Maak van islamkritiek geen racisme
In opinie door Marieke Slootman op 30-05-2016 | 22:31
De meeste negatieve uitlatingen over de islam hebben meer te maken met stereotypering – met racisme – dan met zorgvuldige kritiek. Laten we deze kritiek niet richten op ‘de islam’ en ‘de moslims’. Het is beter deze kritiek te formuleren in termen van specifieke gebruiken en opvattingen die ‘we’ ‘onwenselijk’ vinden. Dat schrijft Marieke Slootman.
De discussie over de manier waarop islam en moslims in Nederland besproken worden is een interessante. In de Volkskrant was dit thema de laatste weken onderwerp van debat. Ik kan me, als burger en socioloog, sterk vinden in Martijn de Koning’s constatering (De Volkskrant, 7 mei) dat op basis van de islam een groep burgers als moreel inferieur wordt beschouwd en wordt uitgesloten van de nationale ‘wij’. De Koning spreekt daarom van ‘racialisering’ van moslims en van racisme. Tegelijkertijd is de waarschuwing van Jonathan van het Reve (De Volkskrant, 13 mei) zeer legitiem. Hij beargumenteert dat het bestempelen van islamkritiek als racisme een open en gelijkwaardige samenleving bedreigt, doordat elke kritiek op de islam zo in de kiem wordt gesmoord.
Karikaturale stereotypen doen individuen te kort
Echter, hebben we het wel over islamkritiek? Negatieve uitlatingen over islam en gerelateerde stereotypen over moslims betreft in veel gevallen geen geïnformeerde, rationeel onderbouwde kritiek op specifieke gebruiken of denkbeelden. Vaak worden kwalificaties zoals ‘gevaarlijk’, ‘achterlijk’ of ‘onwenselijk’ gebruikt in relatie tot de aanwezigheid van de islam (en dus van moslims) in haar algemeenheid, bijvoorbeeld met betrekking tot buurtbewoners, moskeeën, scholen en asielzoekercentra. Deze kwalificaties zijn gebaseerd op een stereotype beeld van moslims, dat op zijn beurt is gebaseerd op een karikaturaal beeld van ‘de islam’ als fundamentalistisch, conservatief, intolerant, agressief, en onverenigbaar met ‘de Nederlandse cultuur’ (alsof iedere Nederlander even geëmancipeerd, seculier en homotolerant is).
Het ontneemt zeggenschap over eigen identiteit
Ondanks dat mensen, en dus ook moslims, niet passief en zonder zelfbeschikking zijn, ontneemt zulke dwingende etikettering moslims een groot deel van hun zeggenschap over hun identiteit in bepaalde situaties. Dit is ook voor mensen die zichzelf moslim noemen onwenselijk. Daarnaast ontneemt de krachtige karikatuur van de islam hen de mogelijkheid om zelf naar voren te brengen wat de islam voor hen betekent. Ondanks dat het heilige boek voor iedereen gelijk is en ze zich in Van het Reve’s woorden ‘toch echt allemaal moslim noemen’, is er onder moslims – net als onder andere religieuzen – namelijk veel variatie in beleving.
Label ‘racisme’ blokkeert rationele islamkritiek
Het is deze alomtegenwoordige stereotypering en de dwingende labeling – die gelijkwaardigheid en insluiting blokkeren – die een sterke parallel vormen met racisme: mensen worden bestempeld als minderwaardig, als on-volwaardig onderdeel van de samenleving, op basis van definities die op een gehele categorie burgers geprojecteerd worden. Dit gaat veel dieper dan losse opmerkingen van individuele politici. Ondanks dat mensen hun eigen uitlatingen als losstaand zien, vormen individuele uitlatingen patronen die een bepaald maatschappijbeeld weerspiegelen, met ingrijpende standpunten over (morele) inferioriteit en dus over macht, zeggenschap en subordinatie. In het geval van de islam sluit dit maatschappijbeeld aan bij een mondiaal verhaal van een ‘clash-of-civilizations’. Zowel de eigen cultuur als die van de ander worden hierin afgebeeld als eenvormige en harmonieuze entiteiten; een goede respectievelijk slechte karikatuur. We hoeven maar een blik te werpen op de verscheidenheid in Nederland en op de gewelddaden tussen burgers in het Midden-Oosten om de absurditeit van dit beeld te zien.
