De beweging DENK en de hypocrisie van de Nederlandse politiek

In opinie door Nizam Cabbar op 29-05-2016 | 07:40

Tekst: Nizam Cabbar

De media van het geld hebben er sinds enige tijd weer een sensatiebron bij: de beweging DENK en de toetreding van Farid Azarkan en Sylvana Simons tot DENK. Een deel van die media heeft een campagne van start laten gaan voor de verdere ridiculisering en marginalisering van de beweging zelf, van de oprichters van de beweging en van de toetreders tot de beweging. Dat blijkt uit overvloedige beweringen in diezelfde ‘gewone’ en ‘sociale’ media. De PvdA zou de oprichters van DENK er destijds niet voor niets hebben uitgeknikkerd. DENK zou als de lange arm van Erdogan fungeren. De oprichters van DENK zouden spionnen van de Turkse regering zijn. DENK zou als politieke fractie geen nuttige aanvulling op de Nederlandse politiek zijn. Zij zou tegen de integratie van de etnische minderheden zijn en de zoveelste hok binnen de Nederlandse hokjescultuur.

Of die beweringen al dan niet waar zijn en in hoeverre, is in ieder geval een belangrijke en begrijpelijke vraag die zeker gesteld maar die wel in overeenstemming met de realiteit beantwoord dient te worden. Opvallend is dat een groot deel van de kritiek en commotie er op gericht lijkt te zijn om DENK in de kiem te smoren en zowel de oprichters als de sympathisanten ervan in een kwaad daglicht te stellen. En dan niet zo zeer op grond van de ideologische visie, het beginselprogram of de politieke optredens en prestaties van DENK maar voornamelijk op basis van de aanname dat de heren oprichters van DENK sympathisanten van Erdogan zouden zijn en het feit dat zij een ‘eigen’ visie op het verleden en het heden zouden hebben aangaande de Armeense en andere genociden, de Koerdische kwestie en nog enkele andere zaken. Zaken zoals de ernstige schending van humanitaire en democratische grondrechten door het Erdogan-regime, waar de heren zich niet kritisch toe zouden verhouden. Getuige bijvoorbeeld hun opstelling ten aanzien van de arrestatie van bekende en minder bekende Nederlandse journalisten door Turkse autoriteiten.

Het is vervolgens tamelijk bedenkelijk dat DENK, die nauwelijks een factor van betekenis vormt binnen het Nederlandse politieke krachtenveld, nu in toenemende mate tot doelwit wordt gemaakt van racistische vijandigheid en anti-islamitische haat waar zeer veel agressie van uitgaat. Het feit dat mevrouw Sylvana Simons op de sociale media keer op keer gelyncht en geterroriseerd werd (en wordt) omdat zij zich bij DENK aangesloten heeft, is daar een concreet voorbeeld van.

Uiteraard staat het een ieder vrij om kritiek te hebben op DENK en op de prominenten van DENK. Maar als bepaalde individuen of groeperingen spontaan of in georganiseerd verband de stromen van kritiek laten escaleren tot racistisch en seksistisch gekleurde haatcampagnes waarbij er openlijk tot geweldpleging en moorddadigheid wordt opgeroepen, dan wordt er een zeer kritieke grens ernstig overschreden. Die grens is in de afgelopen tijd ‘weer’ keer op keer overschreden.

Nu is DENK relatief gezien nog maar een zeer kleine politieke beweging in opbouw, opgericht door twee Turkse mannen. Mannen met een islamitische achtergrond die in Nederland opgegroeid zijn en hun politiek werk als leden van de Tweede Kamer wilden voortzetten nadat zij uit de PvdA-fractie verwijderd werden. Dat is volstrekt gerechtvaardigd en eigenlijk geen reden tot verontwaardiging. Dat de mannen islamitisch-conservatief, Turks-nationalistisch en aanhangers van Erdogan en zijn regime zouden zijn is ook niet iets om van op te kijken. Ze zijn immers in milieus opgegroeid en gevormd waar islamitisch-conservatisme, Turks-nationalisme en blinde trouw aan Turkije een zware stempel drukten op de religieuze geloofsopvatting, ideologische visie en politieke voorkeur van mensen. In de jaren dat de twee mannen opgroeiden waren in de bovengenoemde milieus verschillende religieuze en nationalistische bewegingen van Turkse origine actief in het propageren van hun ideologische principes, politieke perspectieven en praktische standpunten.

