Polen en homoseksualiteit
In opinie door Warner Hemmes op 18-12-2011 | 10:55
Tekst: Warner Hemmes
Bij diverse Nederlanders bestaat nog steeds de indruk dat het vooral hoogopgeleide Poolse jonge vrouwen en mannen zijn die naar Nederland komen voor werk. Met klussen in de Nederlandse (tuin)bouw kunnen zij meer verdienen dan met hoog gekwalificeerd werk in Polen. Het zijn mensen die, qua culturele achtergrond en christelijke wortels, als ‘meer eigen’ beschouwd worden dan immigranten vanuit verdere streken. Je herkent ze niet direct als ‘buitenlander’. Ze verblijven hier maar tijdelijk. En ze werken hard, dat is mooi meegenomen. Akkoord, ze drinken stevig en willen met een slok op nog wel eens de auto pakken of in een vechtpartijtje terecht komen, maar zo heeft iedereen wel wat, is de opinie.
De toestroom van Poolse oud- en nieuwkomers
In 2004 trad Polen toe tot de Europese Unie en sinds 2007 is er vrij werkverkeer naar Nederland. Het aantal Poolse inwoners hier is gestegen van bijna 40.000 in 2005 tot ruim 87.000 in 2011. Langzaamaan begint het beeld over de Polen te kantelen en komt er meer aandacht voor deze groep. Bestond eerst het idee dat Polen pendelen tussen Nederland en hun thuisland, heeft de realiteit dit idee inmiddels achterhaald: steeds meer Poolse immigranten vestigen zich hier en laten ook hun gezinnen overkomen. De families nemen doorgaans actief deel aan het gemeenschapsleven in hun woonplaats, hun kinderen gaan naar school, spreken Nederlands, en voor de ouders is het dan ook belangrijk de taal te leren spreken, lezen en schrijven. Hun opvattingen mengen met de daar gevestigde autochtone bewoners.
Uit recent onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat de Poolse gemeenschap in Nederland inmiddels voor een aanzienlijk deel uit jonge alleenstaande en laagopgeleide mannen bestaat. Ze beschikken doorgaans niet over een stevig sociaal netwerk. Dat hadden ze in Polen niet, en in Nederland al helemaal niet. Door de toestroom van deze groep jonge, laagopgeleide Polen vindt er een breuk met het recente verleden plaats, waarin er eerder sprake was immigratie van hogeropgeleiden en vakmensen.
Net als andere groepen migranten nemen de Poole nieuwkomers, hoe verschillend hun onderlinge achtergrond ook is, hun opvattingen, normen en waarden mee als ze verhuizen. De Poolse oudkomers, van vóór 2004, hebben zich stevig in Nederland geworteld en kijken niet altijd met even grote blijdschap naar de landgenoten die zich sindsdien hier vestigden. Soms zeggen zij ronduit dat zij vinden dat de nieuwkomers - en dan met name de jonge laagopgeleiden onder hen – de goede naam van de Polen te grabbel gooit.
Sterke invloed katholieke kerk wordt minder
Polen is een katholiek land, de invloed van de kerk is er aanzienlijk. De leer van de kerk is op talloze gebieden leidend: opvattingen over zaken als het gebruik van voorbehoedmiddelen, abortus, echtscheiding, euthanasie en ook homoseksualiteit worden sterk bepaald door de rooms-katholieke doctrine. In het land is echter er sprake van een mentaliteitsverandering, er waait een nieuwe wind. Met name in de grote steden wordt de invloed van de kerk en de (conservatieve) autoriteit snel minder. Op het platteland ligt dit anders (maar dat is niet alleen een typisch Pools verschijnsel).
Als reden voor deze verandering wordt aangegeven dat het einde van het regime van de gebroeders Kaczynski en hun conservatieve partij Recht en Rechtvaardiging, eind 2007, en het aantreden van Donald Tusk en diens liberale Burgerplatform de frisse wind heeft aangewakkerd.
Neem de opvattingen over homoseksualiteit: nog in mei 2007 vroeg de Poolse ombudsvrouw voor kinderrechten vooraanstaande psychologen te onderzoeken of Tinky Winky, uit de televisieserie voor peuters De Teletubbies, aanzette tot homoseksualiteit. Dit fantasiefiguurtje, toch van de manlijke kunne, liep namelijk rond met een handtas. De minister van opvoedingszaken gaf in hetzelfde jaar aan dat hij maatregelen wilde treffen om de promotie van homoseksualiteit onder Poolse kinderen te voorkomen. Beide functionarissen waren lid van de regeringspartij LPR, de conservatieve liga voor Poolse gezinnen.
Wie in slaap zou zijn gevallen in 2007 en wakker geworden in 2011 zou zich toch even in de ogen wrijven bij het zien van krantenkoppen als: Homovriendelijke kandidaat doet het goed in Polen (NRC Next 21 juni 2010) of Poolse pro homo partij boekt forse winst (Gay Krant-Nieuws 11 oktober 2011), of Polen tolereert homo-erotiek (Volkskrant 15 juni 2010) of Veel Polen zijn vóór een geregistreerd partnerschap voor homo’s ( NRC Next 21 juni 2010).
