"Mijn zoon juicht niet voor Oranje"
In opinie door Ahmet Olgun op 14-04-2012 | 18:20
Tekst: Ahmet Olgun
Waarom voelde ik me, geboren in den vreemde, niet bezwaard om het Oranjefeest te vieren terwijl mijn zoon van Hollandse bodem bijna een kwart eeuw later dit gevoel niet heeft? Wat is er nu zo anders? Dat vraagt Ahmet Olgun zich af.
In 1988 stond ik langs de A2 onze jongens op te wachten die een paar dagen daarvoor op een fabuleuze wijze het EK-voetbal wisten te winnen. In Duitsland ook nog! Ik had mijn studentenauto volgehangen met oranjeversierselen. 24 jaar later zullen onze jongens - natuurlijk - wederom schitteren op het EK in Polen en Oekraïne. Maar mijn voetbalgekke zoonlief van 15 zal niet langs een van de grachten staan om de voetballers in te huldigen. Hij is geboren en getogen in de Zaanstreek maar Oranje is niet helemaal zijn team.
Mijn zoon is geen probleemgeval, allesbehalve. Hij zou de trots van elke ouder zijn. Hij is sociaal, heeft een groot verantwoordelijkheidsbesef, is trouw aan zijn vriendschappen. U begrijpt: mijn liefde voor hem is grenzeloos, en dat niet alleen omdat ik zijn vader mag zijn.
Waarom voelde ik me, geboren in den vreemde, niet bezwaard om het Oranjefeest te vieren terwijl mijn zoon van Hollandse bodem bijna een kwart eeuw later dit gevoel niet heeft? Wat is er nu zo anders?
Thuissituatie
Onze thuissituaties zijn anders. Mijn ouders spraken de taal niet. Ze hadden geen kennis van de Nederlandse samenleving. Al mijn belangrijke (school)keuzes moest ik zelf maken. Mijn ouders hadden geen weet van al mijn kattenkwaad op straat en op school. Ze gaven me wat in hun macht lag: liefde en geborgenheid.
Mijn zoon groeit op in een 'witte' woonwijk. Zijn moeder was amper zes maanden toen ze vanuit Turkije naar Nederland kwam, ik was dertien jaar. Wij zijn beiden, zoals dat heet, hoogopgeleid. Wij waren bezig met onze eigen ontwikkeling en carrière. Turks-zijn of Nederlanderschap boeide ons niet. We waren bezig een leuk bestaan op te bouwen voor onszelf en ons nageslacht. We probeerden hem het beste van beide culturen mee te geven. We staan hem bij met al onze liefde en kennis bij zijn school, zijn hobby's, zijn sociale leven. We hebben hem proberen mee te geven dat Nederland zijn thuisland is. Nederlands is de voertaal thuis. Mijn zoon spreekt, helaas, geen Turks. Toch voelt hij zich steeds meer Turks.
Van exotisch tot probleemgeval
De samenleving is de afgelopen tijd wezenlijk veranderd. Mijn aanwezigheid hier was toen nog exotisch, mijn zoon is een potentieel probleemgeval. Ik ga door het leven als een 'geslaagd' mens. Dit terwijl ik in vergelijking met mijn zoon een etterbak was. Ik ging niet altijd netjes om met gemeenschapsgoederen. En ook op school was ik niet altijd een lieverdje. Mijn leraren brachten het geduld op mij aan te spreken, net als mijn buren en de huismeester van de flat waar we woonden. Ze stuurden niet een keer de politie op me af als ik weer de brievenbussen in het portiek had opgeblazen met vuurwerk. Ik was hooguit een rotjoch, een puber die zijn weg nog moest vinden.
Onze enige openlijke 'bestrijder' toen was ene Hans Janmaat die nooit meer dan twee zetels in de Kamer wist te bemachtigen. Zijn tegenstanders waren andere fatsoenlijke burgers en politici. Dat gaf je als 'vreemdeling' het gevoel dat je in goede handen was. We konden rustig gaan slapen. Janmaat is ooit veroordeeld omdat hij riep: vol is vol. Tegenwoordig zijn er weinig politici in Den Haag die dit niet zeggen.
Politici negeerden kloof
Migranten werden in mijn tijd gepamperd. Als zielige burgers moesten wij op kosten van de gemeenschap leren naaien, fietsen, zwemmen. Onze moskeeën en culturele verenigingen schoten als paddenstoelen uit de grond. Als onze ouders niet wilden werken, werden ze moeiteloos arbeidsongeschikt verklaard. Velen zaten voor hetzelfde geld liever in het theehuis of in de moskee. En de Nederlandse taal hoefden ze al helemaal niet te spreken.
Dit alles wekte - terecht - wrevel in de samenleving. Politici negeerden de groeiende kloof. Ze wilden niet 'hard' zijn tegen 'zielige' migranten en daarmee hebben ze de migranten juist nog meer achtergesteld, grote schade toegebracht. Nu iedereen die enigszins met het buitenland gelinkt kan worden in een slecht daglicht is komen te staan, geven diezelfde partijen niet thuis. Erger nog, omwille van stemmen en bijbehorende zetels doen ze er nog een schepje bovenop.
