Migrant kan helemaal niet integreren
In opinie door David Pinto op 25-10-2010 | 14:38
Het wereldbeeld van immigranten staat haaks op dat van westerlingen. Maar met die kloof valt te leven. Dat stelt hoogleraar David Pinto. Hij bepleit invoering van strenge inburgeringscontracten. Hieronder zijn artikel.
Sinds enige tijd pendel ik als docent en onderzoeker tussen Israël en Nederland. Dat stelt mij in staat om op afstand de gebeurtenissen hier te bezien. Steevast spreekt men in Israël over Nederlanders als een naïef volk. In Israël gebruikt men hiervoor het Hebreeuwse woord fraaier; naïeveling. Die naïviteit betreft vooral de houding jegens moslims en Arabieren. Dat leidt tot onjuiste en misleidende argumentatie als het gaat om islamisering, Wilders en de PVV.
Neem Ruard Ganzevoort die in een opiniestuk in de Volkskrant (2 oktober) de gemoederen wilde sussen over de waarschuwing van Wilders voor ‘de tsunami van de islamisering’. Hij trok een vergelijking met wat hij de ‘tsunami van katholisering’ in de Nederlandse geschiedenis noemde.
Hij vergelijkt appels met peren. Het verschil tussen katholieken en protestanten, beide christenen, is niet te vergelijken met de afstand tussen moslims en christenen.
En als je toch de geschiedenis induikt, wees dan niet selectief. Neem eerdere migraties die Nederland kende, die van de hugenoten en de joden. De hugenoten zijn warm ontvangen vanwege geestelijke en sociale verwantschap met de ontvangende samenleving. De inpassing verliep vlot. Maar Joden (sefardim en asjkenazim), wier eigen geestelijke en sociale bagage veel meer verschilde van die van de Nederlanders, bleven drie eeuwen lang als vreemdelingen beschouwd. Dat gegeven is van eminent belang voor het heden en voor de toekomst.
Als de kloof met Joden die per slot van rekening uit Europa kwamen (Spanje, Portugal en Oost-Europa), al zo diep was, hoe zit het dan met groepen die op een nog grotere afstand staan van de autochtone Nederlanders, burgers van islamitisch-Arabische oorsprong? Hoe immens deze afstand in feite is, werd duidelijk aangetoond in een in 2002 gepubliceerd rapport van de VN, het Arab Human Development Report, geschreven door Arabische wetenschappers. De Arabische landen hebben volgens dit rapport tekortkomingen op drie cruciale punten: vrijheid, kennis en de positie van vrouwen.
De Arabische regio heeft de laagste participatie van vrouwen in de arbeidsmarkt ter wereld; in de Arabische regio van 22 landen met 280 miljoen inwoners, bestaat een wanverhouding tussen rijkdom en ontwikkeling en neemt de culturele kloof ten opzichte van de rest van de wereld toe. Op de index van burgerlijke en politieke vrijheden scoort de Arabische regio als geheel het laagst in de wereld; vrijwel alle Arabische landen worden autocratisch bestuurd. Niet voor niets bleek de belangrijkste wens van de bewoners zelf volgens het rapport: meer vrijheid.
Het tweede UNDP-rapport van een jaar later schetst opnieuw een somber beeld van de Arabische wereld. Het begint al bij de opvoeding. Die is volgens de onderzoekers in Arabisch-islamitische gezinnen vaak ‘autoritair’. ‘Dit vermindert de onafhankelijkheid en het zelfvertrouwen van het kind. Het bevordert passiviteit. Zelf vragen stellen en zelf initiatief nemen wordt niet op prijs gesteld.’ Ook een ander gegeven uit het rapport is van grote betekenis. Niet minder dan 38 procent van de Arabische bevolking is onder de 15 jaar, het hoogste percentage ter wereld. Het aantal inwoners in de Arabische landen zal toenemen van 280 miljoen naar 410 miljoen en mogelijk tot bijna 460 miljoen in 2020. En het rapport voegt daaraan toe dat meer dan de helft van de jonge Arabieren het liefst weg wil uit hun land. Reken maar dat Nederland zeer aanlokkelijk is.