Met name sinds de jaren 80 van de vorige eeuw was er sprake van een voortdurende groei van deze Turkse bewegingen in Nederland. ‘Diyanet’, ‘Milli Görüş’, ‘Gülen Beweging’, ‘Süleymanci’s’ en ‘Grijze Wolven’ zijn de belangrijkste voorbeelden uit nog een flink aantal andere. De PvdA verklaarde ervoor te zullen pleiten een aantal daarvan aan onderzoek te laten onderwerpen, zogenaamd vanuit haar bezorgdheid om het feit dat deze bewegingen de integratie van Turken binnen de Nederlandse samenleving zouden belemmeren. Uit de mond van de PvdA klinkt deze verklaring en de motivatie daarachter erg ongeloofwaardig en bovendien bedenkelijk. In de afgelopen decennia is er namelijk genoeg soortgelijk en gericht onderzoek gepleegd. Daaruit kwam keer op keer en onomwonden naar voren dat deze bewegingen het principieel niet zo nauw nemen met het fenomeen van integratie. Dat is niet vreemd want de politiek religieuze, ultranationalistische en antidemocratische aard van de identiteit van deze bewegingen druist diametraal in tegen de integratie en het streven naar integratie. Niet alleen onderzoek wijst dat onweerlegbaar uit, ook de praktijk van het dagelijkse leven toont dat voortdurend aan. In deze is het dan des te merkwaardiger dat de PvdA de behoefte voelde naar nieuw onderzoek ter zake. De PvdA verraadt daarmee zelf haar eigen misleidende en provocatieve voornemens.

De bovengenoemde Turkse organisaties, genootschappen en bewegingen zijn al sinds meerdere tientallen jaren onder het toeziend oog van de Nederlandse overheid in Nederland actief. De Nederlandse overheid heeft deze bewegingen altijd gesteund en als gesprekspartners van de Turks-islamitische gemeenschap erkend en gelegitimeerd. Verschillende Nederlandse regeringen waar ook de PvdA deel van uitmaakte hebben die organisaties altijd onterecht een grote rol toegedicht in het integratieproces van de Turkse gemeenschap in Nederland. De Nederlandse overheid heeft deze organisaties ook structureel gesubsidieerd en autoriteiten hebben namens de Nederlandse overheid altijd goed samengewerkt met deze extreem religieuze en nationalistische bewegingen.

Die samenwerking bleek met name op een tweetal punten effectief te zijn. Ten eerste zorgden deze bewegingen met hun voortdurende propaganda en fanatieke indoctrinatiecampagnes ervoor dat grote massa’s van mensen binnen de Turkse gemeenschap ‘ingesloten’ werden in religieuze en nationalistische keurslijven. Daarmee werd beoogt de ontwikkeling van een progressief-democratisch sociaal bewustzijn en opbouw van een constructief-participatieve burgerschapsopvatting binnen de Turkse gemeenschap te belemmeren. Op die manier werd de dominante positie van feodale bekrompenheid, cultureel conservatisme en nationalistische botheid en kortzichtigheid binnen de Turkse gemeenschap in stand gehouden en verder versterkt. Ten tweede was de bovengenoemde samenwerking ook erg goed voor de terugdringing en verzwakking van democratische en sociaal kritische groeperingen en organisaties binnen de Turkse gemeenschap.

Zo heeft de Nederlandse overheid sterk bijgedragen tot de versterking van bovengenoemde religieuze en nationalistische bewegingen. Een belangrijke factor die sinds ruim een decennium ook tot de versterking van deze Turkse bewegingen heeft bijgedragen is de macht van Erdogan en de Turkse AKP-regering. Niet alleen zijn de bewegingen in kwestie door de macht van Erdogan en de Turkse regering verder versterkt, ook de sfeer voor onderlinge ‘communicatie’ en ‘samenwerking’ tussen die bewegingen en de Turkse overheid is onweerlegbaar verder verruimd.

Omdat de invloed van Turkse religieuze en nationalistische organisaties in Nederland op die manier gegroeid is en omdat ook de realiteit van de samenwerking tussen een deel van deze organisaties en de Turkse overheid constateerbaar is geworden, moeten deze organisaties weer (tijdelijk) verzwakt, geïsoleerd en beheersbaar gemaakt worden en mogen zij geen sterke posities binnen de Nederlandse politiek innemen. Zeker nadat uit enquêtes gebleken zou zijn dat overgrote meerderheden van de Turken in Nederland de AKP en het Erdogan-regime zouden aanhangen en met IS zouden sympathiseren. Nu de beweging van de politieke islaam wereldwijd in kracht en breedte snel aan het groeien is, kan de Nederlandse overheid een te sterk front van politiek islamisme en extreem nationalisme binnen de Turkse gemeenschap in Nederland natuurlijk niet gebruiken. Vandaar de diverse enquêtes die gehouden worden en onderzoeken waarvoor gepleit wordt. Enquêtes en onderzoeken die moeten resulteren in steeds nieuwe aanleidingen tot de verdere versterking en institutionalisering van agressief en gewelddadig racisme tegen islamieten, Turken en andere ‘allochtonen’. Vandaar onder andere de ridiculisering en marginalisering van DENK en vandaar ook de terreur die uitgeoefend wordt op Sylvana Simons en andere prominenten van DENK.

