De paradox van een anti-IS-verklaring

In opinie op 28-09-2014 | 20:24

De oproep aan moslims zich te distantiëren van islamistisch geweld is een impliciete en daarmee perfide verdachtmaking verhuld als schijnbaar redelijk verzoek.

tekst: Bart Voorzanger

Onder de kop “Geweld djihadisten besmet alle moslims” gingen afgelopen vrijdag (26-9-’14)  twee leden van “het filosofisch elftal” van Trouw met elkaar (en een interviewer) in gesprek over de vraag of moslims zich behoren te distantiëren van islamistisch geweld. De interviewer geeft de aftrap: “Hebben de daden van iemand met wie je een woord deelt consequenties voor jou?”

Paul van Tongeren, hoogleraar wijsgerige ethiek in Nijmegen, werpt tegen dat het niet om zomaar een “woord” gaat, maar om een “naam”. Zijns inziens doet dat ertoe omdat mensen een bijzondere band hebben met hun naam. Bart Jan Spruyt, publicist, stemt daarmee in en geeft dan als voorbeeld dat hij zich als christen ongemakkelijk voelt bij geweld gepleegd uit naam van het christendom omdat “… die mensen hetzelfde boek lazen of lezen als ik, en in eenzelfde traditie stonden of staan”.

Van Tongeren: “Collectieve verantwoordelijkheid bestaat niet in de zin dat elk lid van een groep activistisch verantwoordelijk is voor datgene wat een ander lid van die groep gedaan heeft. Maar het bestaat wél in de zin dat ik niet alleen feitelijk voel, maar ook hoor te voelen dat een wandaad van een groepsgenoot ook op mij afstraalt.”

Van “naam” zijn we zo in korte tijd via “traditie” bij “groep” beland. Nu is een groep (net als een traditie overigens) zo groot of klein als je zelf maar wilt. Ik kan met goed verplaatsen in moslims die IS-strijders helemaal niet zien als behorend tot dezelfde traditie of groep als zijzelf. Wat IS-strijders en onze islamitische landgenoten gemeen hebben is het woord waarmee ze elk voor zich hun eigen religie aanduiden, maar wat ze met dat woord bedoelen kan zeer verschillen. ’t Is hetzelfde woord qua klank, niet qua betekenis. Wat dat betreft verhoudt het geloof van mijn vriend Ali zich tot dat van IS-strijders als de bank waarop u de krant leest tot de bank waar u uw hypotheek afsloot. Van filosofen mag je verwachten dat ze dat soort schijnovereenkomsten doorzien.

Dat je als lid van een met een bepaald woord aangeduide groep het gevoel kunt hebben dat de daden van mensen die eveneens tot een met dat woord aangeduide groep behoren ook op jou “afstralen” kan ik me best voorstellen, maar dat je dat ook hoort te voelen gaat net één stap verder, en die buitengewoon cruciale stap beargumenteert Van Tongeren nergens. Hij maakt wel iets anders duidelijk: “Je staat via de naam in een symbolische relatie tot bepaalde daden.” Kennelijk vormen naam, traditie en groep voor hem één geheel, en wel een geheel dat “symbolische relaties” teweegbrengt. Wat dat zijn, “symbolische relaties”, waar en hoe die ontstaan, wat voor consequenties ze hebben en waarom ze die hebben, legt hij allemaal niet uit. Het creëren van gehelen uit een brei van vagelijk geassocieerde woorden geeft weliswaar een prettig gevoel van samenhang, maar tot erg veel helderheid leidt het niet.

Voor Van Tongeren betekent dit alles “niet dat elke moslim nu moet gaan zeggen dat hij afstand neemt van IS. Maar elke moslim zal wel moeten erkennen dat hij er onvermijdelijk mee verbonden is en zelf een manier zien te vinden om zich ertoe te verhouden.” (U heeft gelijk: die zin loopt niet, maar wie daarop let is een kniesoor.)

