De Nederlandse democratie kan wel een fundamentalistisch schokje hebben
In opinie op 20-12-2013 | 10:44
Tekst: Cas Mudde
Verscheidene media hebben in de afgelopen week bericht over het onderzoek naar fundamentalisme en vijandigheid ten opzichte van (etnische) out-groups. Uit dit onderzoek van Ruud Koopmans bij het Duitse Wetenschapscentrum in Berlijn (WZB) blijkt dat “moslimfundamentalisme wijdverspreid is.”
Koopmans en zijn medewerkers hebben bijna 9000 burgers geïnterviewd uit zes West-Europese landen (Oostenrijk, België, Duitsland, Frankrijk, Nederland en Zweden), waaronder 3373 ‘autochtonen’ en 5548 ‘immigranten’ van Marokkaanse (2204) en Turkse (3344) afkomst. Hun enquête is bijzonder vanwege het cross-nationaal karakter, de heldere theoretische en empirische insteek, en het grote aantal respondenten met een migrantenachtergrond.
Dat gezegd hebbende zijn zowel het korte onderzoeksrapport als de berichten in de media interessant, niet alleen om wat ze impliceren maar ook om wat ze nadrukkelijk niet impliceren.
Zoals je zou verwachten is het onderzoeksrapport veel uitvoeriger en genuanceerder dan de berichtgeving in de media. Koopmans merkt terecht op dat religieus fundamentalisme niet uitsluitend een kenmerk is van de islam, en dat (zowel christelijk als islamitisch) fundamentalisme sterk samenhangt met weerstand tegen out-groups. Toch gaat het grootste deel van het onderzoeksrapport over het vermeende uitzonderlijke karakter van de islam: het benadrukt dat moslims veel fundamentalistischer (zie figuur) en veel vijandiger zijn over out-groups dan christenen.
Jonge moslims net zo fundamentalistisch?
De meest opvallende bevinding, die ingaat tegen het traditionele beeld, is dat jonge moslims net zo fundamentalistisch zijn als oudere moslims. Dit is vooral opvallend omdat de oude moslims de oorspronkelijke gastarbeiders zijn die immigreerden uit Marokko en Turkije, terwijl de overgrote meerderheid van de jonge moslims geboren en getogen zijn in West-Europa. De bevinding botst dus met de oudere (door veel onderzoek gestaafde) opvatting dat immigranten zijn geassimileerd als we bij de derde generatie aankomen. De assimilatietheorie heeft lang mogen gelden, maar lijkt te zijn veranderd in de huidige netwerksamenleving met internationale connecties. Desalniettemin laat ander recent onderzoek onder Franse immigranten juist weer zien dat de vierde generatie migranten (of wat de Fransen beschouwen als de 2,5e generatie) veel meer geïntegreerd is dan de derde.
‘Islamitische immigranten’ en ‘christelijke autochtonen’
Het meest problematische deel van het rapport is de, ongetwijfeld onbedoelde maar toch onhandige, tegenstelling tussen ‘islamitische immigranten’ en ‘christelijke autochtonen’: Immers, de meeste moslims zijn tegenwoordig geen immigrant maar autochtoon, aangezien ze geboren en getogen zijn in hetzelfde (West-Europese) land waar ze leven. Bovendien zijn veel (niet-islamitische) autochtonen niet eens christelijk. Dat is ook de enige twijfelachtige bevinding uit de survey-data: 70% van de autochtone respondenten gaf aan christelijk te zijn. Dat lijkt een ongewoon hoog percentage in zulke seculiere landen.
Hoewel de precieze cijfers verschillen met de wijze waarop vragen geformuleerd zijn, laat een Ipsos-MORI onderzoek uit 2011 veel lagere percentages christelijke inwoners zien. Op de vraag “What, if any, is your faith or religion even if you are not currently practising?” antwoordde 49% van de Belgen, 45% van de Fransen, 50% van de Duitsers en slechts 35% van de Zweden een christelijke denominatie. In Nederland (dat niet onderzoek zat) was het percentage 44%. Maar goed, hoewel een preciezere afbakening van christelijke autochtonen waarschijnlijk minder zou afwijken van islamitische ‘immigranten’, zou het fundamentalisme nog altijd (veel) vaker voorkomen onder moslims.
De meting van vijandigheid tegen out-groups baart ook wat zorgen. Gegeven historische gebeurtenissen en de huidige (geopolitieke) context, wekt het bepaald geen verbazing dat moslims vaker antisemitisch zijn dan christenen.
Verschillende commentatoren hebben islamofobie het nieuwe antisemitisme van West-Europa genoemd. De islamofobie (en het antisemitisme onder ‘autochtonen’) zijn in dit onderzoek fors lager dan in vele andere studies. Dit is het gevolg van de sterke bewoordingen in de vraagstelling. Waar antisemitisme wordt gemeten met de stelling ‘Joden kunnen niet worden vertrouwd’, is de stelling waarmee islamofobie wordt gemeten ‘Moslims streven naar de vernietiging van de westerse cultuur’. Dit is waarschijnlijk omdat de onderzoekers moslims een soortgelijke spiegelvraag wilden voorleggen, namelijk ‘westerse landen streven naar de vernietiging van de islam’. Helaas leidt dit tot een aanzienlijke onderschatting van vijandigheid ten opzichte van moslims door ‘autochtonen’. Bovendien is het, gegeven de War on Terror, twijfelachtig of de twee ‘vernietigingsvragen’ werkelijk equivalent zijn.
