‘Dadelijk moeten we lokmoslims gaan inzetten’ (Johanna Nouri)
In opinie door Johanna Nouri op 01-07-2010 | 21:36
"Tegen het antisemitisme treedt onze samenleving op, er komt een spoeddebat, men roept op lokjoden in te zetten en neemt moties aan. De vraag is of dat ook gaat gebeuren bij de discriminatie van moslims. Van Donselaar was daarover erg somber.(..)Het zou fijn zijn als de Tweede Kamer laat zien dat hij ongelijk heeft."
Dat schrijft Johanna Nouri op haar weblog Levantijnse berichten. Hieronder haar blog.
Maandag nam de Tweede Kamer twee moties aan om antisemitisme tegen te gaan. De aanleiding: de alarmsignalen van het CIDI. Vandaag verscheen de Monitor Rassendiscriminatie 2009. Hij luidt de noodklok over toenemend geweld tegen moslims en groeiende islamofobie. Ik ben benieuwd of er ook nu een spoeddebat aangevraagd wordt en er net zo daadkrachtig wordt opgetreden.
De Monitor Rassendiscriminatie 2009 schetst de stand van zaken over de periode 2005-2009 en is samengesteld op basis van survey-onderzoek naar discriminatie-ervaringen onder de Nederlandse bevolking, literatuuronderzoek en inventarisatie van klachten en meldingen bij antidiscriminatievoorzieningen, aangiftes bij de politie en uitspraken en oordelen van de Commissie Gelijke Behandeling en de rechter. Het beeld dat er uit naar voren komt wijkt niet af van wat we al wisten uit de begin dit jaar verschenen mensenrechtenrapportage van het US Department of State, waar ik eerder een blog over schreef.
Discriminatie van moslims
Vergeleken met andere geloofsgemeenschappen ervaren moslims veel godsdienstdiscriminatie. Ze ervaren de negatieve gevolgen van het veelal stereotype en generaliserende discours rond moslims en de islam. Die discriminatie wordt vooral als probleem ervaren wanneer die de maatschappelijke participatie of zelfontplooiing belemmert en wanneer hij beroepsmatig plaatsvindt.
De pieken en dalen van de incidenten blijken direct of indirect samen te hangen met ingrijpende gebeurtenissen of met internationale politieke onrust. Net zoals Nederlandse joden worden aangekeken op gebeurtenissen in Israël en het Midden-Oosten (denk aan de Gaza-oorlog en de aanval op het Turkse flotilla), kijkt men Nederlandse moslims aan op aanslagen in binnen- en buitenland (zoals de moord op Theo van Gogh en de aanslagen in New York, Londen en Madrid).
Zorgwekkend is dat het aantal geweldsincidenten tegen moslims toeneemt. Marokkanen, Turken, Surinamers en Antillianen die discriminatie ervaren, geven aan dat er bij een op de acht gevallen sprake is van bedreiging en/of geweld.
De Monitor waarschuwt voor het gevaar van radicalisering van met name jongere moslims: ‘Door de associatie met fundamentalistische moslims in binnen- of buitenland, kan het gevoel ontstaan dat moslims of de islam zelf een fundamentele bedreiging voor Nederland opleveren. Deze waargenomen dreiging vormt mogelijk de basis voor een negatieve attitude ten aanzien van moslims en voor discriminatie van de groep. Uit onderzoek en uit de registraties blijkt dat een deel van de moslims zich aangesproken voelt wanneer er meningen over de islam of ‘de moslims’ worden geuit door politici of in de media. Dit heeft geleid tot discriminatie-ervaringen onder moslims. Onderzoek wijst uit dat moslims zich door het negatieve maatschappelijke klimaat ten opzichte van de islam minder prettig voelen in Nederland. Het nadelige gevolg van stigmatisering en discriminatie kan zijn dat moslims zich terugtrekken in hun eigen groep.’
Antisemitisme
‘De inventariseringen die het CIDI jaarlijks publiceert onder de titel Antisemitische Incidenten in Nederland laten al vanaf 2002 in grote lijnen een daling zien, met uitzondering van het jaar 2006. Registreerde het CIDI in 2002 nog 359 incidenten, anno 2008 waren dat er 108. De daling van 261 incidenten in 2006 naar 104 incidenten in 2007 was volgens het CIDI voor het grootste deel te herleiden tot de categorie e-mails: in 2006 noteerde het CIDI in totaal 132 antisemitische e-mails, het jaar daarop waren dat er slechts 4.’
Meer dan andere meldpunten merkt het CIDI dat antisemitisme opleeft in tijden van politieke spanningen of oorlogen in het Midden-Oosten. De Monitor schrijft dat voor een belangrijk deel toe aan de tweeledige taakstelling van het CIDI: ‘Enerzijds probeert het de Nederlandse samenleving te informeren over de staat Israël en anderzijds behartigt het de belangen van de joodse gemeenschap in Nederland. In de publieke opinie in Nederland wordt het CIDI vooral gepercipieerd als een pro-Israëlische belangenorganisatie. Mensen die hun solidariteit met de Palestijnse zaak menen te moeten vertalen in een scheldpartij op Israël of op alle joden, zullen zich daarom snel tot het CIDI wenden. Daarmee is het CIDI niet alleen een organisatie die antisemitisme registreert en inventariseert, maar is het er tevens - met name in tijden van politieke spanningen in het Midden-Oosten - zelf slachtoffer van.’
