CDA-kandidaat Dave Ensberg presenteert manifest Het nieuwe Wij
In opinie door Dave Ensberg op 21-08-2012 | 08:11
Tekst: Dave Ensberg-Kleijkers
Te weinig politieke partijen stellen zich solidair op met bi-culturele Nederlanders. Te weinig politici erkennen dat de inhoud van het manifest van Doekle Terpstra en anderen anno 2012 nog altijd waardevol is. Politici zouden autochtone en bi-culturele Nederlanders het gevoel moeten geven dat ze hier thuis horen en dat hier hun toekomst ligt. In het bijzonder in de grote steden zijn politieke keuzes nodig die uitgaan van de kracht van culturele diversiteit.
Met het initiatief ‘Het Nieuwe Wij’ wil ik als aspirant-Kamerlid van het CDA bruggen slaan tussen de belangen van jongeren en bi-culturele Nederlanders en de politiek.
Het Nieuwe Wij moet als beweging vorm en inhoud krijgen in een permanente samenwerking tussen ‘burgers’ en ‘politici’. Ik wil zoveel mogelijk jongeren en bi-culturele Nederlanders uitnodigen hun kijk op de toekomst van Nederland met mij en andere politici te delen.
Dat schrijft Dave Ensberg-Kleijkers, nummer 27 op de kandidatenlijst van het CDA in onderstaand manifest.
Weet u nog dat Doekle Terpstra en vele anderen in januari 2008 een manifest in dagblad Trouw publiceerden onder de naam ‘Benoemen en Bouwen’? De ondertekenaars van dit manifest maakten zich “grote zorgen” over de verharding van de samenleving, het gebrek aan nuance in het publieke debat en het uitsluiten van groepen mensen, louter op grond van hun afkomst, seksuele gerichtheid of godsdienst. Volgens het manifest raakte Nederland verstrikt in een neerwaartse spiraal van intolerantie en onverschilligheid. Hoe sympathiek het manifest ook was, ruim 4,5 jaar later is er in Nederland maar weinig veranderd. Ook vergelijkbare initiatieven als ‘Eén land, één samenleving’ en ‘De Slinger’ zijn niet in staat gebleken het maatschappelijke en politieke klimaat een positieve boost te geven.
Wat al deze initiatieven misten, was een directe relatie tussen maatschappij en politiek en een verbreding van ‘culturele solidariteit’ naar ‘solidariteit tussen generaties’. Het is tijd voor nieuw realisme en nieuw optimisme. Het is tijd voor Het Nieuwe Wij.
Het oude wij tegen zij
Het is anno 2012 niet meer voor te stellen dat wij internationaal ooit werden geprezen vanwege onze onbegrensde tolerantie en acceptatie van (culturele) minderheden. Het beeld van de wereld was dat iedereen in Nederland zichzelf kon zijn. Maar toen kwamen de terroristische aanslagen van 11 september 2001 in Amerika. Gevolgd door de zinloze moorden op Pim Fortuyn van 6 mei 2002 en op Theo van Gogh van 2 november 2004. Die tragische gebeurtenissen hebben onmiskenbaar bijgedragen aan de verharding en polarisatie van het maatschappelijke en politieke klimaat in Nederland.
Sindsdien worden volgelingen van de islam door enkele politici publiekelijk vernederd, weggezet als lezers van een fascistisch boek en oorzaak van al het kwaad in de Nederlandse samenleving. Maar de algehele onvrede blijft niet beperkt tot de ‘bi-culturele Nederlander’. Sinds het begin van de economische crisis worden ook jongeren gezien als luie profiteurs van de grote inspanningen van oudere generaties; ze zouden niet weten wat hard werken is en ondankbaar zijn voor de huidige verzorgingsstaat. Te veel politici, met name aan de linker- en rechterflanken van het politieke spectrum, denken bij het maken van grote keuzes bovendien te kortzichtig na over wat er nodig is voor Nederland. Ze willen de rekeningen doorschuiven naar de volgende generaties door de staatsschuld onnodig op te laten lopen en noodzakelijke hervormingen uit te stellen. Ze willen Nederlanders laten terugtrekken achter onze dijken en doen alsof het buitenland één grote, boze buitenwereld is vol bedreigingen en zakkenvullende eurofielen. Ze willen de vrijheid van meningsuiting misbruiken om anderen onbeperkt te beledigen. Ze relativeren het belang artikel 1 van onze Grondwet en willen doelbewust gelijke gevallen ongelijk behandelen.
Politici moeten, juist in deze moeilijke tijden van economische en morele crisis, het goede voorbeeld geven aan mens en maatschappij. Het doelloos en ordinair schreeuwen van “Doe eens normaal man!” door de plenaire zaal van het huis van onze democratie was een brevet van onvermogen voor de betreffende volksvertegenwoordiger en bewindspersoon. Een pijnlijke illustratie dat het politieke debat de afgelopen jaren intellectueel is uitgehold en verbaal minder beschaafd is geworden. Tegenstellingen worden liever vergroot dan dat er bruggen worden geslagen en wordt gezocht naar verbindingen. Sommige politici varen wel bij verdere polarisatie om zo hun inhoudelijk zwakke politieke agenda te maskeren en zichzelf schijnbaar meer profiel te verlenen. Hoe langer politici schijntegenstellingen als ‘allochtoon versus autochtoon’, ‘jong versus oud’ of ‘arm versus rijk’ blijven benadrukken, hoe meer de samenleving deze vorm van polariserend denk (onbewust) gaat adopteren.
