Over de premier van alle Nederlanders, de tranen van Fatima en de bloemen van Hero
In opinie op 01-03-2011 | 11:14
Tekst: Jorrit Nuijens
Afgelopen zaterdag stond ik in de stromende regen campagne te voeren op de Dam met tien GroenLinksers en vijftig VVD-ers. Wij hadden betere outfits en hippe electrische scooters. Zij hadden paraplu’s. Niet hip, wel slim.
De premier was er ook. Ik vroeg hem waarom we niets van hem horen als we weer eens een brokje constructieve haatspraak krijgen toegeworpen van de PVV. Hij wilde toch de premier van alle Nederlanders zijn?
‘’Ja ‘’zei hij, ‘’van iedereen’’. Ik geloof hem. Maar, zei hij, hij kon toch niet op elke uitspraak van iedere willekeurige politicus gaan reageren? De standpunten van de PVV kwamen toch niet voor zijn rekening?
“Nee” zei ik hem, “maar u legitimeert de PVV wel door met ze samen te werken. Hoe kunt u nou premier van alle Nederlanders zijn als u zich dan vervolgens niet uitspreekt?’’
Ik kreeg een geruststellende lach en een stevige hand van de premier: “Als het me echt te ver gaat spreek ik me uit. Succes!”. En weg was de wervelwind aan paraplu’s, de Kalverstraat in.
De dag ervoor was ik bij de herdenking van de Februaristaking bij de Dokwerker.
De burgemeester sprak over het belang van de staking in het bijzonder, en het herdenken van de oorlog in het algemeen.
Actrice Jettie Mathurin droeg een roerend gedicht voor, over respect. Op steeds hardere toon herhaalde ze de phrase ‘’woorden doen geen pijn’’.
Dat herdenken belangrijk is, en dat woorden wel pijn doen, werd onderstreept door het volgende; een meter verderop stond Fatima Elatik, Stadsdeelvoorzitter van Amsterdam Oost, klaar om een krans te leggen. Haar normaal fiere gestalte was wat gebogen, de schouders hingen af. Haar gezicht miste z’n gebruikelijke open lach. De tranen biggelden over haar wangen.
Vlakbij ons stond PVV Tweede Kamerlid Hero Brinkman, tevens Lijsttrekker voor Noord-Holland. Plechtig luisterend, een prachtig boeket in de hand, stond hij pal naast de huilende Elatik.
Ik merkte dat de hele scene bij mijzelf de nodige emoties opriep. Woede en ontroering tuimelden over elkaar heen. De ontroering snapte ik, de woede niet.
Even later werd me ineens duidelijk dat ik Brinkmans aanwezigheid als een provocatie ervoer. Dat schokte me. Brinkman had immers alle recht om namens zijn partij deze herdenking bij te wonen. Waarom voelde ik me dan toch geprovoceerd?
Ik denk omdat de woorden van Mathurin en de tranen van Elatik, zo vlak naast de bloemen van Hero, voor mij onderstreepten in wat voor tijd we leven.
Voor mij stond een geëmancipeerde, oer-Hollandse Marokkaanse gezagsdraagster met een hoofddoek. Naast haar stond een man die voorstelt hoofddoekjes uit de bussen van de Provincie Noord-Holland te weren.
Hero. Fatima. Dokwerker. Bussen? Voor hoofddoekjes verboden.
Nee, de denkbeelden van de PVV zijn niet die van de NSDAP. Wilders is geen kampcommandant. Brinkman is geen Nazi. Niets is vergelijkbaar met de Nazi’s. De suggestie is smakeloos en doet altijd af aan het inhoudelijke punt dat men probeert te maken.
Provinciehuis? Voor hoofddoekjes verboden.
Brinkman’s aanwezigheid provoceerde mij niet omdat ik de PVV gelijkstel aan de Nazí’s, maar omdat het hypocriet is om met 1 kant van je mond de vrijheid van ‘onze joden’ en ‘onze homo’s’ te belijden, en in 1 adem door een deel van onze moslims de toegang tot het openbaar vervoer of het openbaar bestuur te ontzeggen.
Je kunt niet oprecht de Februaristaking herdenken als je er zelf voor kiest groepen uit te sluiten op grond van hun afkomst of religie.
Wat mij betreft heeft Brinkman dus de onderliggende boodschap van de herdenking niet begrepen; of alle mensen zijn gelijk en worden gelijk behandeld, of je snapt niet waar zo’n herdenking over gaat. Dat moet gezegd kunnen worden.
Een Marokkaans Nederlandse man die bij Elatik stond, grapte : “Hey Faat, mocht je wel het huis uit zonder je man?” ze grinnikte door haar tranen heen: ”Alleen voor de herdenking.” Brinkman keek nors en ongemakkelijk. Alsof hij degene was die zich geprovoceerd voelde.
Hero Brinkman en de zijnen hebben de verantwoordelijkheid om zich niet voor electoraal gewin te bedienen van gemakzuchtige en stigmatiserende one-liners. Politiek is geen spelletje, mensen zijn niet hun afkomst of religie, en woorden doen wel pijn.
Wij aan de andere kant van het politieke spectrum hebben de verantwoordelijkheid om ons bij het bestrijden van de PVV niet te bedienen van overtrokken en stigmatiserende vergelijkingen met de Tweede Wereldoorlog. Niet in woorden, daden, of cartoons.
Wij hebben allemaal de verantwoordelijkheid om ons uit te spreken tegen alle vormen van uitsluiting, stigmatisering en discriminatie.
Premier Rutte voorop.
Jorrit Nuijens (Amsterdam, 1980) is fractievoorzitter van GroenLinks in Amsterdam Centrum. Deze column is ook op joop.nl verschenenen met toestemming van Jorrit op Republiek Allochtonië geplaatst
Zie ook:
Als het aan de PVV ligt, komt Fatima het provinciehuis niet in
Statenlid Ajaouaau draagt hoofddoek uit protest tegen PVV en CDA
Meer over dokwerker, fatima elatik, hero brinkman, hoofddoekjesverbod, jorrit nuyens, pvv.
Reacties
Chris Vroomen - 16/03/2011 10:31
Wat je goed in de gaten moet houden is waarom het gebeurt. Is het uit onwetendheid en/of angst zoals dat bij gewone mensen vaak het geval is dan kan en moet je lopende zaken uitleggen.
Als echter haat tegen anderen word gepropageerd om het kapitalistisch stelsel en uitbuiting in het algemeen te verdedigen, zoals Wilder en de PVV dat doen, is het een misdaad - en mensen die zoiets doen horen gewoon in de gevangenis - punt.
Bernadette de Wit - 01/03/2011 21:50
Floris van den Berg - 01/03/2011 12:07
Hilda Passchier - 01/03/2011 12:05
Jorrit Nuyens verwoordt heel goed het gevoel van provocatie, woede en ontroering. Ik sluit me aan bij zijn conclusie dat we allemaal de verantwoordelijkheid hebben ons uit te spreken tegen alle vormen van uitsluiting, stigmatisering en discriminatie. Niet alleen de oppositiepartijen, en straks na de provinciale verkiezingen: de coalitiepartijen als er een provinciaal bestuur moet worden gevormd.