Dit is wat Wilders en zijn PVV trachten te melden. Dit is ook het realistische beeld waarmee Wilders anderhalf miljoen kiezers heeft bereikt. Zijn ze daarom racisten? Zeker niet. Wilders is slechts de boodschapper. Wilders’ tegenstanders betichten hem van het veroorzaken van tweedeling. Een misplaatste angst. Immers, splitsing, tweedeling, afstand en kloof zijn er toch al. Bruggen bouwen, verbinden, pappen en nathouden oftewel ‘de boel bij elkaar houden’ is flauwekul. De kloof kun je niet dichten.
Het is hetzelfde als rokers en niet-rokers in dezelfde coupé willen proppen, koste wat het kost. Dit ‘verbinden’ kan niet, maar het hoeft ook helemaal niet. Rokers en niet rokers kunnen uitstekend met dezelfde trein reizen. Het kan best samen gaan: eenheid in verscheidenheid. Maar daarvoor is een geheel andere instelling nodig, zeker bij media, politici en andere beleidsmakers. De invloedrijke Amerikaanse psycholoog Abraham Maslow ontwierp een hiërarchie van menselijke behoeften die voor de gehele mensheid zou gelden. Het ultieme doel zou ‘zelfontplooiing’ zijn. Maar de top van die piramide geldt voor het Westen. Voor de rest van de wereld staan familie- en groepseer bovenaan. Dit kardinale verschil is in wezen de diepliggende oorzaak van het mislukken van zoveel beleid, initiatieven, faciliteiten en maatregelen. Blijven bekostigen van peperdure en nutteloze instanties als Forum in Utrecht draagt niets hieraan bij. Evenmin als het bekostigen van feestjes en religieuze manifestaties. Religie is een privé aangelegenheid en geen zaak voor de overheid. Kerst en Hanouka worden ook niet bekostigd. Waarom Ramadanfestival wel?
Toch is er wel degelijk een ‘modus vivendi’ denkbaar.
Tot nu toe worden steeds twee extreme oplossingen bepleit: segregatie of assimilatie (ook wel ‘integratie’ genoemd). Hierbij hebben migranten en hun kinderen maar één optie: zich identificeren met hun oude óf met de nieuwe cultuur. Dit is eendimensionaal. Er is een derde weg. Neem de resultaten van een grootschalig langjarig internationaal onderzoek onder migrantenjeugd in diverse landen. Deze resultaten zijn gepubliceerd in het boek: Immigrant Youth in Transition: Acculturation, Identity and Adaptation Across National Contexts’van John W. Berry e.a. (2006). De Canadese psycholoog Berry betoogt dat migranten vier houdingen kunnen aannemen: maximaal contact met de nieuwe omringende samenleving en minimaal eigen cultuurbehoud. In zo’n geval ondergaat hij assimilatie; minimaal contact met de nieuwe omringende samenleving en maximaal eigen cultuurbehoud. Dit leidt tot collectieve afzondering; minimaal contact met de nieuwe omringende samenleving en ook minimaal eigen cultuurbehoud wat leidt tot marginalisering. En de vierde houding: maximaal contact met de nieuwe omringende samenleving én ook maximaal eigen cultuurbehoud. Dit is de beste houding, die leidt tot volwaardige deelname en participatie. Jongeren die voor de laatste houding kiezen, willen het beste van beide werelden en laten dat ook blijken in hun identiteitsbeleving, het aangaan van relaties, het gebruik van taal, hun voorkeuren voor muziek en films. Deze categorie zit ook het lekkerst in zijn vel, scoort goed op zelfvertrouwen, tevredenheid met eigen leven, schoolprestaties en sociaal gedrag.
