Israëlis in Nederland: onopvallende ondernemers
In opinie door Floris Meijer op 28-09-2012 | 00:18
Nederland telt naar schatting zo’n 10 tot 15 duizend Israëlische migranten. In vergelijking met de grotere en meer gevestigde groepen migranten in Nederland - gastarbeiders (Marokko, Turkije, Italië), vluchtelingen (Irak, Afghanistan) of mensen afkomstig uit voormalig Nederlandse koloniën (Suriname, Indonesiërs) - vormen zij een bijzondere groep migranten. Veelal zijn het succesvolle ondernemers die met hard werken zich economisch zelfstandig hebben gemaakt. Het uitnutten van hun ondernemende instelling maakt Israëlis een van de meest succesvolle migranten van Nederland.
Tekst: Floris Meijer
Israëlische migranten, Israelische Nederlanders en Israëlische expats vormen een groep nieuwkomers die op het eerste gezicht weinig lijkt op te vallen. De groep is veelal zelfvoorzienend, kent in vergelijking met andere groepen nieuwkomers relatief lage criminaliteitscijfers en geluiden van overlastgevende Israëlis zijn er nauwelijks. Sommigen trouwden met een Nederlander en werden genaturaliseerd, anderen kwamen naar Nederland om te werken als expat. Een deel van hen is hier slechts een deel van het jaar en overwintert in het warme Israël. Kortom, een interessante groep migranten die specifieke kenmerken vertoont. Maar wie zijn het en waar houden ze zich mee bezig? En waarom wordt er zo weinig over de Israëlische gemeenschap gesproken?
Omvang
Het aantal migranten met een Israelische achtergrond in Nederland is niet met zekerheid te zeggen. Er is recent slechts een aantal bredere onderzoeken gedaan naar het aantal Israëlis in Nederland. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) telde Nederland in 2012 officiëel 8.500 Israëlische Nedederlanders, waarvan ruim de helft eerstegeneratie allochtonen zijn die met name in de jaren tachtig van de vorige eeuw naar Nederland kwamen. Volgens cijfers van het Joods Maatschappelijk Werk (JMW) telde Nederland in 2009 zo'n 10.000 Israëlische migranten en expats. Ook het CIDI deed eerder onderzoek naar het aantal Israelische migranten in Nederland en kwam uit op een aantal van circa 15.000. De Nederlandse overheid lijkt niet secuur te monitoren hoeveel Israëlis er Nederland in en uit gaan en ziet ook geen prioriteit in het volgen van deze groep migranten.
Israëlische Nederlanders – waarvan veruit het merendeel een Joodse achtergrond heeft, daarover hieronder meer – dienen te worden onderscheiden van de Joodse gemeenschap die al vele honderden jaren in Nederland bestaat en waarvan de leden volledig zijn geïntegreerd in de Nederlandse samenleving. De schattingen van het aantal Joden dat op dit moment in Nederland woont lopen uiteen van 35.000 tot 52.000 (bron: CIDI; Joods Maatschappelijk Werk).
Overigens wordt met Israëlis in de media en de literatuur veelal bedoeld joodse migranten afkomstig uit Israël. Het aantal Arabieren – veelal met een Islamitische, Christelijke, of anderszins niet-joodse achtergrond – afkomstig uit Israël dat in Nederland verblijft is echter vele malen kleiner dan het aantal joodse Israëlis. Complex gegeven is echter dat een deel van de (joodse) Israëlis woonachtig in Nederland van Arabische of Perzische afkomst is, voornamelijk afkomstig uit landen als Jemen, Egypte, Irak of Iran (de zogenaamde Mizrahim). Voorts is er een groep Nederlandse Joden dat in Israël woont en veelal via alia [het leerstuk van de ‘terugkeer’ van Joden in de diaspora naar Israël red.] Israelisch staatsburger is geworden.
Integratie
Een van de redenen waarom Israëlis zo weinig opvallen lijkt te liggen in hun succesvolle integratieproces. De meesten vinden via hun sociale netwerken binnen korte tijd hun weg in Nederland. Velen leren in korte tijd de Nederlandse taal en inburgeringscursussen – van overheidswege opgelegd dan wel vrijwillig gevolgd – worden succesvol afgerond. Voor een groot deel van de migranten is deze klassieke integratie echter niet aan de orde. Migranten en expats die slechts een deel van het jaar in Nederland verblijven hebben geen verplichting te integreren en vinden hun weg zonder het Nederlands machtig te zijn.