Miskenning van feiten
Een groot deel van de huidige politici miskent bovendien dat Nederland, Europa en de wereld is veranderd. Ze miskennen de feiten. Feiten als de enorme stijging van de zorgkosten van € 46,9 miljard in 2000 tot € 90 miljard in 2011. Of feiten als het snel toenemende aantal 65-plussers in Nederland. Zo zal in de periode tot 2023 het aantal 65-plussers naar verwachting met circa 1 miljoen stijgen tot 3,5 miljoen. Ook is in steden als Rotterdam en Amsterdam het percentage bi-culturele Nederlanders inmiddels meer dan 50%. Maar ook meer ‘provinciale’ steden als Eindhoven zullen in 2040 voor een derde bestaan uit bi-culturele Nederlanders. Kortom, Nederland is in demografisch en cultureel opzicht veranderd en blijft veranderen. Het zijn jongeren en bi-culturele Nederlanders die nu en in de toekomst zich via het onderwijs en op de arbeidsmarkt moeten inzetten voor Nederland.
Positieve ontwikkelingen
Er gloort in dat perspectief gelukkig ook hoop aan de horizon. Initiatieven als de G500 en NL2023 laten zien dat jongeren en bi-culturele Nederlanders een eigen langetermijnvisie hebben op de toekomst van Nederland. Ook hebben de vijf partijen die samen het ‘Lenteakkoord’ sloten het belang van solidariteit tussen generaties voorop gesteld in hun politiek handelen. Hopelijk een begin van een nieuw hoofdstuk in de Nederlandse politieke geschiedenis. Maar hoop alleen is onvoldoende om Nederland weer dichterbij het beschaafde, tolerante en respectvolle land te brengen dat we ooit waren.
Solidariteit tussen generaties en culturen
Mede dankzij de G500 heeft mijn CDA, geheel in lijn met het Lenteakkoord, haar verkiezingsprogramma toekomstbestendig gemaakt. Door de AOW-leeftijd sneller te verhogen, de woningmarkt voor starters te hervormen en te voorkomen dat studenten schulden moeten maken om te kunnen studeren. Het zou mooi zijn als andere partijen dit uitgangspunt van solidariteit tussen generaties zouden volgen. Maar er is meer nodig. Er is een structurele dialoog tussen jong en oud nodig om de achterliggende gedachte van het lenteakkoord te bestendigen.
Helaas stellen nog te weinig politieke partijen zich op vergelijkbare wijze solidair op met bi-culturele Nederlanders. Te weinig politici erkennen dat de inhoud van het manifest van Doekle Terpstra en anderen anno 2012 nog altijd waardevol is. Politici zouden autochtone en bi-culturele Nederlanders het gevoel moeten geven dat ze hier thuis horen en dat hier hun toekomst ligt. Dat gebeurt in de praktijk helaas veel te weinig. In het bijzonder in de grote steden zijn politieke keuzes nodig die uitgaan van de kracht van culturele diversiteit.
Verbinding, vertrouwen en respect
Voor jonge en bi-culturele Nederlanders zijn nu politieke keuzes nodig die uitgaan van verbinding, vertrouwen en respect. We hebben verbinding nodig, omdat in we één samenleving vormen. Al die verschillende culturen in onze samenleving zorgen voor creativiteit, maatschappelijke dynamiek en innovatie. Maar verbinding betekent ook dat we als samenleving ons inzetten voor elkaar – zonder hulp of bemoeienis van de overheid. De overheid is geen geluksmachine, waar je wat belastinggeld in gooit en vervolgens kant-en-klaar levensgeluk voor terug krijgt. De overheid moet de kaders scheppen en bewaken waarbinnen wij ons vrij kunnen voelen en goed bestaan kunnen opbouwen. De overheid biedt een sociaal vangnet aan alleen hen die het op eigen kracht niet lukt mee te doen in Nederland. Het is aan ons als samenleving dat samen op te pakken en zelfs de meest kwetsbare Nederlanders tot grote hoogte te brengen.
We hebben, daarnaast, vertrouwen nodig, omdat vertrouwen de basis is voor elk sociaal contact tussen mensen. Zonder vertrouwen geen verbinding en geen respect. Vertrouwen tussen jong en oud, hoog- en laagopgeleid, arm en rijk, autochtone en bi-culturele Nederlanders. Vertrouwen betekent loslaten: elkaar de ruimte en vrijheid geven zichzelf te zijn. Dus geen overheid die erop toeziet of het vertrouwen tussen wel goed zit. We kunnen elkaar pas vertrouwen als iedereen in gelijke gevallen gelijk wordt behandeld: in onze samenleving is er daarom geen ruimte voor discriminatie of racisme. Iedereen wordt afgerekend op zijn bijdrage aan de samenleving, niet op zijn (culturele) achtergrond. Daarom gaan vertrouwen, rechtvaardigheid en solidariteit hand in hand. Dit is niet makkelijk, maar wel noodzakelijk. Het is tijd voor politiek die ook dit moeilijke verhaal vertelt, uitstraalt en ernaar handelt. Zodat iedereen het maximale uit zijn leven en talenten kan halen. Zodat niemand meer excuses kan hebben om niet bij te dragen aan onze samenleving.