In mijn eigen werk bepleit ik sinds jaar en dag wat ik de ‘Drie-Stappen-Methode (DSM) noem: het overbruggen van verschillen met behoud van ieders eigenheid. De twee eerste stappen beogen een ‘Dubbel Perspectief (DP): het leren kennen van het eigen perspectief én het perspectief van de ander, de nieuwe omgeving. Deze aanpak leidt tot verbreding en verrijking van de eigen ‘bagage’ van de migranten. De derde stap van mijn DSM pleit voor het helder en duidelijk grenzen trekken voor de niet ‘onderhandelbare’ kwesties, zoals de vastgestelde wettelijke regels en andere diepliggende ‘kernwaarden’.
Maar hoe leren immigranten ons perspectief te zien? Het beste voorbeeld komt uit Israël, middels het zogeheten Ulpan-systeem dat centraal is geregeld en voor iedere immigrant geldt. Kernelement is maatschappij-oriëntatie, door middel van praktijkgevallen. Immigranten leren te zien door ogen van autochtonen zonder dat ze hun waarden hoeven over te nemen. Wie zo’n traject doorloopt, heeft een dubbel perspectief verworven. Een simpel voorbeeld: een Marokkaanse jongen weet dat hij zijn vader niet recht in de ogen mag zien (gebrek aan respect), terwijl het bij Israëli’s (en Nederlanders) net omgekeerd is. Leert hij dat niet inzien, dan zal een Nederlandse werkgever hem niet recht door zee vinden.
In 1979 heb ik op basis van mijn ervaringen op scholen als Consulent Anderstaligen gepleit voor inburgeringscontacten van maximaal zes maanden, compleet met stoomcursussen Nederlands. Wie zijn verplichtingen niet na zou komen, zou geen verblijfsvergunning krijgen en terug moeten. Hard maar eerlijk. In 1994 presenteerde ik (opnieuw) uitgewerkte voorstellen in mijn boek ‘Het virus cultuurverschillen’ aan Frits Bolkenstein en de VVD, die ze omarmden. Merkwaardig overigens en bijzonder vreemd, is het dan dat antropoloog Han Entzinger claimt dat hij de bedenker is hiervan. Het is zo’n evident en aantoonbaar geval van schending van auteursrechten! Pronken met andermans veren, Wat beweegt de man dit te doen? Maar dit terzijde. De inburgeringcursussen zijn er gekomen, maar de sancties zijn op z’n Nederlands verwaterd.
De tijd lijkt nu eindelijk rijp om immigratie, de problemen én de mogelijkheden serieus te nemen. Daarom bepleit ik herinvoering van strikte inburgeringscontracten.
Prof. dr. David Pinto. Een ingekorte versie van dit artikel is in de Volkskrant van 23 oktober 2010 verschenen.
Meer over david pinto, integratie, pvv, wilders.
Reacties
Antoine Berben - 26/10/2010 18:18
Waarom zou de man geen gelijk kunnen hebben eigenlijk, enkel maar omdat zulks u niet past?
tijno venema - 26/10/2010 10:58
Cultuurverschillen zijn belangrijk, maar de perceptie van die verschillen is meestal veel belangrijker. Vaak kloppen de 'gevestigden' die verschillen op om de 'buitenstaanders' door middel van groepsetiketten op hun plaats te houden en (gedeeltelijk) uit te sluiten. Dat is precies wat Wilders doet, die bovendien met de 'oplossing' komt om de islam in Nederland uit te roeien, alleen al door zijn koranverbod. Gematigde moslims hebben van hem niets te vrezen, behalve dat ze hun koran mogen inleveren. De gemiddelde Nederlandse moslim is inhoudelijk trouwer aan de Grondwet en in dat opzicht 'Nederlandser' dan Wilders (en velen uit zijn achterban) die immers de Grondwet wil veranderen om te kuinnen discrimineren.
Fred Nagtegaal - 25/10/2010 16:43
Verder de opmerking van Erdogan over het veel hoger aantal vrouwen dat in Turkije de top bereikt, tov het aantal in Nederland.