Degenen die vinden dat DENK een verwerpelijke organisatie is, zouden ook moeten weten dat de oprichters van DENK voortkomen uit de gelederen van bovengenoemde religieuze en nationalistische bewegingen die door Nederlandse regeringen en politieke partijen sinds drie decennia gesteund en gesubsidieerd worden. DENK is daarmee ook het product van de Nederlandse regeringen en politieke partijen zelf. Degenen die DENK verwerpelijk vinden, zouden de regeringen en de samenstellende politieke partijen die de genoemde bewegingen hebben gesubsidieerd ook moeten veroordelen om hun inconsequentheid, hypocrisie en opportunisme.

Degenen die kritiek hebben op DENK en zo verontwaardigd zijn over het feit dat hun eigen Sylvana Simons zich bij DENK aangesloten heeft, zouden alle asociale factoren die mede tot het ontstaan van DENK en soortgelijke bewegingen hebben geleid moeten veroordelen, verwerpen en bestrijden. Zij zouden de handen ineen moeten slaan en gezamenlijk moeten strijden om in ieder geval de huidige regering tot een betere, socialere opstelling te bewegen. Deze regering zou er toe bewogen moeten worden om alle soorten van racisme, discriminatie en ontoereikendheden in het onderwijs, op de arbeidsmarkt, op de werkvloer en op alle levensterreinen te bestrijden met alle mogelijkheden en middelen die haar ter beschikking staan.

Het neoliberaal beleid van afbraak, bezuiniging en verarming en van privatisering, flexibilisering en deregulering treft alle werknemers en uitkeringsgerechtigden, alle vrouwen, jongeren en ouderen, alle groepen die in een zwakke sociale positie verkeren. Grote aantallen mensen binnen de etnische minderheden worden door racistische en discriminatoire kenmerken van datzelfde beleid extra getroffen. Zij hebben meer dan wie dan ook bovendien te kampen met economische, sociale en culturele achterstelling en uitsluiting. Achterstelling en uitsluiting liggen ten grondslag aan segregatie en aan vergroting en verdieping van de tweedeling binnen de samenleving.

Het neoliberaal beleid heeft bij de meerderheid van de Nederlandse armen tot een diepe teleurstelling in de ‘gevestigde politiek’ geleid. De armen binnen de etnische minderheden voelen eveneens een diepe teleurstelling voortkomend uit hetzelfde beleid van dezelfde ‘gevestigde politiek’. Onder deze omstandigheden is het niet vreemd dat er ‘nieuwe’ bewegingen ontstaan en is het niet vreemd dat mensen dan naar ‘alternatieve’ bewegingen of partijen op zoek gaan om zich erbij aan te sluiten. Daarom is de aansluiting van Farid Azarkan en Sylvana Simons bij DENK niets bijzonders en niet raar, gezien hun teleurstelling en ontevredenheid betreffende een aantal zaken zoals zij die zelf in de media hebben verwoord. Daarom zou er niemand van op moeten kijken als ook vele duizenden in de komende tijd mogelijk aansluiting zullen zoeken bij DENK.

De regering moet een democratischer, socialer, vreedzamer en volksvriendelijker beleid voeren met heel veel meer oog voor de armen en heel veel minder voor de rijken, de banken en de multinationals.

Zolang de regering dat niet doet, zal de samenleving in toenemende mate te maken blijven hebben met armoede, achterlijkheid, tweedeling, segregatie, racisme en agressie.

Politici, media en publiek zouden zich daarover druk moeten maken, in plaats van zich op te winden over de aansluiting van enkele relatieve bekendheden bij DENK. Een storm in een glas water.

Nizam Cabbar

 


Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook


 

Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!



 


Meer over DENK, Nizam Cabbar, politiek.

