De Partij voor de Dieren en antisemitisme
In opinie door Lody van de Kamp op 27-03-2018 | 22:43
“Een mens hoeft geen antisemiet te zijn om toch antisemitisme te bedrijven”. De hernieuwde poging van de Partij voor de Dieren om tot een verbod van Koosjer (en Halal) slachten te komen zou daar een mooi voorbeeld van kunnen zijn.
Hiervoor heb ik een drietal domeinen naar voren gehaald in de hernieuwde maatschappelijke discussie die ontstaan is nu de Partij voor de Dieren opnieuw een wetsvoorstel heeft ingediend om Ritueel Slachten, Koosjer en Halal, te verbieden.
De Wetenschap
De directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de Partij voor de Dieren, de Nicolaas G. Pierson Foundation, Mevrouw drs. Karen Soeters, schermt daar waar het ritueel slachten aangaat voortdurend met wetenschappelijk onderzoek dat zou moeten bewijzen dat er sprake is van dierenleed bij de rituele slacht. Dat wetenschappelijk onderzoek is er.
Maar haar instituut en met haar de Partij voor de Dieren weigert te erkennen dat er naast het onderzoek waar zij het over heeft vergelijkbare wetenschappelijke onderzoeken bestaan met tal van publicaties die allemaal het tegendeel beweren. Zonder disrespectvol tegenover haar te willen zijn, doet zij haar uitspraken vanuit een instituut dat zelf niet de nodige wetenschappelijke disciplines in huis heeft die nodig zouden zijn om zo definitief tot conclusies te komen. Geen van de medewerkers heeft wetenschappelijk kwalificaties op dit specifieke vakgebied.
Mevrouw Soeters is eerlijk genoeg te erkennen dat zij zelf nog nooit een rituele slacht heeft gezien. Nu zal zo een eigen waarneming op zichzelf ook geen zinvolle bijdragen kunnen leveren tot het welles/nietes spel van wie er nu gelijk heeft in deze discussie. Het beeld van de slachting bepaalt niet in hoeverre er wel of geen sprake is van lijden of van pijn. De wetenschappelijke kaders die dit meten gaan verder dan alleen de visuele waarneming. Maar het feit dat mevrouw Soeters alleen maar vanuit de literatuur en de beelden citeert toont haar afstand tot de realiteit.
Op basis van dit alles, met het woord ‘wetenschappelijk inzicht en onderbouwing’, de Jood te verbieden ritueel te slachten en de weigering kennis te willen nemen van de tegengestelde wetenschappelijke meningen heeft voor de Joodse gemeenschap een antisemitisch effect. En moet dan ook als antisemitisme worden aangeduid.
Deze manier van wetenschap bedrijven leidt tot uitsluiting en tot een negatieve beeldvorming over de desbetreffende bevolkingsgroepen.
Zo een soort wetenschapsbeoefening leidt, en het is echt niet prettig om dit te benoemen, tot eenzelfde effect tot wat ooit in Nazi-Duitsland is gebeurd.
Om publiekelijk ondersteuning vanuit de Duitse samenleving te generen bij het invoeren van de rassenwetgeving in Nazi- Duitsland, werden wetenschappelijke theorieën opgevoerd met betrekking tot Ariërs en Joden. Daarbij ging het om wetenschappers die hun visie gaven met betrekking tot de ‘Untermensch’ die de Jood nu eenmaal zou zijn. Ook de wetenschapper Rudolf Steiner met zijn wetenschappelijke visie op ‘de superioriteit van het blanke ras ten opzichte van het zwarte ras’ is zo een klassiek voorbeeld van het onterecht eenzijdig gebruiken van ‘wetenschap’ als bewijsmateriaal. G’ddank staan er tegenover de wetenschap van Steiner andere wetenschappers die niets van zijn theorieën moeten hebben. Als samenleving zouden wij er niet aan moeten denken indien die andere wetenschappers in het Duitsland van toen, of de opponenten van Rudolf Steiner, op dezelfde manier terzijde zouden worden geschoven zoals de Partij voor de Dieren steeds weer doet met de opponenten van haar wetenschappelijke bronnen.
Hoe had onze samenleving er uitgezien wanneer wetenschappers die de theorieën bestreden welke waren gebouwd op medische experimenten van dr. Sigmund Rascher of Dr. Klaus Schilling in concentratiekamp Dachau of van de gynaecologen Carl Clauberg en Horst Schumann in Auschwitz als niet ter zake doende werden beschouwd?