Bij de parlementsverkiezingen van oktober 2011 kreeg de nieuw partij van zakenman Janusz Palikot 10% van de stemmen. De partij werd hiermee de derde grootste in het land. Wie in 2007 had voorspeld dat een partij met een uitgesproken antiklerikaal programma en waarin homorechten,de legalisering van softdrugs en de legalisering van abortus centraal zouden staan vier jaar zo later de derde partij zou worden, was voor gek versleten. Alles ten goede gekeerd dus? De werkelijkheid lijkt iets minder rooskleurig dan bovenstaande krantenkoppen doen vermoeden.
Homofobie en opleidingsniveau
In augustus 2010 deed op initiatief van de Nederlands-Poolse stichting Dom Polski een ‘Poolse boot’ mee aan de canal parade in Amsterdam. Het initiatief om mee te willen doen aan deze botenparade had rechtstreeks te maken met signalen die bij Dom Polski binnenkwamen van jonge Poolse vrouwen en mannen die Polen letterlijk ontvlucht waren vanwege het homovijandige karakter. Bij het bekend worden van de deelname van de ‘Poolse boot’ kreeg de organisatie tegenwerking te verduren vanuit de Poolse kerk en ook de ambassade toonde zich – eufemistisch uitgedrukt – ontevreden over het initiatief. Gelukkig lukte het de stichting toch een feestelijke boot mee te kunnen laten varen.
Nederlanders die in Warschau deelnamen aan Europride toonden zich geschokt door het grote aantal tegendemonstraties door rechtse jongeren en protesten namens de katholieke kerk. Verwarrende signalen dus: enerzijds berichten als zou de acceptatie van homoseksualiteit bijna voltooid zijn, anderzijds berichten die het tegendeel doen vermoeden.
De waarheid ligt – zoals meestal – in het midden.
Opvattingen over homoseksualiteit
De opvattingen van Polen over homoseksualiteit zijn aan het veranderen. Het meest merkbaar is dit in de grote steden. De nu aan de macht zijnde liberalen zijn aanmerkelijk progressiever dan de vroeger regerende conservatieven en dat werkt door. Ook op minder volgzame geluiden richting de rooms-katholieke kerk volgt niet meteen meer algehele ‘verdoemenis ‘ ten opzichte van de boodschapper. De invloed van de kerk mag in Polen dan nog wel groter zijn dan in de meeste West- Europese landen, de almacht die ze had tijdens het bewind van ‘paus Wojtyla’ (Johannes Paulus II) is voorbij. Deze van origine Poolse paus was sociaal, maar uitermate conservatief. Voor de Polen was hij, samen met de gezaghebbende kardinaal Wiszynski, voor vele generaties Polen het gezicht van het verzet tegen en de bevrijding van het communisme. Hun opvattingen werden door de bevolking niet ter discussie gesteld. De situatie in de grote steden is anders dan die op het platteland.
Zoals gezegd blijkt uit recent onderzoek dat een groot gedeelte van de nieuwe (tijdelijke of langdurige) Poolse immigranten man, jong en laagopgeleid is. Deze groep is veelal afkomstig van het platteland en gaat veel minder dan hun hoger opgeleide en uit steden afkomstige landgenoten om met Nederlanders. Zij klampen zich vast aan gelijkgestemde, met overeenkomstige waarden en normen en uit een vergelijkbare situatie afkomstige kennissen. Deze groep heeft over het algemeen conservatieve – en in dit geval dus negatieve – opvattingen over zoiets als homoseksualiteit.
In de publicatie Acceptatie van homoseksualiteit in Nederland 2012 staat te lezen dat: ‘vooral onder orthodox-religieuzen, niet westerse migranten en jongeren [..] het aandeel dat moeite heeft met homoseksualiteit nog groot’ is. En verder: ‘Terwijl 68% van de Nederlanders van 15 jaar en ouder zegt homoseksuele vrienden of kennissen te hebben, geldt dat maar voor 3% van de Roemenen en 12% van de Polen en Letten.’ Met betrekking tot de negatieve opvattingen t.o.v. homoseksualiteit bij niet westerse migranten wordt gemeld dat dit niet alleen met religiositeit te maken heeft maar ook met hun gemiddeld lage opleidingsniveau. Onderzoek naar de opvattingen bij andere groepen heeft niet plaatsgevonden, maar er wordt van uitgegaan dat de resultaten na onderzoek daarnaar niet zeer van zullen verschillen.
De conclusie luidt dat de opvattingen van veel Polen, net als bij andere groepen immigranten in Nederland, ten aanzien van homoseksualiteit aanmerkelijk minder vooruitstrevend zijn dan die van de autochtone gemeenschap. Te verwachten valt dat de mening van de hoger opgeleide en uit grote steden afkomstige Polen dichter bij de gemiddelde Nederlandse opvattingen komt te liggen.
De vraag is of deze mentaliteitsverandering ook plaats zal vinden bij het deel van de jonge, laag opgeleide, van het Poolse platteland afkomstige mannen. Homofobie zal bij deze groep moeilijk te bestrijden zijn. En als de voorspellingen uitkomen dat deze groep verder groeit, is dat zeker een punt van aandacht.
Warner Hemmes is adviseur bij ACB Kenniscentrum; dit artikel is ook op de website van ACB Kenniscentrum verschenen
Meer artikelen over polen in Nederland op dit blog, kijk hier
Meer artikelen over homoseksualiteit op dit blog kijk hier of hier
Meer over acb kenniscentrum, emancipatie, homo, homoseksualiteit, moelanders, polen, warner hemmes.