Laten we de scheidslijnen doorbreken

In opinie op 10-11-2013 | 18:32

Anne-Ruth Wertheim sprak gisteren tijdens de Kristallnacht herdenking in Amsterdam, die was georganiseerd door het Platform Stop Racisme en Uitsluiting. Hieronder haar tekst.

We willen nooit meer laten gebeuren dat er bevolkingsgroepen worden aangevallen omdat andere bevolkingsgroepen zijn gaan geloven dat er iets verkeerd aan ze is.

Het geweld in de Kristallnacht kwam niet uit de lucht vallen, maar brak uit nadat jarenlang de geesten rijp waren gemaakt. Het moment was aangebroken waarop in de hoofden van genoeg mensen het waanidee had postgevat dat de Joden de oorzaak waren van alle maatschappelijke ellende.

Iets dergelijks zie je nu opnieuw in Europa gebeuren. Het mechanisme is identiek. Er worden racistische vooroordelen in omloop gebracht over bepaalde bevolkingsgroepen, bij voorkeur over groepen die op de één of andere manier uiterlijk herkenbaar zijn. Veel van die vooroordelen lijken verdacht veel op wat er gezegd werd over de Joden, in het bijzonder de aantijgingen die angst moeten inboezemen: dat ze een griezelige religie hebben, onbetrouwbaar en gevaarlijk zijn, banen inpikken, crimineel zijn en de hele wereld willen overheersen.

Angst is niet zelden de ultieme impuls tot doden. Toch gelooft een veel te groot deel van de omstanders van tegenwoordig nog – onder hen ook veel goedwillenden – dat het zo’n vaart niet zal lopen. Zij houden vol dat al die negatieve kwalificaties moeten mogen, vanwege de vrijheid van meningsuiting. Ze hebben niet in de gaten dat haat en angst zaaien altijd sluipend gebeurt. Geniepig nestelen de haat en de angst zich stukje bij beetje in de hoofden en daar zijn ze moeilijk weer uit te krijgen.

Er is geen twijfel aan dat in Europa en ook hier in Nederland processen van uitsluiting gaande zijn en dat massale uitbarstingen van geweld tot de mogelijkheden zijn gaan horen.

Maar we hoeven dat niet lijdzaam af te wachten. Er is nog tijd om de scheidslijnen te doorbreken!

Uitsluiting hoeft niet alleen betrekking te hebben op minderheden. Ook meerderheden kunnen worden buitengesloten en gediscrimineerd. Dat gold voor het Apartheidsregime in Zuid Afrika en ook voor het koloniale Nederlands Indië, waar ik ben geboren. Daar was het juist de grote meerderheid van Indonesiërs en Chinezen die werd buitengesloten.

Op mijn witte lagere school zaten geen Indonesische kinderen. En in het zwembad kwamen ze evenmin. Ik vond dat allemaal doodgewoon. En wat erger is: ik ben er vrij zeker van dat in mijn kinderhoofd toen al flarden rondspookten van de racistische stereotypen waarmee deze uitsluiting werd gerechtvaardigd: Indonesiërs waren nu eenmaal dom en lui.

Toen ik zeven jaar oud was werd mijn koloniale luxeleventje van de ene op de andere dag op zijn kop gezet en hoorde ikzelf tot een uitgesloten minderheid waarover negatieve kwalificaties de ronde deden. De Japanners bezetten Nederlands Indië en stopten alle blanken jarenlang achter prikkeldraad. We leden honger, zaten onder de luizen, er waren geen medicijnen en er gingen elke dag mensen dood – ook kinderen. Om ons in bedwang te houden ranselden de Japanners vrouwen en moeders af en daar moesten wij allemaal naar kijken.

Maar al gauw drong tot me door dat vluchten geen enkele zin had: niet alleen de zichtbare scheidslijn van het prikkeldraad hield ons gevangen, ook een onzichtbare. Onze witte huidskleur zou ons buiten het Jappenkamp onmiddellijk verraden, tussen de Indonesiërs, de Chinezen en de Japanners.
Opvallen in een meerderheid waar vooroordelen heersen over de minderheid waarbij men jou heeft ingedeeld, daarvan kan ik me sindsdien een levendige voorstelling maken.

Voor alle mensen hier in Europa met een donkere of zogenaamd ‘getinte’ huidskleur is zo’n gevoel de dagelijkse werkelijkheid. Aan hen wordt te pas en te onpas gevraagd waar ze vandaan komen. En in het verslechterde klimaat van nu, waarin zij veel maatschappelijke problemen in de schoenen geschoven krijgen, heeft die vraag al gauw het karakter van een ter verantwoording roepen.

Mensen die zelf nooit hebben ervaren hoe het voelt om tot een zichtbare minderheid te horen, hebben de grootste moeite zich daarin te verplaatsen. Dat werd pijnlijk duidelijk in de recente discussies over Zwarte Piet.

Uitsluiting en vervolging zijn onlosmakelijk verbonden met scheidslijnen trekken tussen bevolkingsgroepen. Het moet immers duidelijk zijn wie er wel bijhoren en wie er buiten vallen.

