Assimilatie is een machtsbegrip en drukt een hiërarchische relatie uit
In opinie door Sinan Çankaya op 22-10-2015 | 15:39
Tekst: Sinan Çankaya
De Correspondent wil meer diversiteit. Woensdag plaatsten ze een voorpublicatie van het pamflet van Zihni Ozdil (Nederland mijn vaderland) op de site. Als dat een voorbode is van die diversiteit...
Ozdil verwijst in zijn stuk naar inspirerende figuren uit de Amerikaanse burgerrechtenbeweging, zoals Malcolm X en Martin Luther King. Hij roept op tot de emancipatie en acceptatie van minderheden in Nederland. Ozdil plaatst hiermee zijn burgerschapsideaal in een antiracistisch discours. Tot zover prima. Tot zover.
Malcolm X en Martin Luther King stelden echter niet de burgerschapswaardigheid van Afro-Amerikanen ter discussie. Ze vertelden niet op welke manier Afro-Amerikanen moesten integreren (assimileren) in de Amerikaanse samenleving. Ze hielden een juridisch, moreel en ethisch pleidooi voor gelijke rechten in een sterk geracialiseerde samenleving.
Ozdil schrijft daarentegen: "Echte integratie zou moeten gaan over de vraag in hoeverre iemand zich verbonden voelt met Nederland. Dat kan zich uiten op verschillende niveaus. Taal, de mate van contacten buiten de 'eigen' etniciteit en zelfidentificatie als Nederlander zijn enkele criteria waaraan je dat kunt meten. Maar dat mag niet van veel progressieven in Nederland. Dat vinden zij 'assimilatie' – hetgeen zij definiëren als 'volledige overname van alle aspecten van de cultuur van het land waar de migrant zich vestigt' – en dus fout."
Ozdil's dwingende project past binnen het conservatief-nationalisme, een ideaal dat minstens sinds 2002 dominant is in Nederland. Hij vertelt dus niets nieuws. Hij rekent af met Rinnus Penninx' pleidooi voor een focus op sociaal-economische integratie en herintroduceert een conservatief-nationalisme dat hij racialiseert en etniseert. We've been here before people. Door in zijn verhaal te spreken over emancipatie en acceptatie, gelardeerd met nationalistische ondertonen, appelleert hij aan zowel (linkse) antiracisten, als ook (rechtse) conservatieven.
Deze integriteits'criteria' worden al jaren gebruikt door het Sociaal Cultureel Planbureau. Het dominante idee is dat migranten zich in culturele zin moeten assimileren: naar Nederlandse televisiezenders kijken, Nederlandse vrienden hebben, Nederlandse waarden en normen verinnerlijken. Dit zijn overigens zaken waar hij het vaak over heeft, zoals zijn beklag over migrantenstudenten op de Erasmus Universiteit die zich zouden afzonderen door met elkaar te lunchen.
Ozdil beklaagt zich ook dat assimilatie niet zou mogen van de progressieven. Dit gemekker is onbegrijpelijk, vooral van iemand die zich laat portretteren als een voorvechter van anti-racisme in Nederland. Ook onbegrijpelijk voor iemand die zichzelf neerzet als uiterst liberaal. Assimilatie is een machtsbegrip en drukt een hiërarchische relatie uit (van superieure en inferieure 'culturele normen'). Concreter, witte en areligieuze Nederlanders zijn de superieure modelburgers tot wie nieuwe Nederlanders zich moeten verhouden. Assimilatie heeft dus uitsluitende gevolgen, terwijl we in Nederland de vrijheid van leefcultuur kennen. Een zichzelf respecterende liberaal respecteert individuele keuzevrijheid.
De uitstapjes naar de 'Angelsaksische landen' - en dus ook naar Malcolm X en Martin Luther King, doen dan ook verwarrend aan in het oerHOLLANDSE verhaal van Ozdil. Zo is in de Verenigde Staten Engels de dominante, maar niet (eens) de officiële taal in het land. Ook het idee van 'parallelle gemeenschappen' - de notie van 'communities' - wordt daar nauwelijks geproblematiseerd, maar vooral gewaardeerd om de verbindende en overbruggende functies en rollen die deze netwerken vervullen, daar waar de overheid niet wil of kan optreden. In de Verenigde Staten zouden Ozdil's ideeën keihard gelabeld worden als "neocon".
De paradox is dat Ozdil's 'etnische bril' onderdeel is van een multiculturele visie op de samenleving, terwijl dit nu juist hetgeen is waar hij zo graag mee wil afrekenen. Door 'etnische' criteria te formuleren als voorwaarden van burgerschap maakt hij zich er zelf aan schuldig.
We kunnen er klaarblijkelijk niet vanuit gaan dat mensen die hun wortels in Nederland hebben, gewoon Nederlandse burgers zijn. Zonder dat migranten door hoepels moeten blijven springen.
Gaan we niet doen dus.
Sinan Çankaya is cultureel antropoloog en doet onderzoek naar de politieorganisatie, in- en uitsluiting en multiculturalisme. Dit stuk verscheen eerder in ZamanVandaag en is in overleg met de auteur ook op Republiek Allochtonië geplaatst. Lees van Sinan ook Gekleurde gekleurde experts in de media. Meer van Sinan Çankaya op dit blog hier. Volg hem op Twitter: @S1nanCankaya
Het artikel van Zihni Özdil in de correspondent vindt u hier. Artikelen van Zihni Özdil op Republiek Allochtonië vindt u hier.
Een reactie van Zihni Özdil op onder andere dit stuk van Sinan Çankaya is op joop.nl verschenen.
Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.
Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!
Meer over assimilatie, diversiteit, integratie, Sinan Çankaya, zihni özdil.
Reacties
John Dubbelboer - 23/10/2015 22:40
Cankaya heeft geen zin om alsnog door een Nederlands hoepeltje te springen.
De toon van Cankaya is niet die van een debat maar meer die van een terechtwijzing. Tijd dus om het weer eens te hebben over dat andere hoepeltje dat door Diyanet en consorten voor onze Turkse Nederlanders wordt omhooggehouden. Het is een Turks-soennitisch hoepeltje met een hoog SGP-gehalte. Cankaya kan wel van mening zijn dat het feit je, weliswaar met Turkse wortels, een voltooide Nederlander bent zolang je maar hier geboren bent, de lange arm uit Ankara denkt daar duidelijk anders over.