Haatimam en haatpoliticus
Sinds 9/11 is alles erop gericht om het moslimgevaar in te dammen. Het minderhedenbeleid maakte plaats voor moslimbeleid. Fortuyn cultiveerde het gevoel van onbehagen. Deze charismatische politicus deed andere, ooit fatsoenlijke partijen inzien dat ze stemmen konden halen bij een groot deel van de - inheemse - bevolking. Benoem een probleem zo kortzichtig mogelijk, schuif de oorzaken in de schoenen van moslims en je partij stijgt in de populariteitspeilingen zonder dat je een probleem hebt opgelost. Zie Wilders en zijn PVV. 'Haatimam' is zo goed als opgenomen in de Van Dale, terwijl 'haatpoliticus' niet gezegd mag worden.
Migranten heten allochtoon, en dit alleen als ze problemen veroorzaken. Als ze goed kunnen voetballen, schrijven, schilderen, genezen, besturen, zijn het natuurlijk gewone Nederlanders. Maar anders is het geduld in de samenleving gewoon op. We kennen de criminaliteitscijfers onder moslims en migranten uit ons hoofd, maar onze ogen schieten uit hun bol als we lezen dat er duizend artsen van Turkse komaf zijn in Nederland. Duizend!
Verschillende vriendengroepen
Mijn zoonlief heeft twee even hechte vriendengroepen. De een is blank, de ander is meer gemengd. Als hij voetbalt met de gemengde groep vragen de buurtagenten regelmatig om zijn ID, nooit als hij op hetzelfde veldje speelt met zijn meer inheemse vrienden. Hij voelt een diepe afkeer jegens politici en bestuurders die weer eens pleiten voor een of andere harde maatregel die veelal bedoeld is tegen 'allochtonen', moslims of andere vreemde wezens. Hij voelt zich gekrenkt als hij een krantenkop ziet over criminele allochtonen of extreme moslims. 'Alsof wij allemaal crimineel en extreem zijn', zegt hij dan.
Mijn zoon hoort en leest bijna dagelijks dat de multiculturele samenleving mislukt is. De boodschap die overkomt is dan: jij bent mislukt, jij brengt alleen maar ellende met je mee, ik ben je liever kwijt dan rijk. Dan is het niet raar dat 30 tot 40 procent van de migranten zich niet thuis voelt in Nederland. Opvallend veel hoogopgeleide nazaten van migranten keren Nederland de rug toe en zoeken hun geluk elders. Ze zijn het politieke klimaat zat, bevestigt ook een onderzoek van Regioplan uit 2011. Onze politici die deze brain drain veroorzaken en zo de toekomst van ons land op het spel zetten, blijven liever praten over een handvol boerkadraagsters, achterlijke imams. Ze willen geloven dat jongeren crimineel zijn omdat ze Turks of Marokkaans zijn en niet vanwege hun sociaal-economische positie.
Puberende nazaten van migranten worden dagelijks onderworpen aan impliciete en expliciete uitsluiting. Van deze pubers verwachten we vervolgens dat ze al deze negativiteit enigszins moeten kunnen relativeren. Een onmenselijke opgave voor met hormonen gevulde lijven. Het is dat mijn zoonlief verstandiger is dan zijn vader. Was ik nu aan het puberen, dan hadden onze politici, bestuurders en opinieleiders in mij hun self-fulfilling prophecy.
Negatieve bejegening
Dus zeg ik tegen u, als vader en mede-burger: laten we eens ophouden met die te makkelijke negatieve bejegening. Laten wij ieder de ruimte geven om optimaal mee te doen en laten we mensen die niet mee kunnen doen samen helpen het maximale uit zichzelf te halen. En lui die ons hierbij dwarsbomen, pakken we samen aan, ongeacht hun afkomst, leeftijd, geslacht of wat dan ook. We moeten ons niet laten gijzelen door saboteurs, profiteurs, populisten, haatimams of -politici.
En laten wij onze inspanningen alsjeblieft niet als liefdadigheid beschouwen: dit doen wij op de eerste plaats voor onszelf, voor een betere samenleving waar wij allen in harmonie kunnen opgroeien en leven.
Mijn zoon? Die komt er heus wel met zijn persoonlijkheid en talenten, waar dan ook ter wereld. Laten we in het belang van dit land hopen dat hij kiest voor Nederland. Hij en zijn generatie, inheems of migrant, zijn mijn en ook uw toekomst.
Ahmet Olgun zit in de Amsterdamse gemeenteraad voor de PvdA. Dit artikel verscheen eerder in de Volkskrant en is in overleg met de auteur ook op Republiek Allochtonië geplaatst.
Meer over ahmet olgun, integratie, multicultureel onbehagen, oranje.