Dat moslims verbonden worden met de wandaden van ISIS klopt beslist, en dat die verbinding onvermijdelijk is in tijden waarin wantrouwen de norm is, klopt al evenzeer, maar de vraag blijft wat of wie die verbinding maakt. Een simpel antwoord op die vraag is dat het ánderen zijn die dat doen: De Spruyten en Van Tongerens die bij elke islamitische landgenoot die ze tegenkomen kennelijk meteen aan IS denken. Daarmee creëren ze een probleem waartoe die islamitische landgenoot zich inderdaad moet zien te verhouden: hij wordt erdoor verdacht gemaakt. En hij wordt verdacht gemaakt op een manier die lastig te weerleggen is omdat de verdachtmaking verpakt is in een schijnbaar redelijke oproep. De aangesprokene kan daarop natuurlijk hartstochtelijk verklaren dat hij de wandaden van IS afwijst, maar als zo’n verklaring een reactie op de verdenking is – en toon maar eens aan dat hij dat niet is – bevestigt die slechts de rechtmatigheid daarvan.

De oproep aan moslims zich expliciet te distantiëren van islamistisch geweld doet mij sterk denken aan het klassieke voorbeeld van een paradoxale vraag uit leerboekjes informele logica: “Bent u opgehouden uw vrouw te slaan?” Dat lijkt een keurige ja/nee-vraag, maar of je nou “ja” of “nee” zegt, in beide gevallen geef je toe in elk geval voorheen je vrouw geslagen te hebben. De schijnbaar keurige vraag bevat een impliciete beschuldiging die je beaamt door de vraag – als vraag – te beantwoorden. De enige uitweg is dat je uit het gesprek stapt: “Die vraag deugt niet, dus ik zal hem niet beantwoorden.”
 

Deze tekst verscheen eerder op Barts eigen weblog

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.  

 


Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door ons te steunen



 


Meer over afstand nemen, is, islam, spruyt, terreur, van tongeren, voorzanger.

Delen:

Reacties


Shabnam Theunissen - 18/10/2014 21:42

Moslims hoeven m.i. helemaal niet publiekelijk te verklaren het niet eens te zijn met de IS. Dat zou hetzelfde zijn als dat mensen die weleens een glas alcohol drinken aan iedereen zouden moeten uitleggen geen alcoholist te zijn (omdat sommige mensen die drinken dat wel zijn). Onzin dus. Het heeft allemaal alleen maar te maken met de vooroordelen die sommige mensen graag willen hebben. Zoals 50 jaar geleden het 'rode gevaar' loerde, loert nu zogenaamd het 'groene gevaar'.

Bart Voorzanger - 29/09/2014 16:42

@ Bouchra: Beste Bouchra, natuurlijk kun je het geweld van IS veroordelen en er afstand van nemen! Alleen, doe het omdat je dat zelf wilt, en niet omdat anderen dat van je vragen.

Bouchra - 29/09/2014 16:27

Het is tweeledig..
Je zult als (echte) moslim je niet van de koran distantiëren. Toch kun je, net als bij christenen erkennen dat er geweldspassages in het heilig boek staan en dat die passages voortkomen uit een ver verleden en niet in het nu passen. Maar natuurlijk kun je wel het geweld van IS veroordelen en er afstand van nemen.

Bart Voorzanger - 28/09/2014 23:06

@John: Zij wel,misschien; miljoenen anderen niet.

John - 28/09/2014 22:11

Als Moslims in DenHaag die tegen IS zijn, zeggen dat een oorlog tegen IS, een kruistocht is tegen de Islam. Verbinden zijn toch IS met Islam. Impliciet zeggen ze : IS is islam? http://www.trouw.nl/tr/nl/4492/Nederland/article/detail/3755633/2014/09/26/Nederland-moet-niet-meedoen-met-deze-kruistocht-tegen-de-islam.dhtml"