De Monitor kijkt ook naar de ‘etnische richting’ van antisemitisch geweld. Wat opvalt is de sterke daling van geïnventariseerde geweldplegingen met een antisemitische achtergrond: van 40 in 2005 tot 14 in 2008. Volgens het CIDI zelf waren er in 2009 4 geweldplegingen en 6 bedreigingen. Dit jaar was er tot vorige week 1 bedreiging. De Monitor stelt: ‘De daling van antisemitisch geweld in de afgelopen jaren is ongeveer even sterk als de stijging van het aantal gewelddaden gericht tegen moslims (in 2006 werden er 62 gewelddaden gericht tegen moslims geteld, in 2007 waren dat er 82 en in 2008 ging het in totaal om 89 gewelddaden gericht tegen moslims). Bijna tweederde van alle antisemitische geweldplegingen in het jaar 2008 bestond uit doelbekladdingen; bij twee van de 14 incidenten in hetzelfde jaar kon worden vastgesteld dat het om (een) allochtone dader(s) ging.’ Anders geformuleerd: bij tien van de 14 incidenten werd dus niet vastgesteld dat de dader allochtoon was.
Wat ik nog wel het meest alarmerend vind, is dat uit de Monitor ook blijkt dat gemiddeld meer dan 70 procent van de incidenten helemaal nergens gemeld wordt. Een op de drie was niet op de hoogte van het feit dat je bij de politie aangifte kunt doen en velen denken dat het geen zin heeft om het te melden omdat er toch niks mee gebeurt. Vanuit dat perspectief is het terecht dat de Tweede Kamer maandag een motie aannam voor een actieplan en een betere incidentenregistratie. Het wachten is op vergelijkbare besluiten over discriminatie van en geweld tegen moslims.
Het CIDI versus de Monitor
Het is opvallend: vorige week luidde het CIDI de noodklok, maar de Monitor stelt juist dat het antisemitisme afneemt. Het was dan ook mooi dat de NOS beide vandaag aan het woord liet.
Jaap van Donselaar, co-auteur van de Monitor, stelde: ‘Met name het geweld [tegen joden, jn] is sinds 2005 meer dan gehalveerd. Dus in tegenstelling tot de discussie van vandaag de dag, waarin de noodklok geluid wordt, hebben wij eigenlijk goed nieuws. Wij denken dat het afneemt’. Een boodschap die niet eenvoudig is, want je staat al gauw in de verkeerde hoek.
Het geweld tegen moslims neemt echter gestaag toe: ‘Als wij kijken naar andere groepen, dan zien wij dat moslims toch in toenemende mate het slachtoffer zijn van allerlei vormen van discriminatie en racisme en ook het geweld daar zien wij stijgen ook vrij gestaag de laatste jaren. Als je nou de noodklok zullen willen luiden dan is er meer aanleiding om die over het geweld tegen moslims te luiden op het moment. Ik zou wel denken dat geweld tegen moslims en islamofobie in het algemeen, dat dat een onderschat vraagstuk is.’
Ook in de uitzending was CIDI-voorzitter Onno Hoes: ‘Wat ik het goede vind aan zijn [Van Donselaar, jn] betoog is dat je niet alleen moet kijken exclusief naar antisemitisme, maar dat het in een veel breder kader op dit moment in Nederland geplaatst moet worden, omdat in feite iedereen die afwijkt van het gemiddelde gediscrimineerd wordt vandaag de dag en dat is natuurlijk een zorg die door politiek Den Haag wel eens wat meer gedeeld zou mogen worden.’
Van Donselaar stelt dat de cijfers die het CIDI vorige week presenteerde wel een dunne onderbouwing zijn voor de stelling dat het antisemitisme toeneemt en dat er vanaf 2002 naar 2009 sprake is van een halvering van het aantal antisemitische incidenten. Ook het CIDI ziet dat die cijfers sterk samenhangen met politieke gebeurtenissen in Israël en het Midden-Oosten en dat er nu sprake is van een piek, mede naar aanleiding van het debacle met het Gaza flotilla. Volgens Hoes telt het CIDI op een andere manier en telt zij andere feiten. Het CIDI telt ook haatdragende e-mails mee vanwege de vergelijkbare impact. Overigens meet de Monitor niet alleen geweld, zoals hier gesuggereerd wordt, maar telt hij ook discriminerende opmerkingen mee. Zouden de emails worden meegeteld, dan zullen ook de cijfers voor moslims wellicht nog hoger uitvallen.
