Handen schudden
In opinie op 11-04-2012 | 12:18
tekst: Bart Voorzanger
Het Gerechtshof in Den Haag deed op 10 april 2012 uitspraak in een hoger beroep van de heer Enait tegen de Gemeente Rotterdam. Enait had daar gesolliciteerd naar de functie van klantmanager en werd afgewezen omdat hij weigert vrouwen een hand te geven. Volgens het hof was die afwijzing terecht, maar de redenen voor die conclusie zijn net iets subtieler dan berichten in de landelijke pers suggereren.
Het hof weerspreekt allereerst een aantal beweringen van de Gemeente. De weigering van de heer Enait om vrouwen de hand te schudden is volgens het hof wel degelijk een uiting van zijn geloofsovertuiging, en Enait beroept zich wel degelijk met recht op de Algemene Wet Gelijke Behandeling en de Europese Verklaring van de Rechten van de Mens nu hij vanwege die geloofsuiting door de Gemeente is afgewezen. De Gemeente maakte bij de sollicitatieprocedure van de heer Enait (indirect) onderscheid op grond van geloof en dat mag niet zomaar.
De vraag is dus niet of de Gemeente de heer Enait discrimineerde, de vraag is of de Gemeente daar geldige en voldoende zwaarwegende redenen voor had. De heer Enait solliciteerde naar de functie van klantmanager en volgens het hof is dat een functie waarin hij de Gemeente zou vertegenwoordigen en waarbij het ‘van wezenlijk belang is dat hij de klanten tegemoet treedt op een wijze die door hen niet als respectloos en kwetsend wordt ervaren’ (mijn cursivering). Menig klant met wie Enait te maken zou hebben gehad, zou zijn weigering haar de hand te schudden beslist als beledigend hebben ervaren, en daarom concludeert het hof dat de Gemeente de heer Enait terecht voor deze functie afwees.
Misschien had het hof het hierbij kunnen laten, maar het voegde nog één element aan zijn uitspraak toe die de rechtvaardiging in feite weer op losse schroeven zet:
De vraag is dus niet of de Gemeente de heer Enait discrimineerde, de vraag is of de Gemeente daar geldige en voldoende zwaarwegende redenen voor had. De heer Enait solliciteerde naar de functie van klantmanager en volgens het hof is dat een functie waarin hij de Gemeente zou vertegenwoordigen en waarbij het ‘van wezenlijk belang is dat hij de klanten tegemoet treedt op een wijze die door hen niet als respectloos en kwetsend wordt ervaren’ (mijn cursivering). Menig klant met wie Enait te maken zou hebben gehad, zou zijn weigering haar de hand te schudden beslist als beledigend hebben ervaren, en daarom concludeert het hof dat de Gemeente de heer Enait terecht voor deze functie afwees.
Misschien had het hof het hierbij kunnen laten, maar het voegde nog één element aan zijn uitspraak toe die de rechtvaardiging in feite weer op losse schroeven zet:
15. Het weigeren om de uitgestoken hand van een vrouwelijke klant te schudden is temeer onaanvaardbaar, nu die weigering als een ontkenning van de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen, en dus als extra kwetsend kan worden ervaren. Die ervaring zal worden versterkt als de achtergrond van deze weigering gelegen is in de religieuze overtuiging dat het handen schudden van vrouwen ‘onrein’ is. …
De term ‘onrein’ is ontleend aan een helaas niet compleet geciteerde uitspraak van de Enait, waarnaar het hof al eerder (in punt 4 van de uitspraak) verwees. Enait had naar het oordeel van het hof
… voldoende aannemelijk gemaakt dat er orthodoxe religieuze stromingen zijn waarin de opvatting wordt gehuldigd dat de Islam dwingt (huwbare) vrouwen niet de hand te schudden als zijnde ‘onrein’, en dat hij tot een dergelijke stroming behoort.
Je leest dat makkelijk alsof Enait behoort tot een stroming in de islam die (huwbare) vrouwen als onrein beschouwt, en wie weet heeft Enait inderdaad iets gezegd of geschreven dat zich zo laat interpreteren. Maar dan heeft hij zich erg ongelukkig uitgedrukt. Je kunt met evenveel recht zeggen dat de bedoelde orthodoxe stromingen (huwbare) vrouwen dwingt (huwbare) mannen niet de hand te schudden als zijnde ‘onrein’. Het is niet de vrouw of de man die ze onrein achten, maar het lichamelijk contact tussen volwassen mannen en vrouwen die niet met elkaar getrouwd of nauw aan elkaar verwant zijn. ’t Zou zomaar kunnen dat deze stromingen mannen en vrouwen ongelijkwaardig achten, maar uit de regels over handen geven blijkt dat niet. Mij dunkt dat er inmiddels genoeg over dat handen schudden geschreven en gezegd is dat het hof dit had kunnen weten. Zoveel algemene ontwikkeling mag je van leden van een gerechtshof toch wel verwachten. Punt 15 biedt dus wellicht een aanknopingspunt om deze uitspraak nog eens aan de Hoge Raad voor te leggen.