Ten slotte hebben we respect nodig, omdat we de enorme culturele en demografische diversiteit in ons land alleen tot wasdom komt als iedereen de ruimte krijgt en ervaart iets van zijn leven te maken. Respect betekent rekening houden met anderen, de vrijheid van meningsuiting niet misbruiken om anderen te beledigen, anderen behandelen zoals je zelf behandeld wilt worden en problemen benoemen in combinatie met het aandragen van oplossingsrichtingen. Gebrek aan respect leidt tot tweespalt in de samenleving, tot een gevoel van onveiligheid en tot onnodige verruwing en verharding van het publieke en politieke debat. Ieder mens ademt leven, is evenveel waard en verdient respect. Wie een fout maakt, wordt ervoor gestraft én krijgt daarna weer een tweede kans. Grenzen stellen en perspectief bieden, zijn een twee-eenheid. We sluiten niemand buiten, maar leven samen. We hebben respect voor hardwerkende Nederlanders, voor mensen met een functiebeperking, voor bi-culturele Nederlanders, voor mensen met een andere seksuele geaardheid en voor religie en levensbeschouwing.
Toekomstbestendige oplossingen
De essentie van visies als van de G500 en NL2023 is dat Nederland toe moet naar toekomstbestendige oplossingen voor de economische, sociale en culturele problemen in ons land. Oplossingen die breed worden gedragen in de samenleving. Oplossingen die voorkomt dat uitsluitend jongeren de rekening moeten betalen voor bezuinigingen en hervormingen. Oplossingen die voorkomen dat bi-culturele Nederlanders zich tweederangs burgers voelen. Oplossingen die uitgaan van de eigen kracht van mensen en niet van een grote, verzorgende overheid. Oplossingen die uitgaan van wat ons Nederlanders bindt, niet van wat ons scheidt. Oplossingen die in nauwe samenspraak en samenwerking met jongeren en bi-culturele Nederlanders worden opgesteld en uitgevoerd.
Het Nieuwe Wij
Met het initiatief ‘Het Nieuwe Wij’ wil ik bruggen slaan tussen de belangen van jongeren en bi-culturele Nederlanders en de politiek. Als aspirant-Kamerlid van het CDA doe ik dat persoonlijk vanuit mijn christendemocratisch mensbeeld, maar ook niet CDA’ers zijn welkom onderdeel uit te maken van Het Nieuwe Wij. Zo lang je maar een positieve bijdrage wilt leveren aan de toekomst van ons land.
Het Nieuwe Wij moet als beweging vorm en inhoud krijgen in een permanente samenwerking tussen ‘burgers’ en ‘politici’. Als aspirant-Kamerlid van het CDA wil ik graag het goede voorbeeld geven door zoveel mogelijk jongeren en bi-culturele Nederlanders uit te nodigen hun kijk op de toekomst van Nederland met mij en andere politici te delen. Via de website www.hetnieuwewij.nl, Facebook, Twitter, maar ook via bijeenkomsten en gesprekken in buurthuizen, sportkantines, kerken, moskeeën, et cetera. Ook wil ik als aspirant-Kamerlid de politiek dichter bij Het Nieuwe Wij brengen door voor te stellen vergaderingen op locatie in het land plaats te laten vinden. Politici moeten persoonlijk aanspreekbaar zijn voor jongeren en bi-culturele Nederlanders en altijd en overal verantwoording kunnen en durven af te leggen over gemaakte politieke keuzes.
Zo kunnen we het Nieuwe Nederland samen sterker, veerkrachtiger en meer toekomstbestendig maken. Door verbindingen te leggen tussen jong en oud, bi-cultureel en autochtoon, religieus en niet-gelovig. Door vertrouwen te geven aan jongeren en bi-culturele Nederlanders. Immers; wie vertrouwen geeft, zal vertrouwen krijgen. Door respect te hebben voor elkaar en elkaars verschillen en elkaars eigenaardigheden. Door de culturele en demografische diversiteit in Nederland te koesteren als een groot goed. Het brengt ons namelijk creativiteit, innovativiteit en maatschappelijke dynamiek. Samen zijn wij Het Nieuwe Wij.
Dave Ensberg-Kleijkers is 28 jaar en kandidaat-Kamerlid namens het CDA (#27). Hij is getrouwd, zoon van Surinaamse ouders, werkt als strategisch adviseur in Amsterdam en woont in Breda.
Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook. Bezoekt u dit blog geregeld? Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.
Meer over #tk2012, cda, dave ensberg-kleijkers, doekle terpstra, integratie, kandidaat, manifest, samenleven, verkiezingen.