.

Er is een krachtenveld van organisaties en individuen ontstaan dat het idee dat er één Marokkaanse gemeenschap zou zijn die altijd met één stem spreekt, krachtig weerlegt. Anders dan vroeger zijn er veel hooggeschoolde, welbespraakte Nederlandse allochtonen met een niet-westerse achtergrond die uitstekend onder woorden brengen wat hen niet zint aan de politieke stemmingmakerij van Wilders. Zij proberen elke vorm van juridisering te voorkomen, omdat ze weten dat dat de discussie rond islam, integratie en migratie geen steek verder helpt.

Dat Rabbae, ondanks het ruim aanwezig zijn van stemmen in het maatschappelijk debat, zijn donquichotterie in de rechtbank toch wil door voeren geeft zijn solistische actie iets treurigs. Sowieso straalt dit juridische gevecht tegen de uitspraken van Wilders iets negatiefs uit.

De samenleving zou meer gebaat zijn bij initiatieven van Marokkaanse voormannen die eens een keer iets verdedigen waarmee ze midden in de samenleving staan in plaats van elke keer achteraf te reageren. Het voorspelbare karakter ervan ondermijnt de geloofwaardigheid.

Rabbae heeft al een keer averij opgelopen. Hij stelde als politicus voor het boek ’De Duivelsverzen’ van Salman Rushdie te verbieden vanwege het vermeende blasfemische karakter. Rabbae sprak toen ook voor een gemeente waarvan de leden de roman niet hadden gelezen, of er weet van hadden.

Hetzelfde lijkt nu nog een keer te gebeuren. Volgens Marx voltrekken de zaken zich eerst als tragedie, voordat ze zich als komedie herhalen. We zijn inmiddels met alle verwikkelingen in dit koddige debat rond Wilders terechtgekomen op het terrein van de scherts. Rabbae kan, als de gentleman die hij is, de vertoning eindigendoor zijn aanklacht uit naam van de Marokkanen in Nederland in te trekken.

Hassan Bahara en Abdelkader Benali zijn schrijvers. Een versie van dit arikel is ook op andere sites verschenen. Met toestemmning van Hassan Bahara is deze column ook op Republiek Allochtonie geplaatst.


Meer over abdelkader benali, hassan bahara, lbm, mohamed rabbae, proces wilders.

Delen:

Reacties


Antoine Berben - 19/11/2010 13:12

In dit lezenswaardig verhaal mis ik toch wel een aspect en dat is dat in dit land een rechtsgang toch als een correcte vorm van protest is geschapen zodra u het diepgravend oneens bent met een ander. Daarom zou de kritiek op RABBAE wellicht meer juist zijn indien deze zich richt op het feit dat hij onvoldoende (kan het voldoende zijn eigenlijk?) moeite gegeven heeft om te betonen dat hij dit ook vooral namens zichzelf doet.