Hoe dan ook, het hof erkent de weigering een lid van het andere geslacht de hand te drukken als een legitieme geloofsuiting, en beschouwt een afwijzing van mensen die hun geloof zo uiten als discriminatie op grond van religie, en daarmee als iets dat een aparte en zorgvuldige rechtvaardiging vereist. Dat is nieuws, en voor orthodoxe moslims en joden is het goed nieuws.
Wordt vervolgd …?
Dit stuk verscheen eerder op Barts weblog
Meer over discriminatie, gelijke behandeling, handen schudden, Mohammed Enait.
Reacties
Je discrimineert vrouwen - want je ziet ze als onrein en daarom geef je ze geen hand -en dat legitimeer je door je te beroepen op je geloof. Vervolgens klaag je omdat je je vindt dat je gediscimineerd wordt omdat je niet mag discrimineren. En daarbij beroep je je op de vrijheid van godsdienst, want op basis hiervan mag je de meest vreselijke dingen roepen en als dat niet mag vind je dat je gediscrmineerd wordt omdat je recht van vrijheid van godsdienst wordt aangetast.
Shabnam Theunissen - 12/04/2012 11:56
Het volhouden van een dergelijk principe (geen handen willen schudden van vrouwen) lijkt me geen probleem als men werk doet waarin het tegemoettreden van mensen niet aan de orde is. Maar als men binnen de Nederlandse cultuur een functie wilt uitoefenen, waarbij dagelijks het schudden van handen een onderdeel van het werk is, dan lijtkt mij dit een belemmering om je werk naar behoren uit te oefenen.
Naar mijn idee als moslima zit de kuisheid van de moslim in het hart en gaat het erom met welke intentie je de hand geeft en als die intentie er gewoon één is van respect voor de andere mens (man of vrouw), dan bega je mijns inziens zeker geen zonde.
Een moslim moet er alles aan doen zijn brood te verdienen en daarvoor zal hij/ zij ook concessies moeten doen aan de gewoonten van het land waarin hij/ zij leeft. Dat is altijd beter dan je hand ophouden bij DSZW en dwangmatig vasthouden aan uiterlijkheden, die niets te maken hebben met de essentie van de islam, die helder is als een stralende zon.
Dat is mijn mening
Naar mijn idee als moslima zit de kuisheid van de moslim in het hart en gaat het erom met welke intentie je de hand geeft en als die intentie er gewoon één is van respect voor de andere mens (man of vrouw), dan bega je mijns inziens zeker geen zonde.
Een moslim moet er alles aan doen zijn brood te verdienen en daarvoor zal hij/ zij ook concessies moeten doen aan de gewoonten van het land waarin hij/ zij leeft. Dat is altijd beter dan je hand ophouden bij DSZW en dwangmatig vasthouden aan uiterlijkheden, die niets te maken hebben met de essentie van de islam, die helder is als een stralende zon.
Dat is mijn mening
Rudi Dierick - 12/04/2012 09:49
Welk een kromme redenering met veel vergezochte getrek en gedraai. De weigering tot handen schudden is een loepzuiver voorbeeld van een sektair gedrag, ene gedrag dat aanzet tot segregatie tussen bepaalde groepen, nl. mannen en vrouwen, maar ook alle andersdenkenden en andersgelovigen versus die aartsconservatieve interpretatie van de Koran. In het Belgisch recht staat het pleiten voor segregatie nochtans expliciet gedefinieerd als één van de criteria voor verboden racisme!
Inderdaad: pleiten voor segregatie is hier (en ook in meerdere andere landen) strafbaar want een directe uiting van racisme.
Hoog tijd voor dwaallichten à la Bart Voorzanger om zich terug eens te bezinnen over de grondslagen van de democratische rechtsorde, namelijk een strikte gelijkheid van mannen en vrouwen en van alle religies. Elke vorm van segregatie is daar strijdig mee.
Inderdaad: pleiten voor segregatie is hier (en ook in meerdere andere landen) strafbaar want een directe uiting van racisme.
Hoog tijd voor dwaallichten à la Bart Voorzanger om zich terug eens te bezinnen over de grondslagen van de democratische rechtsorde, namelijk een strikte gelijkheid van mannen en vrouwen en van alle religies. Elke vorm van segregatie is daar strijdig mee.