Islamitische koepelorganisaties zijn aan zet na mislukken imamopleiding
In opinie door Ewoud Butter op 08-02-2013 | 16:19
Tekst: Ewoud Butter
De enige Nederlandse beroepsopleiding tot imam en islamitisch geestelijk werker houdt op te bestaan. Dat heeft hogeschool Inholland laten weten.
Bestuursvoorzitter Doekle Terpstra meldt in Trouw dat het gaat om één van de duurste opleidingen van InHolland die, ondanks een speciale subsidie, nooit rendabel zal worden. De studenten hebben relatief veel intensieve begeleiding nodig en de opleiding telt veel langstudeerders.
Yassin El Forkani, woordvoerder van het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) vreest inmenging door Marokko of Saude-Arabië. De vraag is nu echter vooral wat voor lessen het CMO zelf gaat trekken uit het mislukken van de imamopleiding.
In veel Nederlandse moskeeën preken imams die zijn geïmporteerd uit het land van herkomst. Tegen een hongerloontje reciteren deze voorgangers vaak fraai uit de Koran. Ze preken in Arabisch of Turks met redelijk wat theologische kennis. Maar daar blijft het dan ook vaak wel bij. Veel van deze imams spreken amper Nederlands en ze hebben weinig kennis van de Nederlandse samenleving. Ze hebben vooral jongeren en bekeerlingen weinig te bieden. Een deel van de jongeren gaat daardoor op het internet op zoek naar religieuze inspiratie of hulp en komt daarbij soms terecht bij radicale predikers.
Het is daarom niet alleen voor de Nederlandse islamitische gemeenschap, maar voor de gehele Nederlandse samenleving van groot belang dat er in Nederlandse moskeeën imams preken die niet alleen fraai kunnen reciteren en over veel theologische kennis beschikken, maar ook in het Nederlands kunnen preken en kennis hebben van de Nederlandse samenleving.
Vanaf het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw wordt er daarom gepleit voor de komst van een Nederlandse imamopleiding. De overheid kan hierbij, vanwege de scheiding van kerk en staat, maar een beperkte rol spelen.
Imamopleiding
Naast de niet geaccrediteerde Islamitische Universiteit Rotterdam, ontstonden er de afgelopen jaren drie door de overheid bekostigde opleidingen islamitische theologie: aan de Vrije Universiteit, de Rijksuniversiteit Leiden en Hogeschool Inholland. Alleen aan de laatste instelling werd een imamopleiding aangeboden.
De hogeschool Inholland werkte hierbij samen met enkele koepels die zijn aangesloten bij de Contactgroep Moslims en Overheid (CMO). Hiertoe behoorden Milli Görüs, Stichting Islamitisch Centrum Nederland en de Unie van Marokkaanse Moslimorganisaties in Nederland (UMMON).
bedreigingen
Hoewel het initiatief werd toegejuicht, waren er van meet af aan minimaal drie factoren te noemen die een bedreiging zouden kunnen vormen voor het voortbestaan van de opleiding.
1. de blijvende steun van de moslimkoepels
De steun van moslimkoepels blijkt in islamitisch Nederland steeds weer precair. Nederlandse moslimkoepels kenmerken zich doorgaans eerder door interne conflicten dan door professioneel optreden. Dat is ook een belangrijke oorzaak geweest voor het mislukken van een Nederlandse moslimomroep.
Twee jaar geleden brokkelde de steun voor de opleiding van InHolland al af. De UMMON liet toen weten dat de imams niet in haar moskeeën aan de slag konden. Volgens de UMMON voldeed de opleiding namelijk niet aan de inhoudelijke eisen die de koepel stelde. Zo waren volgens de UMMON een deel van de docenten zelf geen moslim en de docenten die dat wel waren, beschikten volgens de koepelorganisatie over onvoldoende theologische kennis.
2. salaris van imams
Het is redelijk dat op HBO-niveau opgeleide imams voor hun werk een salaris ontvangen dat recht doet aan hun opleiding. Maar zo’n salaris ligt al snel veel hoger dan het salaris dat imams nu ontvangen. Het is maar de vraag of Nederlandse moskeebezoekers zo’n salaris willen of kunnen opbrengen.
3. bemoeienis vanuit het buitenland
Een derde punt is de bemoeienis vanuit Marokko en Turkije met de imams in Nederland. Het merendeel van de imams wordt nu nog opgeleid en ‘gestuurd’ door overheden of religieuze instellingen uit het land van herkomst, die niet graag aan invloed inboeten.
