Gooi geen halve generatie weg!
In opinie door Roemer van Oordt op 05-02-2012 | 09:44
Tekst: Roemer van Oordt
In het Amsterdamse onderwijs gaat veel mis. Eén van de meest dramatische ontwikkelingen is de overbevolking van de vanuit arbeidsmarktperspectief bekeken veelal kansloze opleidingen, waaronder de meer theoretisch georiënteerde richtingen binnen het VMBO. Extra frustrerend, omdat een behoorlijk deel van de jongeren dat deze opleidingen volgt helemaal niet met het hoofd maar met de handen bezig wil zijn. Ze haken daarom gedesillusioneerd af en belanden zonder diploma bij de DWI.
Vreemd genoeg zijn opleidingen op dat niveau in de zorgsector en vooral in de techniek in de grote steden veel minder populair. Het NRC kopte al in juni dat de laatste lagere technische opleidingen in Amsterdam dreigen te verdwijnen door een gebrek aan nieuwe aanwas. In de eind 2011 verschenen arbeidsmarktbrief, geven de Amsterdamse wethouders Gehrels (Economische Zaken) en Van Es (Werk en Inkomen) aan dat het verbeteren van zowel de kwantitatieve als kwalitatieve match tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt één van hun belangrijkste opdrachten is. Er zijn al te weinig kwalitatief geschoolde technici en verzorgers en dat tekort wordt alleen maar groter. Recent onderzoek van het ROA (pdf) wijst uit dat er nou juist met zo’n diploma op zak over de diepste recessie heengekeken wel werk is te vinden, en soms nog goedbetaald ook. Wat te doen?
Verontrustend beeld
Natuurlijk is deze problematiek stadsoverschrijdend. Niet voor niets kwamen VNO-NCW, MKB-Nederland en Stichting Platform VMBO (SPV) onlangs gezamenlijk met een bijna manifestachtige notitie die als petitie aan de minister van Onderwijs werd gepresenteerd onder de naam ‘Toekomst voor Techniek’ (pdf). Daarin wordt een verontrustend beeld geschetst van de overlevingskansen van het VMBO en dan vooral van de basisberoepsgerichte leerweg.
De situatie in de grote steden is overigens onvergelijkbaar met die buiten de Randstad. Als voorbeeld mag dienen dat volgens onderzoek van DUO-CFI de Zuid-Hollandse gemeente Schoonhoven met zo’n 12.000 inwoners momenteel meer leerlingen techniek in het VMBO heeft dan de ruim 100 keer zo grote steden Amsterdam en Rotterdam bij elkaar.
Minder leerlingen leiden logischerwijze tot minder opleidingen. Gecombineerd met de steeds eenzijdigere beoordeling van scholen op een zo hoog mogelijke opleidingskeuze voor leerlingen en het imagoprobleem van technische studies leidt deze tendens tot een gat aan technisch personeel dat in 2014 al schrikbarende proporties aanneemt. Techniektalent.nu komt uit op 38.000 VMBO’ers en 23.000 MBO’ers. Van Bijsterveldts’ reactie in het Parool: “Dat tij moet worden gekeerd”. Maar hoe?
Noodklok
Van alle kanten wordt de noodklok geluid. Hieronder een kleine greep uit opiniestukken in NRC Handelsblad van de afgelopen maanden. Hoogleraar innovatiemanagement Ben Dankbaar waarschuwt voor het wegvallen van de industriële productie in Nederland als voor de hele fase tussen onderzoek, uitvinding en octrooiaanvraag en het daadwerkelijk op de markt zetten van producten het gat MBO-techniekers niet wordt opgevuld.
Ondernemer Johan Schaberg stelt dat het economisch belang van arbeid buiten beeld is geraakt. Hij merkt heel beeldend op dat meisjes en jongens die vroeger de maakindustrie in Nederland overeind hielden, tegenwoordig in slaap vallen of gaan klieren in een of andere beroepsgerichte kwalificatiestructuur, terwijl ze bezig hadden kunnen zijn met lassen, stukadoren, timmeren, metselen of fijnmetaalbewerking.
