Een uitstekende biografie van Abdelkrim el-Khattabi met gemiste kansen

In opinie door Sietske de Boer op 16-03-2025 | 21:09

De Rif kent een lange geschiedenis van verzet en onderdrukking. In 'Koloniale Vloek; de relaties tussen de Marokkaanse staat en de Rif’ reconstrueert journalist Yassin Akouh het leven van Abdelkrim el-Khattabi en legt hij de doorwerking van het koloniale verleden bloot. Sietske de Boer las een uitstekende biografie, maar ziet ook gemiste kansen.

Op zoek naar de sporen van de Riffijnse strijder emir Abdelkrim el-Khattabi (1882-1963) doorploos de jonge Vlaams-Marokkaanse journalist Yassin Akouh archieven in Europa en Marokko. Hij reconstrueert het leven en de strijd van de emir, tegen de Spanjaarden in het begin van de twintigste eeuw, en voor een onafhankelijk en democratisch Marokko. 

De idealen en principes van Abdelkrim leven voort onder de bevolking van de Rif. Dat werd vooral duidelijk tijdens de volksbeweging el-Hirak es-Sha’abi, de Beweging van het volk, die eind 2016 gestalte kreeg onder aanvoering van Nasr Zefzafi, na de gewelddadige dood van visverkoper Mohsin Fikri.

Als iemand met meer dan gemiddelde interesse in de Rif en de geschiedenis van deze noordelijke Marokkaanse regio heb ik het boek met grote aandacht gelezen. Ik ben onder de indruk van de vele details die Yassin Akouh heeft opgediept uit de archieven, de brieven van Abdelkrim en interviews die hij gaf. Het boek is dan ook vooral een – uitstekende – biografie van Abdelkrim. 

Hier en daar was meer aandacht voor ijkpunten in de Riffijnse en Marokkaanse geschiedenis welkom geweest. Zo worden de massieve gifgasbombardementen op de Rif in de jaren twintig door de Spanjaarden wel genoemd maar niet uitvoerig beschreven. Terwijl die uiteindelijk Abdelkrim en de Riffijnen op de knieën kregen, èn er een goede bron is, namelijk het Duitse boek ‘Giftgas gegen Abdelkrim’ door Rudibert Kunz en Rolf-Dieter Müller, uit 1990. Die twee hebben uitvoerig onderzoek gedaan in Spaanse militaire archieven en hun document is Duits ‘gründlich’. De gevolgen van de tonnen mosterd- en andere gifgassen die honderd jaar geleden over de Rif zijn uitgestort, laten zich ook vandaag nog voelen: er lijden meer Riffijnen aan kanker dan andere bevolkingsgroepen in Marokko. Het Marokkaanse regime is tot nu toe erg terughoudend in het laten verrichten van onderzoek naar het verband tussen de gifgassen van toen en de huidige kanker. In het algemeen wil het regime de relaties met Spanje en Frankrijk goed houden, ook als dat ingaat tegen de belangen van een bevolkingsgroep zoals de Riffijnen.

