Israël en Palestina is een kwestie van macht
In opinie door Jaap Hamburger op 22-05-2013 | 21:21
Tekst: Jaap Hamburger
Het beeld dat het Israëlisch-Palestijnse conflict een conflict is van twee aan elkaar gelijke partijen, met eenzelfde macht en invloed op het diplomatieke toneel en gelijke verantwoordelijkheden, moet worden doorbroken. En het beeld dat iemand zoals ik die zich uitspreekt voor druk op de in mijn ogen sterkste partij daarmee automatisch pleit voor een carte blanche voor de andere partij. Het is dit zwart-wit-beeld dat een organisatie als Een Ander Joods Geluid (EAJG) juist bestrijdt. Dat schrijft Jaap Hamburger, voorzitter van EAJG.
Op 7 mei stond in het Reformatorisch Dagblad een stuk van mijn hand . Het stuk ging over een recent uitgebracht advies van het AIV (Adviesorgaan Internationale Vraagstukken) over het Israëlbeleid van de Nederlandse regering. De AIV doet verschillende aanbevelingen, waaronder het initiëren van brede en evenwichtige, door de EU gefaciliteerde vredesonderhandelingen, het correct labelen of zelfs volledig weren van Israëlische nederzettingenproducten en het bevriezen of zelfs beperken van de betrekkingen met Israël indien de bezetting zich verder blijft verdiepen. Een Ander Joods Geluid kan zich in grote lijnen vinden in de aanbevelingen van het Adviesorgaan, vanuit de diepe overtuiging dat het voortbestaan en het dieper wortelen van Israëls bezetting in de Palestijnse gebieden (Palestina) desastreus is voor zowel Palestijnen als Israëli’s.
Op mijn stuk kwamen twee reacties: een op 10 mei van Tom Struick van Bemmelen, voorzitter van Likoed Nederland en op 14 mei van Bert de Bruin, historicus en sinds 1995 woonachtig in Israël.
Struick van Bemmelen gaat in zijn verweer in op het Arabisch Vredesinitiatief, een initiatief uit 2002 van Saudi-Arabië en gesteund door de Arabische Liga, waarin Israël volledige normalisering van alle betrekkingen met de gehele Islamitische wereld in het vooruitzicht wordt gesteld indien Israël zich terugtrekt uit bezet Palestina. Het AIV besteedt in haar advies in positieve zin aandacht aan dit initiatief. Zoals ik verwoordde in mijn stuk in het Reformatorisch Dagblad wordt het ook ondersteund door Een Ander Joods Geluid. Volgens Struick van Bemmelen is het “absurd” dat de AIV en ook Een Ander Joods Geluid het Arabisch Vredesinitiatief het overwegen waard vinden. Wij zouden zelfs betogen dat Israël geen vrede zou willen, terwijl de Arabische landen en de Palestijnen niets liever zouden willen. Een stellingname die Struick van Bemmelen wenst om te draaien om te beweren dat Israël al decennialang niets liever wil dan vrede, maar dat vanaf Arabische zijde de vredeswens ‘een wassen neus’ is.
Waar in mijn stuk Struick van Bemmelen deze zwart-wit opstelling leest dat Israël geen vrede zou willen, en de Arabische landen niets liever dan dat, is een raadsel. De gemiddelde Israëlische én Palestijnse burger wil waarschijnlijk nog liever vandaag dan morgen vrede en veiligheid. Israël kent nog altijd een actief, zij het een in het afgelopen decennium verzwakte, vredesbeweging. Dat het verlangen naar vrede bestaat, is duidelijk.
Vrede komt echter niet zomaar uit de lucht vallen, en Struick van Bemmelen zou er goed aan doen emotie en feiten van elkaar te scheiden. Nee, liefde voor Israël is niet een deugd in grote delen van de Arabische wereld, to say the least. Opeenvolgende oorlogen zijn uitgevochten tussen Israël en verschillende Arabische landen, en ‘de man in de straat’ voelt grote verbondenheid met het lot van de Palestijnen. Verschillende Arabische regimes maken ook gebruik van de Palestijnen, als bliksemafleider voor eigen interne problemen of als pion op het strategische schaakspel dat het Midden-Oosten heet. Maar juist dat maakt het Arabisch Vredesinitiatief een initiatief dat niet genoeg toe te juichen valt. Het initiatief is niet ‘opgelegd’, maar is een product van Saudi-Arabië en de Arabische Liga. Het kan nog altijd, 11 jaar na dato, op steun rekenen van de Arabische Liga, zoals bleek op de laatste bijeenkomst van de Liga. De Palestijnse Autoriteit heeft zijn steun ervoor uitgesproken, alsook de Amerikaanse regering bij monde van Minister van Buitenlandse Zaken John Kerry. Israëlische analisten hebben het voorstel in positieve zin “uniek” genoemd en omarmd, en de Israëlische Meretz-partij lanceerde nog dit jaar een vredesvoorstel gebaseerd op het Initiatief. Volgens een recente opiniepeiling uit november 2012 steunt de helft van de Israëlische bevolking de contouren van het plan.