Delen:

Reacties


Husamettin - 31/05/2016 19:14

Ik heb uit de tekst van het bovenstaande opiniestuk van Nizam Cabbar niets kunnen lezen wat erop wijst dat Nizam Cabbar zou vinden dat DENK ondubbelzinnig, ongevaarlijk voor de democratie en onschadelijk voor de integratie zou zijn. Integendeel, hij vindt dat in ieder geval de oprichters van DENK hetzelfde Turkse conservatief-religieuze ultranationalistische gedachtegoed in zich dragen als de Turkse religieuze en nationalistische bewegingen waar zij in en door gevormd zijn en er uit voortkomen.

Kees Walle - 31/05/2016 14:05

Ik ben het met Nizam Cabbar eens wanneer hij een verband legt met de politieke, en maatschappelijke ontwikkeling in Nederland in relatie tot de positie van niet-westerse migranten. Zo bezien schept het neoliberale gif niet alleen sociaal-economische uitsluiting, achterstelling en ongelijkheid, maar ook sociaal-culturele tegenstellingen en racisme. De opkomst van Fortuyn en de PVV zijn daarvan de meest excessieve voorbeelden, maar het is evident dat de middenpartijen en het merendeel van de ‘kwaliteitsmedia’ wat dat betreft ook boter op hun hoofd hebben. Zo kan je zeggen dat DENK (net zoals de PVV) daar het - spiegelbeeldig - product van is: actie roept reactie op.

Maar een deel van zijn analyse deel ik niet. Ik citeer Nizam Cabbar: ‘Degenen die vinden dat DENK een verwerpelijke organisatie is, zouden ook moeten weten dat de oprichters van DENK voortkomen uit de gelederen van bovengenoemde religieuze en nationalistische bewegingen die door Nederlandse regeringen en politieke partijen sinds drie decennia gesteund en gesubsidieerd worden. DENK is daarmee ook het product van de Nederlandse regeringen en politieke partijen zelf. Degenen die DENK verwerpelijk vinden, zouden de regeringen en de samenstellende politieke partijen die de genoemde bewegingen hebben gesubsidieerd ook moeten veroordelen om hun inconsequentheid, hypocrisie en opportunisme.’

Wanneer je zegt dat degenen (wie? Nederlandse Nederlanders? Links of rechts? Politici of burgers? Iedereen?) zouden moeten weten dat de oprichters van DENK voortkomen uit religieuze en nationalistische bewegingen die decennia door Nederlandse regeringen en politieke partijen worden gesteund en gesubsidieerd, dan vraag je begrip voor de gevolgen van die subsidiecultuur. Zo’n opvatting is nog te billijken wanneer het gaat over degenen die het slachtoffer zijn van die cultuur. Maar kom op zeg - de oprichters van DENK zijn geen slachtoffers, doch - evenals Cabbar - hoogopgeleide mensen die hier geboren zijn of al jarenlang wonen en in maatschappelijk opzicht deel uitmaken van de sociaal-culturele elite. Het conflict waardoor Tunahan Kuzu en Selçuk Öztürk afscheid namen van de PvdA had niet alleen te maken met meningsverschillen over het integratiebeleid, maar ook met hun weigering om de Armeense genocide te erkennen. Daar kan aan worden toegevoegd dat ik Kuzu en Öztürk nog nooit heb betrapt op een authentiek links geluid en verzet tegen de neoliberale koers van de PvdA. Integendeel - vóór hun breuk met de PvdA hebben zij het spel volop meegespeeld en talloze malen voor de invoering van asociale PVDA-VVD-maatregelen gestemd.

Inmiddels is duidelijk geworden dat zij ook geen afstand willen nemen van wat er dagelijks in het Turkije van Erdogan gebeurt: het monddood maken van de pers, onderdrukking van de vrije meningsuiting, arrestaties van journalisten, de burgeroorlog tegen de Koerden, de gigantische corruptie - en ga zo maar door. Om over de lange arm van Erdogan in Nederland nog maar te zwijgen. Is dat belangrijk? Ja, dat is belangrijk, want de inhoud van de fascistoïde tweets en reacties uit de ‘religieuze en conservatieve achterban’ doen de haren ten berge rijzen. Zij doen niet onder voor de bagger van de PVV-tokkies. Deze gang van zaken blijkt echter voor Farid Arzakan en Silvana Simons geen beletsel te zijn om zich bij de ‘beweging’ aan te sluiten.

Ik ben zeer bereid om de hypocrisie en het opportunisme van achtereenvolgende Nederlandse regeringen te veroordelen - maar dat geldt evenzeer voor de dubbelzinnigheid van DENK. Haar mooie praatjes over sociaal, verdraagzaamheid, duurzaamheid en rechtvaardigheid klinken mij schril in de oren. Het heeft meer met opportunisme dan met links te maken.