Naar mijn mening had ook het uiterst repressieve karakter van het bewind van koning Hassan II (1961 – 1999) meer uitgediept mogen worden. Dat de Riffijnse opstand in de winter van 1958/1959 door de kroonprins wordt neergeslagen met de hulp van generaal Mohamed Oufkir blijft onvermeld, de naam Oufkir komt niet voor in het boek. Deze Oufkir, door de koning bevorderd tot minister van Defensie na de opstand in de Rif, is zelf van Berberse herkomst. Hij heeft gediend in het Franse leger tijdens WO II en daarna in Indo-China. Na Marokko’s onafhankelijkheid neemt hij dienst in het nieuwe Marokkaanse leger, maar hij onderhoudt goede contacten met Frankrijk. Hij en zijn gezin zijn goed bevriend met Hassan II. In 1965 schiet minister Oufkir vanuit zijn militaire helikopter met scherp op demonstranten tijdens studentenopstanden in Casablanca en andere universiteitssteden. Er vallen honderden doden, tientallen mensen blijven na het bloedige neerslaan van deze demonstraties vermist. De gruwelverhalen komen pas naar buiten als Mohamed VI aan de macht is. In de jaren zeventig wordt een hele generatie linkse studenten opgepakt en opgesloten en in oneerlijke processen tot absurd hoge gevangenisstraffen veroordeeld. De martelingen die al deze mensen ondergaan zijn met geen pen te beschrijven. Degenen die overleven zijn voor het leven getekend. Ook hiervan komen pas na de dood van Hassan II de getuigenissen, ik noem bijvoorbeeld ‘Tazmamart Cellule 10’ van Ahmed Marzouki. Hierover leest de argeloze lezer niet in het boek en hij zou dus kunnen denken dat het eigenlijk wel meeviel, met het regime van Hassan II. Dat deed het absoluut niet, de Marokkaanse koning werd pas begin jaren negentig gedwongen minder repressief te zijn en aanstalten te maken met democratische hervormingen.

En dan is er nog maarschalk Mohammed Ameziane, als militair opgeleid in Spanje, die tijdens de Rif Oorlog in de jaren twintig van de vorige eeuw in het Spaanse leger onder Franco zijn eigen mensen, de Riffijnen, bestreed. In de Spaanse Burgeroorlog klom hij op in het leger, en beging hij ernstige oorlogsmisdaden. In 1956 vraagt koning Mohammed V Ameziane naar Marokko terug te keren om het nieuwe Marokkaanse leger op te zetten. Franco geeft hem eervol ontslag en behoud van zijn onderscheidingen en zijn militaire pensioen. In 2006 wordt te zijner eer een museum geopend in Beni Nsar, bij Nador, op initiatief van zijn dochter Leila, die getrouwd is met de eigenaar van Marokko’s grootste bank, de Banque Populaire. In de Rif wordt – heel begrijpelijk en terecht - heftig geprotesteerd tegen dit museum.

In mijn ogen maken Oufkir en Ameziane deel uit van de ‘koloniale vloek’, zij personifiëren de giftige erfenis van de Franse en Spaanse aanwezigheid in Marokko en in de Rif.  

Mijn laatste opmerking betreft het verloop van de volksbeweging Hirak. Akouh schrijft dat een aantal activisten van de Hirak zich wendden tot Algerije, dat graag een eventuele Riffijnse onafhankelijkheidsstrijd van de Riffijnen zou willen ondersteunen. Ook onder de Nederlandse Riffijnen waren er tijdens de Hirak mensen die zich openlijk uitspraken voor de onafhankelijkheid van de Rif. Dat heeft de Hirak bepaald geen goed gedaan, zeg ik maar voorzichtig. Want zodra de Marokkaanse autoriteiten ook maar iemand van separatisme kunnen beschuldigen, is dat de legitimatie om er hard op los te meppen. Ahmed Zefzafi heeft zich diverse keren uitgesproken tegen Riffijns separatisme, waarmee hij ook het standpunt van zijn zoon Nasr overbracht. 

 
Yassin Akouh, Koloniale vloek; De relaties tussen de Marokkaanse staat en de Rif. Uitgeverij Houtekiet. 
 

Sietske de Boer is journalist en schrijver. Ze woonde lange tijd in Marokko en schreef meerdere boeken over Marokko en De Rif.
Meer artikelen van Sietske de Boer op Republiek Allochtonië vindt u hier.

Vond u dit artikel waardevol?

Als u dit artikel waardeert, dan kunt u dat laten blijken met een (kleine) donatie. Daarmee blijft het mogelijk dit werk onafhankelijk te blijven doen. 

Je kunt met iDeal doneren via deze link: https://bunq.me/republiekallochtonie

 


Meer over Abdelkrim el-Khattabi, De Rif, Marokko, recensie, Yassin Akouh.

Delen: