Islamitische organsiaties: Marianne Thieme zet feiten naar haar hand

In opinie op 07-12-2011 | 23:06

Marianne Thieme zet de feiten naar haar hand. Dat beweren het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) en de Werkgroep Islam en Dierenwelzijn in een reactie op de Memorie van Antwoord die de partijleider van de Partij voor de Dieren op 25 november naar de Eerste kamer stuurde.

Volgens de islamitische organisaties wekt Thieme ten onrechte de indruk dat zij reeds lange tijd intensief overleg voert met joodse en islamitische vertegenwoordigers. Dat is niet het geval volgens de organisaties.

Ook bestrijden ze de stelling van Thieme dat "uit wetenschappelijk onderzoek [blijkt] dat onverdoofd ritueel slachten ... extra dierenwelzijnsproblemen veroorzaakt zoals stress, pijn en leed voorafgaand en gedurende de slacht".

De islamitische organisaties verwijzen naar een artikel van Prof. Bernards in Trouw (30 juni 2011) waarin deze stelt dat van stress vooral vóór het toedienen van de halssnede sprake is en dat daaraan door middel van onder andere betere fixatietechnieken in hoge mate tegemoet kan worden gekomen. Zij schrijven: "In bijna alle beschikbare onderzoeken wordt gesproken van mogelijke pijn. Pijn bij de rituele slacht is hiermee niet wetenschappelijk vastgesteld. Pijn kun je niet meten, we weten het niet, het is een aanname. Bernards en Zimmermann wijzen hier ook op. Leed is een subjectief begrip. Er is dan ook onvoldoende grond om van wetenschappelijke consensus te spreken (p. 5 MvA). Dat een en ander niet met peer reviewed onderzoek is weerlegd, geeft aanleiding dergelijk onderzoek af te wachten alvorens onomkeerbare beslissingen worden genomen."

Verder benadrukken de organisaties dat zowel  islamitische als joodse organisaties herhaaldelijk de bereidheid hebben uitgesproken binnen het kader van de onverdoofde slacht naar verbetering te streven. Het joodse slachthuis is daarmee al ver gevorderd en voor de islamitische slachthuizen zijn volgens het CMO diverse verbetertrajecten in ontwikkeling.

Volgens de organsiaties zal een verbod op ritueel slachten de godsdienstvrijheid beperken van die gelovigen die ervan overtuigd zijn dat onverdoofd slachten een religieuze vereiste is.

Bijeenkomst PvdA Amsterdam Nieuw-West

Het wetsvoorstel om te komen tot een verbod op ritueel slachten wordt op 13 december behandeld in de Eerste Kamer. De Amsterdamse PvdA afdeling in Amsterdam Nieuw-West organiseert op 11 december 2011 van 14.00-16.00 uur in het Calvijncollege (bij station Sloterdijk) een bijeenkomst over ritueel slachten. Hier wordt gediscussieerd met  een panel van rechtskundigen en woordvoerders van diverse religies en partijen, waaronder het Eerste Kamerlid voor de PvdA Nico Schrijver, hoogleraar internationaal recht en Achmed Baadoud, PvdA stadsdeelvoorzitter in Nieuw- West.

Links:

Meer artikelen in het dossier ritueel slachten

 


Meer over cmo, marianne thieme, onverdoofd slachten, ritueel slachten, werkgroep islam en dierenwelzijn.

Delen:

Reacties


Edgar van Lokven - 08/12/2011 08:19

De vrijheid van godsdienst is een belangrijke verworvenheid in onze samenleving en wordt, ook door atheïsten, gerespecteerd en verdedigd. Echter het wordt nu wel eens tijd om gelovigen (joden, moslims en christenen eender) te wijzen op hun inconsequente gedrag inzake het naleven van gods geboden.

In elk van de monotheïstische religies zijn er honderden geboden die door de gelovigen niet worden nageleefd en dat is, bij nadere beschouwing, maar goed ook. Wat te denken van het oud testamentische gebod dat een vrouw dient te worden gestenigd voor het huis van haar vader, wanneer is gebleken dat de vrouw tijdens de huwelijksvoltrekking geen maagd meer blijkt te zijn? (Bron: Maarten 't Hart: 'De schrift betwist').

Gelukkig wordt zo een gebod niet nageleefd en geen weldenkende jood, christen of moslim zou naleving bepleiten. Misschien kunnen gelovigen dan uitleggen op basis van welke afweging sommige geboden wel en andere geboden niet (meer) (hoeven te) worden nageleefd? Het zou nieuw licht kunnen werpen op discussie over het ritueel slachten.

Om op een prettige wijze met gelovigen te kunnen samenleven en godsdienstvrijheid te kunnen verdedigen, is het nodig om uit te gaan van het leidend principe dat 'de handelingen van gelovigen niet het lijden van anderen tot gevolg mogen hebben'. Met andere woorden; de vrijheid van godsdienst is begrensd daar waar de vrijheid van anderen in het geding komt. M.i. kan van mensen en dieren niet worden verlangd dat zij lijden voor een godsdienst waar zij part noch deel aan hebben.