Het aanzien van de Kamer
In opinie door David Pinto op 13-05-2012 | 13:46
Tekst: David Pinto
Het ‘lente akkoord’ heeft het aanzien van de Kamer eventjes verbeterd. Wil deze winst beklijven bij de kiezer, dan dienen de kandidatenlijsten voor de komende verkiezingen van september bekwame, betere kandidaten te bevatten. Zet daarop niemand die regelrecht van de schoolbanken afkomt. Ook geen personen die een betrekking hebben als ambtenaar of welzijnswerker of die in een andere (semi)overheidsbaan werkzaam zijn. In zo’n emplooi wordt namelijk het ‘gevoel voor urgentie’ niet echt ontwikkeld.
Nog een advies, maar dan met name voor de PvdA: royeer oneerlijke graaiers en regenten als Sjakkie Wallage en Wim Kok. Dit signaal aan de kiezer zal drie zetels winst opleveren. Zo zou de PvdA het verlies door wat Didi Samson deed, -het niet meedoen met FC Kunduz-, weer goed kunnen maken. Cohen was geen politicus, geen ‘vechter’ en geen goed communicator. Samsom is een zwak strateeg. Sheila Stansing heeft dit treffend verwoord in haar column van vrijdag 27 april. Ook prominente partijgenoten van Didi zoals Bram Peper, Willem Vermeend, Lodewijk Asscher, Peter Rehwinkel hebben zich in dezen tegen Samsom gekeerd.
Zet ook geen Leerdammertjes op de lijst. Terzijde, John Leerdam zat in een bestuur van Mixt, waar ik voorzitter van was. Ik heb hem daaruit gegooid wegens ‘slecht gedrag’ (te laat komen en stukken niet lezen). Trek voortaan eerst referenties over zo’n kandidaat na. Dat scheelt een hoop ellende en teleurstelling. Bovendien draagt deze aanpak bij aan de geloofwaardigheid en het gezag van de Kamer. PvdA, selecteer dus beter en selecteer geen zwakke broeders die ik niet eens als junior medewerker in mijn bedrijf zou willen hebben.
Het probleem in Nederland zit hem namelijk in wíe worden gerekruteerd voor dat werk. Hoe gaat het in de Lage Landen? Wie komen op de lijst voor het parlement? Niet degenen die rechtstreeks door het volk daartoe zijn gekozen. Niet degenen die bogen op jarenlange ervaring van politiek bedrijven. Niet degenen die een bedrijf hebben gerund. Geen superbegaafde communicatoren of sprekers. Geen begaafde analytici. Integendeel. Uitzonderingen daargelaten, onder wie Frans Timmermans, moeten het juist zeer middelmatige en vooral brave borsten zijn, die zich keurig houden aan de idealen van Calvijn. En zo gebeurt het dat jongens en meisjes uit het middenkader van gemeenten, provincies, ministeries en welzijnsinstellingen op de lijst worden gezet. En het merkwaardige daarbij is dat zij tot gisteren ambtenaar, welzijnswerker, student of scholier waren en een dag daarna opeens politicus zijn. Dit is slechts denkbaar bij beroepen als prostituee of crimineel. Hoeveel vakmanschap, visie, moed, gezag van, en respect voor een arts, een leraar, een bakker, een schilder valt vandaag te verwachten als hij/zij gisteren nog een andere vak heeft uitgeoefend? In dit licht bezien is de minachting van het volk voor politiek en politici hier en nu alleszins begrijpelijk.
Aan de andere kant, en dit moet ook gezegd worden, wat kan nog mis gaan in een land dat zoveel welvaart en rijkdom kent? Hoeveel schade kunnen onbekwame politici aanrichten? Het overgrote deel van hen verdwijnt geruisloos in de vergetelheid. De allereerste allochtone parlementariër in dit land, ene John Lilipaly, heeft meen ik twaalf jaar in de Kamer gezeten. Voor de PvdA uiteraard. Hoeveel Nederlanders hebben weet hiervan?
Daarom ook kan het hier gebeuren, en dat is ook vaker gebeurd, dat voor de post van commissaris van de Koningin of burgemeester van een grote stad niet een academisch gevormde ex-minister en vicepremier wordt benoemd die tevens parlementariër en fractievoorzitter is geweest, maar een omhoog gevallen LTS (lagere technische school) adept, boezemvriend van de partijleider. En de goegemeente pikt dat ook. Het kan allemaal geen kwaad. Alleen, je moet nu wel met de tijd mee. En die verandert in een rap tempo.
Wil je geen ‘volksopstand’, dan moet het allemaal anders nu. Een goed begin zou zijn om de lijst voor het parlement te laten samenstellen door de kiezers zelf of op zijn minst serieus door alle leden van een politieke partij. Zonder tussenschakel van welke commissie dan ook die toch door de ‘partijleiding’ wordt aangestuurd. Een nobel democratisch principe: one man, one vote!
Prof. Dr. David Pinto emigreerde begin jaren zestig van Marokko naar Israël, en later naar Nederland. Hij is hoogleraar Interculturele Communicatie en Diversiteit aan de Universiteit Twente en aan de Bar-Ilan Universiteit van Ramat Gan (Israël). Daarnaast is hij directeur van het Inter-Cultureel Instituut (ICI).
Meer David Pinto op dit blog hier
Meer over #tk2012, david pinto, kandidaten, tweede kamer, verkiezingen.