Tegelijkertijd is het een gegeven, al schrijft Struick van Bemmelen daar niet over, dat de bezetting zich de afgelopen jaren heeft verdiept, en Israëls nederzettingen zich verder hebben uitgebreid. Zelfs al geloven we Israëlisch premier Netanyahu op zijn woord dat hij echt vrede wil, het beleid van de afgelopen jaren laat een andere koers zien, die vooral geïnspireerd lijkt te zijn op het verankeren van de bezetting en het aaien en paaien van de kolonistenbeweging. Het heeft er alle schijn van dat de huidige “status quo” en de relatieve rust die in de bezette Palestijnse gebieden heerst wellicht voor de Israëlische regering en een substantieel deel van de Israëlische bevolking elke prikkel wegneemt om na te denken over de bezetting en het oplossen van het Israëlisch-Palestijns conflict. Maar voor de Palestijnse bevolking is de bezetting nog altijd een harde dagelijkse realiteit die haar op structurele basis fundamentele politieke, burger- en mensenrechten ontneemt. Israël heeft, volgens Een Ander Joods Geluid, als sterkste partij en bezettende macht, zowel een (internationaalrechtelijke en morele) verplichting alsook de middelen om de bezetting tot een einde te brengen. En ja, in het belang van de Palestijnen die al 46 jaar onder bezetting leven, maar ook in het belang van het voortbestaan van Israël als democratische staat, is druk op de Israëlische regering om van koers te veranderen niet alleen gerechtvaardigd, maar noodzakelijk.
Dan het stuk van Bert de Bruin. In zijn opiniestuk stelt De Bruin dat zowel mijn opinie als de opinie van Struick van Bemmelen ertoe tenderen eenzijdig de schuld van de problematiek aan respectievelijk Israëlische en Arabische zijde te leggen. Een opstelling die volgens De Bruin contraproductief is.
Dat De Bruin er niet aan twijfelt dat Een Ander Joods Geluid en dus ook ik begaan zijn met zowel Israël als de Palestijnen, is prettig om te lezen, en inderdaad: Een Ander Joods Geluid is, zoals we oneindig vaak hebben herhaald, ‘voor Israël en voor Palestina’.
Feit is echter dat er een bijzonder onevenredige machtsrelatie bestaat tussen Israël en bezet Palestina, waarbij Israël als bezettende macht, met een van de best uitgeruste en getrainde legers in het Midden-Oosten en bijna onvoorwaardelijk gesteund door het machtigste land ter wereld, de VS, qua macht en invloed de Palestijnen ver in de schaduw stelt. De Bruin zou onderscheid moeten maken tussen de verplichtingen waar alle partijen aan gebonden zijn - zoals geen geweld tegen burgers, waar Palestijnse militanten zich absoluut schuldig aan maken - en de bredere context van machtsverhoudingen. Israël heeft, vanuit de positie van macht, simpelweg veel meer dan de Palestijnen de sleutel in handen om aan de bezetting een einde te maken en de toekomst voor Palestijnen én Israëli’s veilig te stellen. Zo’n stellingname ontdoet de Palestijnen niet van de verantwoordelijkheden die ook zij hebben, maar zet het conflict wel in het juiste perspectief. De afgelopen Israëlische regeringen hebben de macht die zij hebben helaas ingezet om de bezetting te verankeren, in plaats van die te beëindigen.
Daar komt nog bij dat er een grote discrepantie bestaat tussen wat wordt verwacht van de Palestijnen, en waar zij ook al op zijn aangesproken - van de inhoud van hun schoolboeken tot het vasthouden aan een ongeclausuleerd Recht op Terugkeer van Palestijnse vluchtelingen - met wat tot nu toe verwacht wordt van Israël - ondanks een staand beleid van de EU en de VS om zich uit te spreken tegen Israëls nederzettingenbeleid heeft zij weinig consequenties getrokken uit de desondanks voorgaande nederzettingenbouw.
Het beeld dat het Israëlisch-Palestijnse conflict een conflict is van twee aan elkaar gelijke partijen, met eenzelfde macht en invloed op het diplomatieke toneel en gelijke verantwoordelijkheden, moet worden doorbroken. En het beeld dat iemand zoals ik die zich uitspreekt voor druk op de in mijn ogen sterkste partij daarmee automatisch pleit voor een carte blanche voor de andere partij. Het is dit zwart-wit-beeld dat een organisatie als Een Ander Joods Geluid juist bestrijdt.
Jaap Hamburger is voorzitter van Een Ander Joods Geluid (www.eajg.nl). Een Ander Joods Geluid is op Twitter te volgen via @EAJGnieuws
Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook. Republiek Allochtonië (voorheen Allochtonenweblog) bestaat 7 jaar. Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.
Meer over eajg, een ander joods geluid, israel, Jaap Hamburger, palestina.
Reacties
Steven Paas - 05/02/2014 22:02
Voor de media is een recensie exemplaar beschikbaar. Het boek is bedoeld als een bijdrage aan de theologische en politieke discussie die vandaag weer door velen in Nederland wordt gevoerd over dit onderwerp. Op de site van Brevier kan men kennisnemen van de Inhoudsopgave en het Woord vooraf.
Zie ook dit artikel, http://www.cip.nl/artikel/39824/Israëlvisies-in-beweging