Benadeelde partijen willen nieuwe officieren OM in proces tegen Wilders

In opinie op 14-11-2010 | 12:21

Een aantal minderhedenorganisaties dat als benadeelde partij deelneemt in de strafzaak tegen PVV-leider Wilders wil dat er andere officieren namens het Openbaar Ministerie worden aangesteld.
Op een persconferentie in het multicultureel centrum HTIB zullen voorzitter Mohamed Rabbae van het Landelijk Beraad Marokkanen en de advocaten prof. Ties Prakken en mr. Henri Sarolea a.s. maandag een toelichting op dit standpunt geven.

De benadeelde partijen hebben veel kritiek op de rol van het Openbaar Ministerie in deze strafzaak tot nu toe. Het OM is volgens de benadeelde partijen uit zijn wettelijke rol getreden
waardoor van evenwichtig rechtszaak geen sprake meer is. De benadeelde partijen zullen concrete stappen aankondigen om de rol van het OM te corrigeren.

Advocaat Sarolea was de advocaat die namens zijn cliënt, oud-deelraadslid voor De Groenen in Zuidoost Yvonne Wolthuis, de zaak tegen Wilders aanhangig maakte. Hij wist het gerechtshof te overreden het OM op te dragen Wilders te vervolgen. Sarolea zou nu kunnen betogen dat aan die beschikking geen recht is gedaan omdat de officieren vrijspraak hebben gevraagd.

In een brief aan Ivo Opstelten, de minister van Veiligheid, schrijft de HTIB dat het OM minachting toont voor de beslissing van het hof door op alle punten vrijspraak te vragen.

Het OM liet eerder weten dat het vervangen van officieren onmogelijk was. Het OM is 'één en ondeelbaar'. Het mag niet uitmaken welke officieren de zaak doen.

Bronnen: persbericht HTIB en Parool


Meer over #proceswilders, htib, OM, sareola, ties prakken, wilders.

Delen:

Reacties


HW - 21/12/2010 15:48

De introductie van de benadeelde in het strafproces leidt hoe dan ook tot een andere krachtsverhouding binnen dat proces. Het zet de monopoliepositie van het openbaar ministerie ten aanzien van het opstellen van de aanklacht onder druk. Het is immers niet uit te leggen aan de benadeelde dat bepaalde feiten, die op z'n minst het vermoeden wekken aan een delictsomschrijving te voldoen (in casu: haat zaaien), buiten het requisitoir worden gehouden. Deze druk van de benadeelde kan niet worden afgestopt met een beroep op de efficiëntie van de procedure. De efficiëntie mag natuurlijk nooit ten koste gaan van een evenwichtige en eerlijke procedure. De benadeelde moet daarom op enigerlei wijze de ruimte worden gelaten om de officier van justitie onder druk te zetten om de aanklacht zo maximaal mogelijk op te tuigen.