Econoom en publicist Ewoud Jansen wijst met de beschuldigende vinger naar onze fixatie op hoger opgeleiden. De diploma-inflatie die over de hele linie plaatsvindt, leidt volgens hem tot een groeiend leger hoger opgeleiden waarvan het niveau gemiddeld daalt. Jansen: “Ondertussen verwaarlozen we de basis en hebben we steeds minder gediplomeerde vaklui….Ik denk dat we meer hebben aan een paar extra lassers en metaalbewerkers dan aan een batterij vers afgestudeerde communicatiewetenschappers ”.
Veel onderwijs(des)kundigen omarmen het pleidooi van de SP om de kleinschalige ambachtsschool - als tegenhanger van de onpersoonlijke, kolossale ROC’s - weer nieuw leven in de blazen.
Handvatten voor verbetering
Al deze signalen geven aan dat op zeer korte termijn concrete en effectieve stappen moeten worden gezet. De notitie ‘Toekomst voor Techniek’ van de werkgeversorganisaties en de VMBO-koepel geeft daarvoor een aantal handvatten: Betere doorverwijzing, praktische vaardigheden testen bij de CITO toets, verbeteren van het aanbod (technomavo en techniek meer herkenbaar maken in basisvorming), meer docenten, betere samenwerking in de regio tussen scholen en bedrijfsleven en forse uitbreiding van de inzet van het bedrijfsleven zelf.
Vooral de laatste aanbeveling lijkt essentieel om de aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt te verbeteren. VNO-NCW, MKB-Nederland en SPV zien voor het bedrijfsleven een rol bij de samenstelling van betere, eigentijdse programma’s in het technisch VMBO, bij het beschrijven en vergaren van goede leermiddelen, bij de inzet van vakmensen als docent en bij het geven van goede voorlichting over techniek op basisscholen aan leerlingen en ouders.
Onorthodoxe aanpak
Of het voorlichten van leerlingen en ouders via de traditionele ingang van de school echt kans van slagen heeft, valt - door ervaring rijker - te betwijfelen. De instroom blijft vooral achter in de grote steden, waar een groot deel van de scholieren in het basis- en voortgezet onderwijs een niet-westerse achtergrond heeft. Het betrekken van de ouders van deze leerlingen bij hun maatschappelijke (school en werk) carrière blijkt keer op keer geen sinecure. Hordes ouderparticipatieprojecten zijn op scholen ingezet om daar iets aan te doen. De successen zijn schaars.
Met een belangrijk deel van de leerlingen en hun ouders valt dus nog veel te winnen. Vooral bij jongeren met hun roots in Marokko en Turkije leeft vaak een zwaar vertekend beeld over de status en het beroepsperspectief van bijvoorbeeld een metaalbewerker of loodgieter. Migranten van de eerste generatie die hier naartoe zijn gehaald om met hun handen te werken, zien hun zoon en dochter nu eenmaal bij voorkeur doorleren en liever achter het bureau dan aan de werkbank.
Het breed verstrekken van toegankelijke en eerlijke voorlichting over opleiding tot en inkomen/status van geschoold technisch vakmanschap op plekken waar de ouders wél komen, is een eerste vereiste. Daarbij valt vooral te denken aan de eigen sociale structuren, waaronder de moskee(koepels), sportclubs, sociaal-culturele organisaties en winkel/horeca(keten)s. Vorig jaar bleek tijdens het project Voorkomen is Beter dan Genezen van de Raad van Marokkaanse Moskeeën Noord-Holland en ACB Kenniscentrum de inzet op laagdrempelige voorlichting aan ouders in de moskee in combinatie met begeleid bezoek aan verschillende VMBO-scholen een succesnummer. Een uiterst bescheiden voorbeeld dat alleen al in Amsterdam veel breder kan worden uitgezet.
Het mag tegen de politieke stroom in zijn; als kenners de noodklok luiden zijn onorthodoxe maatregelen en middelen vereist. Laten we vooral voorkomen dat jongeren door vervormde beroepsbeelden verkeerde keuzes maken en we geen halve generatie weggooien. Meer maatwerk is op alle terreinen vereist. Dat de (Amsterdamse) economie daar uiteindelijk volgens alle deskundigen van meeprofiteert, zou voldoende drijfveer moeten zijn om er nu in te investeren.
Roemer van Oordt is redacteur van Republiek Allochtonië en oprichter van projectbureau Zasja
Meer over onderwijs en arbeid, roemer van oordt, vmbo, werkgersorganisaties.