Is er dan inderdaad sprake van racisme? Naast de parallellen zijn er ook verschillen tussen het negatieve islambeeld en racisme. Racisme is onmogelijk los te zien van de geschiedenis van slavernij, van een wereldwijd systeem van langdurige, diepgaande uitbuiting en ontmenselijking, en zit als zodanig waarschijnlijk dieper in het DNA van de samenleving. Daarnaast is er het verschil dat Van het Reve belicht en dat een reden vormt het label racisme in de context van islam te vermijden. In tegenstelling tot bij racisme gaat in het in het geval van de islam over een ideologie; het gaat over gebruiken en denkbeelden (weliswaar in vele varianten). En die mogen in een democratische samenleving niet automatisch gevrijwaard zijn van kritiek. Hoewel de meeste negatieve representaties van de islam meer te maken hebben met stereotypering en achterstelling (met racisme) dan met zorgvuldige islamkritiek, lopen we het risico dat het label racisme ook rationele islamkritiek blokkeert. En dat is een onwenselijke situatie.
Genuanceerd kritisch zijn op specifieke gebruiken en opvattingen
Wat valt er nu te leren van deze discussie? Ten eerste is het belangrijk vast te stellen dat een negatieve stereotype representatie van de islam en het labelen van moslims als (primair) moslim onderdeel vormen van een systeem van uitsluiting, en dat dit in veel gevallen niet gaat om een zorgvuldig geformuleerde kritiek op gebruiken en opvattingen van (sommige) moslims. Hoewel deze stereotypering en stigmatisering uitdrukkelijk bestreden moeten worden, geldt dit niet voor alle vormen van islamkritiek.
Laten we deze kritiek niet richten op ‘de islam’ en ‘de moslims’. Het is beter deze kritiek te formuleren in termen van specifieke gebruiken en opvattingen die ‘we’ ‘onwenselijk’ vinden. Hierbij moeten we niet alleen zorgvuldig formuleren wat we onwenselijk vinden (niet ‘de islam’, maar misschien het gebruik van boerka’s dragen in de publieke ruimte), maar ook onder welke condities en waarom (als dit onder dwang gebeurt of daadwerkelijk de veiligheid in gevaar brengt), en wie deze ‘we’ dan zijn (iedereen die vindt dat ook vrouwen recht op zelfbeschikking hebben). Dan worden discussies een stuk inhoudelijker, en vallen scheidslijnen niet per se tussen moslims en niet-moslims, maar bijvoorbeeld tussen geëmancipeerden en traditionelen, progressieven en conservatieven, of tussen democraten en niet-democraten. Maar laten we bovenal met zijn allen goed overwegen in hoeverre we in Nederland burgers niet alleen wetten, maar ook normen en waarden willen voorschrijven.
Marieke Slootman is socioloog en maakt deel uit van de onderzoekscommissie Diversiteit aan de Universiteit van Amsterdam. Dit stuk verscheen eerder op socialevraagstukken.nl en is in verleg met de auteur ook op Republiek Allochtonië geplaatst. Meer van Marieke Slootman op Republiek Allochtonië hier.
Zie ook: Over de racialisering van moslims. Martijn de Koning reageert op kritiek
Over moslimhaat op Republiek Allochtonië
Republiek Allochtonië besteedt aandacht aan alle vormen van discriminatie, met speciale aandacht voor antisemitisme en moslimhaat. Wij geven in onze eigen teksten meestal wel de voorkeur aan de term moslimhaat boven de term islamofobie. Meer over de terminologie op polderislam of lees Moslimdiscriminatie registreren of islamofobie?
Meer over moslimhaat/islamofobie op dit blog hier.
Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door ons te steunen. Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook. .
Meer over islamofobie, marieke slootman, moslimhaat.
Reacties
De Graeve Freddy - 31/05/2016 12:06
Als men er dan achter komt dat ik met een "westerling/heiden" samenwoon, dan wordt ik uitgespuwd.
Ja ik heb kritiek op DIE islam. De Islam van sommige mensen, die anderen veroordelen zonder naar het innerlijk te kijken. Die de liefde die ik in mijn relatie ervaar als onecht en duivels zien.
M.i. is dat de echte Islamfobie..