Een aantal van de Israëlische Nederlanders heeft zelforganisaties opgericht, zoals de groep Gate48 een platform voor kritische Israëlis dat werd opgericht door drie Israelisch-Nederlandse vrouwen. Andere organisaties die zich richten op de Israelische gemeenschap zijn het onder meer het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI), een lobbyorganisatie voor Joodse Nederlanders en Israëlis in Nederland, en de organisaties Kaits, Mifgash en Tsavta. Deze laatste organisaties richten zich met name op de Israëlische cultuur in Nederland. Verder zijn er diverse Israëlische religieuze organisaties.
Weinig criminaliteit
Een tweede reden waarom Israëlis als groep weinig opzien baren is dat de overheid geen sociale problemen ervaart. Criminaliteitscijfers onder Israelische migranten zijn in vergelijking met andere migrantengroep relatief laag. In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw kwam de Israëlische maffia nog regelmatig in het nieuws, onder meer vanwege zaken rond afpersing in de vastgoedwereld en witwassen van drugsgelden. Een van de bekendste namen uit de vermeende Israëlische onderwereld is die van de familie Barazani, die onder meer op het Damrak in Amsterdam vastgoed in handen had, maar vanwege de wet Bibob het merendeel van hun vastgoed verloor aan de gemeente Amsterdam. Vorige week meldde Het Parool nog dat de ‘Barazani-clan’ de laatste jaren met haar zaken is neergestreken in het buitenland, onder meer in Costa Rica. Ook de georganiseerde misdaad onder Israelis is het laatste decennium sterk teruggedrongen. Uit onderzoek van de antropologe Dina Siegel bleek overigens dat een deel van die 'Israëlische’ maffia bestond uit genaturaliseerde Russen.
Ondernemers
Naast lage criminaliteitscijfers en een succesvol integratieproces is de economische zelfstandigheid van Israëlis in Nederland een voorname reden waarom zij niet boven het maaiveld uitsteken. Vanwege die economische zelfstandigheid zijn de meeste Israëlische migranten niet afhankelijk van de Nederlandse overheid. Het aantal uitkeringsgerechtigden is laag en veel Israëlis vertrekken wanneer zij de pensioengerechtigde leeftijd bereiken naar Israël, waardoor zij weinig aanspraak maken op de Nederlandse verzorgingsstaat.
Een voorname reden voor die zelfvoorzienendheid ligt in het feit dat een belangrijk deel van de migranten uit Israël bestaat uit ondernemers. Tomer Zakai is oprichter en eigenaar van een adviesbureau voor belasting en administratie. Hij kwam op zijn twaalfde naar Nederland met zijn ouders, zus en jongere broer en ging naar een joodse scholengemeenschap in Amsterdam. Hij studeerde belastingrecht en werkte een aantal jaar als adviseur bij KMPG voor hij zijn eigen bedrijf startte. Hij stelt dat ondernemerschap voor veel Israelische Nederlanders de beste manier is om economische zelfstandig te worden.
Etnisch ondernemerschap, waarbij bestaande netwerken binnen de eigen gemeenschap worden gebruikt, speelt daarbij een belangrijke rol. ‘Ook zonder de hulp van mijn Israëlische contacten had ik het vast wel gered’, stelt Tomer, ‘maar ik had het voordeel dat ik een deel van mijn zakelijke contacten en eerste opdrachtgevers te danken heb aan mijn Israëlische netwerk. Ik spreek de taal en dat wordt door Israelische ondernemers als prettig ervaren bij het zakendoen hier in Nederland’.
Niet alleen de bestaande netwerken in de Israelische gemeenschap kunnen de ondernemers een vliegende start geven. De ondernemers kunnen ook putten uit hun bi-culturele achtergrond. Tomer: ‘Tweetalig zijn, de ervaringen van leven in twee totaal verschillende culturen zijn voordelen die je als ondernemer van pas komen’. Dit etnisch ondernemerschap fungeert als een springplank voor leden van de Israëlische gemeenschap die zaken willen doen in Nederland. Het kunnen benutten van die ondernemende instelling maakt Israelis een van de meest succesvolle migranten van Nederland.
Meer over etnisch ondernemerschap, Floris Meijer, Israëlische gemeenschap, Israelis.