Islamitische koepelorganisaties
Terpstra heeft de bal nu ook bij het CMO gelegd. Hij laat in Trouw weten: 'We dragen de opgedane kennis over aan de islamitische koepelorganisaties waarmee we hebben samengewerkt. Misschien kunnen zij de studie elders onderbrengen.'
Yassin El Forkani, woordvoerder van het Contactorgaan Moslims en Overheid heeft tegenover Trouw heeft laten weten dat hij vreest dat Nederland de grip op haar moskeeën zal verliezen. Volgens El Forkani zit dertig tot veertig procent van de moskeeën zonder eigen imam. Hij vreest nu meer inmenging door Marokko of Saudi-Arabië.
De zorgen van Yassin El Forkani zijn waarschijnlijk terecht, maar hij zal zich nu toch vooral moeten richten tot de koepelorganisaties die zijn aangesloten bij de CMO. Nu zijn deze koepelorganisaties zelf aan zet. Zij zullen moeten aantonen dat ze geleerd hebben van de fouten die in het verleden zijn gemaakt.
Ze zullen ook een keuze moeten maken: of ze werken echt aan een gemeenschappelijke (basis)opleiding en steken veel energie in het overbruggen van onderlinge verschillen en wantrouwen. Een keuze voor samenwerking betekent dan ook dat ze ervoor zullen moeten kiezen om buitenlandse invloeden buiten de deur te houden.
Ze kunnen ook voor het dure alternatief voor samenwerking kiezen: dat is dat iedere koepelorganisatie een volledige eigen opleiding gaat opzetten.
Welke variant de islamitische koepelorganisaties ook kiezen: ze zullen een manier moeten verzinnen om de imams een fatsoenlijk salaris te kunnen bieden. Wanneer ze niet willen kiezen voor subsidies uit het buitenland, zullen ze dat bijvoorbeeld kunnen bereiken door meer efficiëntie via samenwerking, of door hogere bijdragen uit de eigen gemeenschap.
Ewoud Butter is redacteur van Republiek Allochtonië. Hij heeft een eigen blog waarop dit stuk ook is verschenen. U kunt Ewoud volgen op twitter: @ewoudbutter
Naschrift:
Vanaf GeenStijl wordt naar dit artikel gelinkt. De redactrice van dienst lukte het niet dit artikel goed te lezen. Ze verhaspelde mijn naam (Ewoud wordt bij GeenStijl Ewout) en schreef me standpunten toe (hier en hier) die ik niet verkondig. Ik pleit niet voor subsidies, maar zeg juist dat de islamitische koepelorganisaties aan zet zijn.
Persoonlijk vind ik dat de overheid geen enkele religieuze opleiding zou moeten bekostigen, dus ook geen imamopleiding. Bemoeienis van de overheid met religieuze opleidingen moet beperkt zijn. Overheid gaat wel over de wettelijke kaders en moet ook optreden als de veiligheid in het geding is.
Zie ook:
Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook. Republiek Allochtonië (voorheen Allochtonenweblog) bestaat 7 jaar. Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.
Meer over ewoud butter, imamopleiding, islam, islamdebat, milli gorus, polderimam, sicn, ummon.
Reacties
Punt 1 en 2 geeft vrij duidelijk aan dat er geen behoefte is aan wat er aangeboden wordt. Punt 3 is wat lastiger, maar je moet je gewoon afvragen wat imams uit het buitenland hier moeten. Goed, de katholieken onder ons kennen het principe: missionaris en zieltjes winnen, maar daar zat dan meestal nog wel een meer altruïstisch motief achter. Namelijk mensen zonder kennis en middelen helpen.
Maar dat is in Nederland niet echt nodig. Het enige waar die imams in geïnteresseerd zijn is het omvormen van het land naar hun weten en regeltjes. En dat moeten we toch proberen te vermijden.
1. Werk samen en accepteer bestaan én meerwaarde van verschillende stromingen binnen islam (schaalvergroting financiën en kwaliteitspool).
2. Accepteer alleen en alleen professionals in het bestuur van organisaties (vrijwilligerswerkmodel voldoet niet).
3. Kies voor het Nederlandse onderwijsmodel en voorkom het stellen van culturele/theologische voorwaarden (niet-moslims kunnen prima islamitische scholen leiden).
Vraagt dus om een verandering in denken.