Interessant was wat Hoes meldde over die discrepantie: ‘We kunnen een hele discussie hebben over die cijfers, maar op het moment dat de feiten gewoon aangeven dat de Joden in Amsterdam-West niet meer over straat durven lopen dan hoeven het er van mij maar vijf op een jaar te zijn, maar dat zijn er al vijf te veel.’ Merkwaardig, want het zijn de CIDI-feiten die aangeven dat het daalt. Ik was dan ook blij dat de interviewer doorvroeg: ‘Maar dan heeft u het over een gevoel en niet zozeer over de cijfers, over de harde feiten.’
Hoes reageerde als volgt: ‘Daarmee is het een combinatie van mensen die echt geraakt worden, echt fysiek geraakt worden of mensen die niet fysiek geraakt worden, maar wel zich beledigd voelen of gediscrimineerd voelen. En onze cijfers gaan dus over een veel bredere groep dan de groep die meneer Van Donselaar duidt. Daarom zijn de verschillen ook niet als zo bijzonder te duiden, maar gaat het meer om het feit dat het nog steeds gebeurt. En nogmaals, wat Van Donselaar terecht aangeeft, ook de islamitische groep wordt gediscrimineerd en dat moet ons zorgen baren.’
‘Ik denk dat daar zeer weinig aandacht voor is, daarom ben ik wel heel blij met het onderzoek van hem en hoop ik dat het in politiek Den Haag ook weerklank gaat vinden. Je ziet nu ook in de politieke discussie, de discussie rond de verkiezingen, dat de discriminatie ten aanzien van moslims veel sterker is geworden dan in het verleden en mensen voelen zich daardoor geraakt en dat roept ook tegenreacties op. En dat is natuurlijk het moeilijke waar je mee te maken hebt. Als het een gebeurt, gebeurt het ander en dan wordt de ene groep na de andere gediscrimineerd. Homo’s, Joden, moslims, en dan moeten er dus die zogenaamde lokjoden ingezet worden. En dan vraag ik met echt af: in wat voor land leven wij dat wij lokoma’s, lokhomo’s, lokjoden, dadelijk moeten wij lokmoslims gaan inzetten. Dit is natuurlijk echt van de pot gerukt langzamerhand.’
Het inzetten van lokjoden en lokmoslims, het klinkt als symptoombestrijding. De achterliggende oorzaken komen niet in beeld en worden niet aangepakt. Hoes: ‘Ik ben dat helemaal met u eens. Ik zou dat ook liever niet hebben. Waar wij als CIDI voor pleiten is dat de politie, en het klinkt allemaal wat eng, dat de politie veel meer aan etnische registratie doet op het moment dat er sprake is van geweldsmisdrijven. Op het moment dat je dat doet, kun je dus veel gerichter gaan actie voeren op bepaalde groepen. Sowieso, de etnische registratie daar zijn we natuurlijk niet voor, dat heeft natuurlijk allerlei negatieve effecten, dat is helemaal niet nodig. Gewoon dader en rugnummer en dan weet je echt waar het om gaat. En dan heb je gewoon cijfers van politie en justitie en daar kun je dan met elkaar van uitgaan.’ De vraag of dat ook geldt voor de drie joodse jongeren van het eierengooi-incident van vorige week werd helaas niet gesteld.
Een belangrijke waarschuwing gaf Van Donselaar aan het slot van zijn interview: ‘Je moet altijd oppassen om niet iets tegen iets anders weg te strepen. Je moet altijd misstanden bij elkaar optellen en niet van elkaar aftrekken.’ Racisme is altijd erg, ongeacht wie het slachtoffer is en ongeacht wie de dader is.
Tegen het antisemitisme treedt onze samenleving op, er komt een spoeddebat, men roept op lokjoden in te zetten en neemt moties aan. De vraag is of dat ook gaat gebeuren bij de discriminatie van moslims. Van Donselaar was daarover erg somber: ‘Als je het vergelijkt met antisemitisme wat een heel heikele aangelegenheid is altijd, dan zie je dat de weerstanden die door antisemitische incidenten worden opgeroepen, die zijn heel groot, er is veel verontwaardiging, er wordt veel weerstand bewerkstelligd. En dat is als het gaat om incidenten tegen moslims in veel mindere mate het geval. Waardoor het denk ik door het gebrek aan weerstanden tegen die islamofobie een gevaarlijk verschijnsel is. Een verschijnsel zoals antisemitisme, het is vreselijk, het is erg. Elk nadeel heb een voordeel heeft iemand eens gezegd. En het voordeel in dit geval is dat er vaak veel weerwerk wordt losgemaakt. En dat mis je toch wel veel meer als het gaat om gewelddadigheden of andere incidenten tegen moslims. Als je een probleem hebt en er is meteen grote bereidheid het probleem aan te pakken dan heb je half gewonnen. En dat is bij islamofobie veel minder het geval helaas.’
Het zou fijn zijn als de Tweede Kamer laat zien dat hij ongelijk heeft.
Dit blog is eerder verschenen op het lezenswaardige weblog Levantijnse berichten van Johanna Nouri. In overleg met Johanna is dit blog ook op Republiek Allochtonië verschenen.
Meer over antisemitisme, cidi, islamofobie, johanna nouri, levantijnse berichten, lokjood, monitor rassendiscriminatie 2009, racisme.