Uitzonderlijke moslims
Het verrast me niet dat media zich bijna uitsluitend hebben gericht op de uitzonderlijkheid van moslims, aangezien dat het dominante frame is in de berichtgeving over islam en moslims. Het voornaamste verschil is de mate waarin dit frame wordt aangezet. Zo kopt de Duitse Huffington Post ‘Zijn de regels van de islam belangrijker dan de Duitse wetten?’, terwijl de conservatieve Duitse krant Die Welt kopt ‘Moslims: Religie is belangrijker dan wet’.
Slechts een paar artikelen hebben vraagtekens gezet bij de bevindingen, waaronder het Nederlandse (protestante!) dagblad Trouw dat Arabist Jan Jaap de Ruiter interviewde die de equivalentie van de stellingen over de verschillende religies betwijfelt. Zo stelt hij dat religieuze wetten veel belangrijker zijn voor moslims dan voor christenen, omdat ze simpelweg sterk verschillen: “De sharia is wat dat betreft echt niet te vergelijken met bijvoorbeeld de Tien Geboden. Dat is een gevalletje appels en peren.”.
En dus?
Uiteindelijk is de voornaamste vraag: Wat betekent dit allemaal? De meeste media berichten alleen over Koopmans’ waarschuwing tegen de intolerantie van moslimfundamentalisme. Maar in een zeer genuanceerde conclusie benadrukt Koopmans ook dat religieus fundamentalisme niet mag worden gelijkgesteld aan steun voor (of zelfs betrokkenheid bij) religieus gemotiveerd geweld, en dat moslims slechts een kleine minderheid vormen in West-Europese samenlevingen. Vandaar dat hij zegt: “de grote meerderheid van de homofoben en antisemieten zijn nog altijd autochtonen”. Betekent dit dat (West-)Europese democratieën in de problemen zitten?
30% van de VS neemt de bijbel letterlijk
Wellicht kan een vergelijkend perspectief helpen deze vraag te beantwoorden. Zoals Rachel Gillum laat zien, is er geen verschil in religieus fundamentalisme tussen moslims en christenen in de VS. Dat lijkt misschien positief voor de VS, maar er is ook weinig verschil in religieus fundamentalisme tussen moslims in Europa en moslims in de VS. Het enige werkelijke verschil tussen de VS en Europa is het verschil in christenfundamentalisme. In de VS neemt 30% van de hele bevolking de bijbel letterlijk. 60% van de ‘blanke evangelisten’ (en 49% van de conservatieve Republikeinen) vindt dat de bijbel meer invloed op de Amerikaanse wetgeving zou moeten hebben dan het Amerikaanse volk. Antisemitisme en homofobie komen veel vaker voor dan in West-Europa. En veel prominente politici geloven dat de Grondwet gebaseerd is op de bijbel, of dat anders zou moeten zijn.
Fundamentalisme in Nederland
In de Nederlandse context is er ook weinig reden om verontrust te zijn. Als 44% van de ‘Marokkaanse en Turkse allochtonen’ fundamentalisten zijn, dan spreken we over grofweg 336.000 moslimfundamentalisten, ofwel 2% van de totale Nederlandse bevolking. Om dit in (een christelijk) perspectief te plaatsen: vorig jaar stemden 196.780 Nederlanders op de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP), een christelijk-fundamentalistische partij die een theocratie (‘Godsregering’) nastreeft en die slechts in maart dit jaar, na een dwingende uitspraak van de Hoge Raad, vrouwelijke leden toeliet. De orthodox-Protestante subcultuur waaruit deze kiezers komen, de zogenaamd bevindelijk gereformeerden, telt meer dan 500.000 Nederlanders, anderhalf keer het vermeende aantal moslimfundamentalisten in Nederland.
Met andere woorden, de Nederlandse democratie kan wel een fundamentalistisch schokje hebben.
Cas Mudde is assistant professor in de School for Public and International Affairs aan de University of Georgia. Dit stuk verscheen eerder in iets andere vorm op The Monkey Cage. Deze versie verscheen eerder op het voortreffelijke blog stukroodvlees en is in overleg met de auteur ook op Republiek Allochtonië geplaatst.
Lees ook:
Op dit blog:
Promotie-onderzoek: Nederlandse moslimfundamentalisten vrij westers en modern (onderzoek Fiore Geelhoed)
Salafisme en democratie in Nederland
Salafisme: de vijand die we graag haten (Martijn de Koning)
Opmerkelijk: een kwart van de PVV-aanhang vindt geweld toegestaan
Salafisme en hyperventilatie (Ewoud Butter)
Salafisme vormen buffer tegen radicalisering (Onderzoek naar orthodoxe moslims in Nederland)
Nederlandse moslim genuanceerder over homo's dan Duitse boer
Naar aanleiding van de studie van Koopmans:
Dreigend fundamentalisme? (Bart Voorzanger)
Muslims in Europe, bearers of fundamentalism (Jan Jaap de Ruiter)
Omvang van moslimfundamentalisme valt niet weg te nuanceren (Carel Brendel)
Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.
Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.
Meer over cas mudde, fundamentalisme, ruud koopmans, salafisme, stukroodvlees.