De Nazi’s ontwierpen ingewikkelde regelingen om de scheidslijn te trekken tussen wie ze wel en wie ze niet gingen vermoorden. Het maakte uit hoeveel van je vier grootouders joods waren en hoeveel niet-joods. En als je getrouwd was met een niet-Jood, kon je nog een tijdje de dans ontspringen.
Ook de Japanners worstelden met het probleem wie ze wel en wie ze niet in de kampen zouden stoppen; mensen die half Indonesisch/half Nederlands waren, hoefden er meestal niet in. Maar wat moesten ze beginnen met degenen die kwart Indonesisch waren?

Dat de scheidslijnen niet altijd scherp te trekken waren, was niet alleen lastig voor de Duitse en Japanse fascisten zelf. Het maakte ook dat hun slachtoffers werden gedwongen tot vaak wanhopige persoonlijke keuzen.

Bijna niemand weet dat niet alleen de Duitsers de Joden van de niet-Joden scheidden, maar dat de Japanners dat ook deden – opgestookt door de Nazi’s, dat wel. Daarom ben ik ontzettend blij dat het Joods Historisch Museum op dit moment bezig is een tentoonstelling te maken over de Joden in Indië die volgend jaar juli geopend wordt.

Ik zat met mijn moeder, die niet joods was en mijn zusje en broertje in een vrouwenkamp. Mijn vader die wel joods was, zat ver weg in een mannenkamp en we hadden geen idee of hij zich wel of niet als joods had opgegeven. Mijn moeder kwam voor een onmenselijke keuze te staan. Als ze opgaf dat wij, haar kinderen, halfjoods waren, liep ze het risico dat we bij haar werden weggehaald en apart naar het joodse kamp gestuurd. Ik zag de paniek in haar ogen. Maar als ze het geheim zou houden en iemand zou ons verraden – ‘Wertheim’ is immers een bekend joodse naam – zouden er zeker wrede straffen volgen. Ze heeft toen gelogen dat ze zelf ook joods was, zodat wij ‘heel joods’ waren en zo zijn wij samen met haar naar het joodse kamp getransporteerd.

Dat was wel erger dan het kamp waar we uit kwamen, maar lang niet zo erg als wat er op dat moment in Europa gebeurde met de Joden, de Sinti en Roma, gehandicapten en homoseksuelen. Daar is toen ook vrijwel mijn hele joodse familie van vaderskant omgebracht. En mijn grootouders hadden zelfmoord gepleegd op de dag dat Nederland capituleerde voor het Duitse leger.

Sommige mensen vinden dat halfjoods niet bestaat, je bent joods of je bent het niet; je moet kiezen waar je bij hoort. Automatisch hoor je dan dus niet bij de overigen. Maar ik wil zowel bij de Joden horen als bij de niet-Joden. Ik wil niet meer apart worden gezet, door niemand. En ik denk dat dat geldt voor heel wat mensen, want het is voor niemand goed om stukken van je afkomst los te moeten laten of zelfs te verbergen.

In Europa leven nu al grote aantallen mensen die half Marokkaans zijn of kwart of driekwart, of half Turks, of kwart Roma, Sinti, Indonesisch, Mexicaans, Chinees, Antilliaans, Surinaams of Pools of hoe dan ook. En we kunnen er zeker van zijn dat hun aantal in de toekomst sterk zal toenemen!
Laten we zorgen dat zij zich hier allemaal even thuis zullen voelen als alle andere mensen. Even thuis ook als alle migranten die wel ‘heel’ zijn: heel Marokkaans, heel Turks, heel Antilliaans, Surinaams, Pools, enzovoort. En natuurlijk ook precies even thuis als alle mensen die hier al eeuwenlang wonen, waar ze ook maar vandaan zijn gekomen en wanneer dat ook maar geweest is!

Laten we degenen in Europa die erop uit zijn om bevolkingsgroepen apart te zetten om ze vervolgens te kunnen discrimineren, niet in de kaart spelen door zelf scheidslijnen tussen bevolkingsgroepen aan te brengen. Hoe meer tussenvormen er zijn die nergens bij kunnen worden ingedeeld omdat alles in elkaar overloopt, hoe moeilijker het zal zijn om racistische vooroordelen los te laten op afgebakende bevolkingsgroepen.

En dan zal er ook geen nieuwe Kristallnacht meer uitbreken.

Anne-Ruth Wertheim is publiciste. Zij sprak deze tekst tijdens de Kristallnachteherdenking in Amsterdam die werd georganiseerd door het Platform Stop Racisme en Uitsluiting. Op het weblog Abu Pessoptimist staat de speech van Lalla Weis (coördinator van de Landelijke Sinti Organisatie). Er waren in Amsterdam twee herdenkingen van de Kristallnacht.

Lees ook het artikel van Maarten Jan Hijmans op dit blog naar aanleiding van een column van Elma Drayer.
De foto is van Anja Meulenbelt.

Lees ook van Anne Ruth Wertheim op dit blog Uitbuitingsracisme en competitieracisme

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook. Republiek Allochtonië (voorheen Allochtonenweblog) bestaat 7 jaar. Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.

 

 



Meer over anne-ruth wertheim, antisemitisme, kristallnacht, platform tegen racisme en uitsluiting, racisme.

Delen: