Knuffelen en thee drinken? Dat is goed.
In opinie door Lody van de Kamp op 31-03-2013 | 21:25
Tekst: Lody van de Kamp en Ibrahim Wijbenga
Een aantal Turkse jongeren uit Arnhem, met niet mis te verstane uitspraken over Joden, zetten de voelhorens met betrekking tot antisemitisme in ons land weer op scherp. Een opiniestuk in de Volkskrant over de toestand in België onder de kop 'Antisemitisme onder jonge moslims is fundamenteel en diepgeworteld' verhevigt de discussie nog eens extra. Professionele organisaties laten via de sociale media zoals Twitter en Facebook al enkele dagen weten hoe vreselijk het allemaal is en roepen luid om onderzoeken en analyses voordat de situatie helemaal uit de hand loopt.
Ibrahim, de ene schrijver van dit artikel, schreef in 2010 in de landelijke pers een reactie op uitspraken van VVD-er Bolkestein over antisemitisme: ‘Moslims moeten samen met de Joden één front vormen tegen vreemdelingenhaat’. Lody, de andere auteur van dit artikel, reageerde met het antwoord dat zo een front eigenlijk al bestaat. Moslims in Nederland spannen zich hiervoor in. Sindsdien zijn wij samen opgetrokken. Deze samenwerking kreeg een extra dimensie in de strijd om het ritueel slachten in ons land veilig te stellen.
De afgelopen weken zijn, met name vanwege de uitspraken van de jongens in Arnhem, de contacten tussen Islamitische en Joodse werkers met die jongeren nog eens extra onder de loep genomen. Natuurlijk gaat het niet aan om de gedane uitspraken over Joden ook maar enigszins te bagatelliseren. Wat aangepakt moet worden moet worden aangepakt. Daar is geen discussie over. Maar over elkaar heen buitelende politici, journalisten en discriminatiewerkers die vanachter hun bureau allerlei visies en noodkreten de wereld in sturen helpen het probleem beslist niet uit de wereld. Er is maar één manier om dat te doen. En dat is door contacten te leggen. Het enige wat een Jood kan overtuigen dat niet iedere Moslim hem haat en wat een Moslim kan bewegen anders te denken over Joden dan dat hij een zwendelaar of een bezetter is, is door hen met elkaar in contact te brengen.
Wij horen het al weer op ons afkomen. “Daar heb je ze weer, de knuffelaars, de theedrinkers”. Ja, knuffelaars en theedrinkers. En dat is goed. Het zijn alleen maar de gesprekken en de dialogen geweest die een Joodse begraafplaats in Amsterdam door Marokkaanse jongeren heeft doen opknappen. Het waren de gesprekken en de dialogen die 90 Islamitische, Joodse en Christelijke leerlingen bij een afstudeerproject van de Hogeschool van Amsterdam in een uniek samenwerkingsproject bijeen heeft gebracht. Het is het gesprek en het contact dat er voor gezorgd heeft dat een Moslim, die over een Jood alleen maar wist dat je de rechter arm opsteekt en Sieg Heil roept, in het Anne Frankhuis kijkt naar de beelden van de moedige Miep Gies. En dan over deze moedige hulpverleenster van de familie Frank zegt: “Nu weet ik wat stoer doen is”.
Met knuffelen en theedrinken is niet iedereen blij. Het genereert geen fondsen voor diepgaande studies of groots aan te pakken projecten. Het geeft weinig profileringskansen voor competente organisaties. Wat het wel doet is het probleem bij de wortel aanpakken.
En dan heb je een aantal van die ‘boosdoeners’ gesproken. Maar dan? Je moet de massa aanpakken die daar achter zit. Hoe bereik je de ouders, de schoolomgeving, de broertjes en zusjes, de vrienden en vriendinnen? Ook daar bestaat een oplossing voor. En dat is een oplossing die wij ook inmiddels hebben ervaren en toegepast. Diegenen met wie wij de eerste gesprekken hebben, die met het theeglas tegenover ons aan tafel zitten, die gaandeweg leren wat een Jood of in de andere situatie een Moslim is, die worden vanzelf tot rolmodel. Die pakken hun rol op. En dat wordt al heel gauw zichtbaar in die leefomgeving van familie en school.
Natuurlijk kun je dit niet alleen bereiken. Een heel belangrijke factor is de rol van de eigen organisaties, de synagogen en de moskeeën, de docenten en de jongerenwerkers. Zij zijn diegenen die de rolmodellen moeten ondersteunen. Het is onze ervaring van de laatste jaren dat dit de weg is hoe het werkt.
‘Theedrinken en knuffelen’ genereert geen erkenning voor hen die er mee bezig zijn. Wel toont het onze wederzijdse jeugd hoeveel overeenkomsten zijn tussen Moslim-jongeren en Joodse jongeren. Het toont hun dat gezamenlijk optrekken kansen schept voor beiden in onze ingewikkelde samenleving.
Wij hebben het over kwetsbare jongeren die vaak een moeizame plek hebben vanuit de thuis- of schoolsituatie. Kinderen wier toekomst sterk afhankelijk is van de kansen die de samenleving hun biedt. Aan lobbygroepen hebben deze jongeren niets. Wel aan persoonlijke aandacht en stimulans. Gelukkig, om ons heen kijkend, zijn er velen die het dagelijks contact met deze jongeren hebben, die onze visie delen en op deze manier toekomstgericht met hun aan het werk zijn.
Ibrahim Wijbenga is jongerenwerker. Lody B. van de Kamp is lid van de Zevenmanschap Amsterdam. Dit artikel verscheen eerder in Trouw en is met toestemming van de auteurs op Republiek Allochtonië geplaatst.
Links:
'Antisemitisme onder jonge moslims is fundamenteel en diepgeworteld' en lees ook de reactie op dit artikel van Dilan Yesilgöz Van korte bochten wordt nietmand beter
Meer artikelen op blog over antisemitisme hier
Zie ook over samenwerking moslims en joden op dit blog
Veiligheidspact tegen discriminatie
Gezamenlijk statement van joden, moslims en homoseksuelen tegen discriminatie en geweld
Hand in hand van moskee naar sjoel, naar kerk
Joodse Marokkanen in Nederland: groene of blauwe ster
Marokkaanse en joodse jongeren knappen joodse begraafplaats op
Bezoek Israelische studenten aan moskee in Zeist (filmpje op YouTube)
Meer over antisemitisme, ibrahim wijbenga, joden, lody van de kamp, moslims.