Kortom, en dat laten we bij dit onderwerp die wel heel duistere periode van de geschiedenis achter ons, selectief gebruik maken van wel de ene wetenschappelijke bron en niet de andere raad plegen leidt in het beste geval tot uitsluiting en discriminatie, ook tot antisemitisme en islamofobie. En in het ergste geval tot een totaal verwoestende praktijk zoals het toen is gebeurd.
Selectieve verontwaardiging.
De Partij voor de Dieren is niet bij machte om de grote vleesindustrie, de massaslacht, een halt toe te roepen. Omdat zij daar niet toe in staat is richt zij zich haar acties ook niet primair op. Dit mogen wij ook niet, ondanks haar principiële standpunten met betrekking tot het consumeren van vlees, van haar verwachten. Het grootste deel van de samenleving wil gewoon vlees en laat zich dat niet afpakken. De economische belangen overstijgen op een gigantische manier de slagkracht van de Dierenpartij.
Het feit dat zij het ‘grote werk’ niet kan aanpakken, compenseert zij echter door zich te richten op de twee marginale groepen in de samenleving, de Moslims en de Joden.
Daar is misschien op het gebied van vleesconsumptie voor de Partij voor de Dieren nog wel wat te bereiken.
Daarbij signaleert zij, op haar eigen wijze, missstanden. De grote misstanden op het terrein van de grote slacht, het percentage van mislukte verdoving in de varkens-, kalf- en runde slachterijen, krijgt geen evenredige aandacht vergeleken met het marginale ‘niet-bedwelmde slachten’ voor religieuze groeperingen in de samenleving.
Uit onmacht wel het vlees gunnen aan de grote massa in ons land, uit macht geen vlees gunnen aan de Jood en de Moslim riekt naar uitsluiting, discriminatie en raakt antisemitisch gedrag oneigenlijke normgeving en islamofobie.
De propaganda
De beelden in een abattoir zijn voor de leek, de buitenstaander, niet plezierig. Net zomin als de beelden waarmee hulpverleners op de grote weg of de chirurg in de operatiekamer mee worden geconfronteerd.
Het zijn, als vanzelfsprekend, beelden die terecht veelal buiten beeld worden gehouden.
Om te bereiken wat de Partij voor de Dieren wenst te bereiken heeft zij veel steun vanuit de samenleving nodig. Die steun zal de partij moeten mobiliseren. Dat hebben wij ook in de vorige ronden van confrontatie met de Partij voor de Dieren gezien.
Deze mobilisatie van steun vanuit de brede samenleving werd toen niet en ook nu gekregen door feitenkennis van die samenleving, anders dan een beetje vanuit die eenzijdige wetenschappelijke kennis dus die de partij publiek maakt.
En voor de rest wordt die steun gekregen door de beelden te verspreiden van abattoirs met rond spartelende dieren, plaatsjes van vuil en bloed, en ik zeg het maar zoals het werkt, beelden van oudere Marokkaanse of Turkse mannen in een koffiehuis, oriëntaals geklede vrouwen op straat, mensen die zich toch al niet zo geaccepteerd weten binnen ons land. Een en ander liefst ook nog met wat gebrekkig Nederlandssprekende burgers erdoorheen.
De Partij voor de Dieren verspreidt geen kennis. Zij verspreidt wel propaganda. En tot wat propaganda tegen de levenswijze van Moslims, Joden en nog heel veel meer groeperingen binnen de samenleving kan leiden, daar hoeven wij niet verder uit te wijden.
In de beknopte bovenstaande beschouwing is er slechts sprake van drie van de domeinen die de stelling rechtvaardigt dat de Partij voor de Dieren antisemitisme bedrijft.
De overige domeinen, zoals bijvoorbeeld het aanwakkeren van vreemdelingenhaat, het ondersteunen van antisemitische en islamofobe politieke en maatschappelijke stromingen, het creeren van tweederangs burgers zullen, mocht deze ontwikkeling van de Partij voor de Dieren voortgaan, vast nog wel aan bod komen.
Rabbijn Lody B. van de Kamp studeerde voor rabbijn aan talmoedscholen in Zwitserland en Engeland. Hij was daarna als rabbijn verbonden aan verschillende orthodox-Joodse gemeenten.
Zie ook:
Meer artikelen over ritueel slachten
Waardeert u ons werk? U kunt Republiek Allochtonië steunen en een klein (of groot) bedrag doneren (nu ook via I-deal)
Meer over antisemitisme, halal, kosjer, ritueel slachten.
Reacties
R van Ervan - 31/03/2018 23:00
Hans Naaktloper - 28/03/2018 21:16
Vervolgens schrijft van de Kamp dat PvdD zich buitenproportioneel richt op de rituele slachtpraktijken van joden en moslims omdat er tegen de praktijken van de bioindustrie niet valt op te boksen. Wat een onzin. PvdD richt richt op een fatsoenlijke behandeling van dieren, mensen en natuur. Eén van de vele partijstandpunten is inderdaad dat ritueel slachten overbodig is, niet meer van deze tijd, achterhaald en nodeloos leed veroorzakend. Wetenschappelijk onderzoek waaruit dit zou blijken is niet eenduidig, maar dat wijt ik vooral aan de bias van de onderzoekers en de financiering van het onderzoek. Van de Kamp doet net alsof hij niet weet dat wetenschap, wetenschapsbeoefening, vooraannames en sturing van onderzoek en conclusies helaas onderdeel zijn gaan uitmaken van een industrieel complex (vgl. militair-industrieel complex).
Met antisemitisme heeft het allemaal niets te maken, van de Kamp trekt de antisemitisme-kaart als er kritiek komt op rituelen die o.a. door joden worden uitgevoerd, terwijl de kritiek zich richt op alle uitvoerders van onverdoofd ritueel slachten, dus b.v. ook op moslims. Hij haalt zelfs Rudof Steiner van stal om de modder die hij gooit van een rationele inhoud te voorzien. Steiner was inderdaad geen lekker mannetje en hield er net als vele van zijn tijdgenoten, waaronder ook joden en moslims, racistische ideeën op na. Van de Kamp schijnt te denken dat Steiner is uitgeroepen tot partij-ideoloog van de PvdD. Dat er binnen de 'groene' 'gemeenschap' mensen aanwezig zijn die Steiner nogal hoog hebben zitten, is waar, maar die constatering snijdt net zoveel hout als de bewering dat er ook joden zijn met racistische motieven. De enige verklaring voor het feit dat van de Kamp Steiner noemt in zijn betoog is die van de propaganda en de afleiding van waar het om gaat: het opzettelijk en met voorbedachte rade toebrengen van onnodig leed bij dieren.
----
Meneer van de Kamp, ik ben een tegenstander van besnijdenis bij jongens, ik vind dit ritueel een grove aantasting van zelfbeschikkingsrecht van een individu, als het aan mij lag was dit morbide gebruik al lang verboden. Maakt dit mij nu tot antisemiet, of handel ik daarmee antisemitisch? Van mij mag u dat vinden, u zult die conclusie slechts gebruiken als propagandamiddel voor de mensen die u denkt daarmee te dienen. Maar bedenk wel het volgende: In mijn vocabulaire heb ik geen speciaal woord voor hen die niet tot 'mijn' groep behoren, u wel. Joden, moslims en al die andere religieuzen kennen vele uitsluitings- en excommunicatiemethoden, die hebben ook plaatsen in de 'heilige' boeken en worden met naam, toenaam en gebruikershandleiding vermeld. Wij, de liberalen, kennen geen specifiek begrippenkader voor de 'heidenen', de 'afvalligen', de 'goy'. Hoe ik dat feit propagandair zou kunnen uitbuiten, dat hoef ik u verder niet uit te leggen toch?
Als u doorgaat met het verklaren van logische systeemkritiek op joodse rituelen tot antsemitisme, dan overspeelt u uw hand, dan devalueert u antisemitisme, mede door de onsmakelijke en overbodige Godwins die u in uw betoog aanvoert, en zal het logische gevolg zijn dat de term antisemiet geen indruk meer maakt en in de toekomst wellicht helaas als geuzennaam zal worden gebruikt.
Wees eens fideel en stuurt u mij de links of routes naar al die onderzoeken die aantonen dat ritueel slachten de gewenste dan wel de evenredige manier is aan de gangbare om dierenlevens te beëindigen.
Groeten
Hans Naaktloper