"Arabische Lente"
In opinie door Hassan Bahara op 18-12-2011 | 10:21
Tekst: Hassan Bahara
Eind april vloog ik van Brussel naar Tunis, landde daar om twee uur in de middag, nam een taxi naar het busstation, at nog snel een broodje, en stapte toen in de laatste bus richting Sidi Bouzid. Zes uur 's avond pakte ik mijn tas uit in een kamer van het enige hotel die deze provinciestad rijk is.
De taxichauffeur die mij van het busstation in Sidi Bouzid naar het hotel reed, had mij natuurlijk flink afgezet, daar is het een taxichauffeur voor, maar ik zat er niet erg mee. Ik was star struck door dit kleine, onooglijke stadje dat de geboortegrond werd genoemd van de "Arabische lente." Hij minderde snelheid toen we langs het stadhuis van Sidi Bouzid reden en wees naar de plek waar Mohamed Bouazizi zichzelf in brand had gestoken. Hij minderde ook snelheid toen we langs het kantoor van de oude regeringspartij RCD reden. Het heette nu het Huis van het Volk en zat onder de leuzen tegen oud-president Ben Ali en de kliek corrupte politici rondom hem. Op het plein van Sidi Bouzid was een klein monument opgericht ter nagedachtenis van Mohamed Bouazizi én een andere jongen(Ramzi el Aboudi) die zichzelf uit een gevoel van algehele misère om het leven had gebracht. De dag daarvoor had ik Sidi Bouzid op Google Maps bekeken en zag dat de hoofdstraat was omgedoopt tot Boulevard Mohamed Bouazizi .
Afijn, ik ga niet nog eens mijn hele verblijf daar herkauwen. Het staat allemaal hierin.
Waarom ik er op terugkom is omdat Time magazine de naamloze demonstrant heeft uitgeroepen tot "persoon van het jaar." Ze eren daarmee bijvoorbeeld de Occupy-beweging, maar vooral de tallozen in de Arabische wereld die tegen hun machthebbers opstonden.
Plekken of personen opzoeken die in de belangstelling staan of hebben gestaan, ik kan het iedereen aanraden. Je kunt ongefilterd kennis nemen van zaken en komt er vaak achter dat gebeurtenissen/motieven banaler in elkaar steken dan je uit tv en krantenberichten verneemt.
Neem bijvoorbeeld Mohammed Bouazizi. Hij wordt voorgesteld als een jongen die de treiterijen van het Tunesische regime zat was. Om een daad te stellen, stak hij zichzelf in brand. Een van de jongens die ik in Sidi Bouzid sprak moest hierom lachen: "Als Mohamed Bouazizi had geweten welke gevolgen zijn daad zou hebben, had hij zichzelf nooit in brand gestoken." Speculatief uiteraard, maar hij probeerde ermee de politieke betrokkenheid van Bouazizi te nuanceren. Anderen die ik sprak lieten zich net zo schamper uit over de heroïsche rol die Bouazizi werd toegedicht. Daar zat flink wat jaloezie bij, maar het raakte wel een punt, namelijk die van het geringe politiek engagement van jongeren in Sidi Bouzid, en misschien wel in de rest van Tunesië. Niet verwonderlijk in een land waar decennialang maar één partij, preciezer: een kliek, politiek mocht bedrijven.
Ook kreeg ik van meerdere kanten te horen dat Bouazizi's daad een uit de hand gelopen ongeluk was dat volgde op een ordinaire, en een seksistisch geladen woordenwisseling met een politieagente. Meerdere getuigen die ik sprak, zeiden dat Bouazizi de zaak op de spits dreef door de politieagente uit te maken voor ouwe vrijster die kinderen moet gaan baren in plaats van bonnen uitschrijven. Er was een worsteling, maar de politieagente heeft hem hierbij geen klap in het gezicht gegeven. Ze duwde hem weg toen een van de gewichten die Bouazizi gebruikte om zijn waar af te wegen, op de voet van de politieagente terecht kwam. Van schrik zou ze hem een zet hebben gegeven.
Een achterneef van Bouazizi vertelde mij wat hij toen zag gebeuren voor het stadhuis. Bouazizi was woest over zijn behandeling door de politieagente en eiste een bestuurder te spreken. Om deze eis kracht bij te zetten, overgoot hij zichzelf met terpentine. Nog krachtiger zou zijn als hij een vlam bij zijn lichaam zou houden. Toen ging het mis. Zijn achterneef vertelde dat hij zijn arm gestrekt hield en de vlam ver van zich af. Hij wilde alleen dreigen met zichzelf in brand steken. Maar hij besefte niet hoe brandbaar het spul is. Één vonk en hij vatte vlam. De vader van de achterneef, die als ambtenaar in het stadhuis werkt, vertelde hoe een van zijn collega's met een brandblusser naar buiten rende en het vuur probeerde te doven. Maar de blusser was leeg.
De familie van Bouazizi kreeg in de weken en maanden daarna, en misschien wel tot op de dag van vandaag, te maken met kwaadaardige roddels. De mensen in Sidi Bouzid vonden dat er te veel eer naar alleen Bouazizi ging, terwijl zij degenen waren die dagen achtereen het politiegeweld trotseerden. Roddels die steeds terugkeerden: Bouaziz's familie zou geld voor interviews vragen, ze zouden een appartement in een dure wijk in Tunis gekregen hebben, ze zouden miljoenen ontvangen hebben van miljardairs uit Qatar. Niets van waar, bleek uiteindelijk.
Over die demonstranten: een van de jongens die ik daar sprak, een drijvende kracht achter het fascinerende plaatselijke radiostation SBZone, die vertelde dat in de confrontatie met politie en ME ook een groot element van tijdverdrijf zat. Het was voor heel veel jongens ook gewoon een heel spannende tijd. ME' ers uitdagen, straatjes op ze veroveren, ze tergen door ze vanuit steegjes en daken te bekogelen. Het was weer eens iets anders dan ze gewend waren in Sidi Bouzid waar normaal nooit eens iets gebeurt.
Ook een reden natuurlijk om de straat op te gaan. Maar als enige verklaring is dat al te banaal. Wat mensen meer dreef moet toch wel de economische uitzichtloosheid zijn geweest. Zij hadden niets, terwijl een corrupte bovenlaag het land leegroofde. Aan die inktzwarte situatie was weinig veranderd toen ik Sidi Bouzid bezocht. Het had nog steeds het hoogste werkeloosheidcijfer van het land. Ik zat bijna elke dag met deze hoogopgeleide, maar werkeloze jongens in de talloze cafés die het stadje rijk is. Cafeïnebommetjes van espresso drinken, kaarten, voetbal kijken, de hoofdstraat op en neer lopen - veel meer hadden ze niet te doen. Bijna elk gesprek dat ik met ze voerde eindigde met de vraag of ik ze niet aan een visum voor Nederland kan helpen (in Marokko begint en eindigt bijna elk gesprek met zo'n verzoek).
Na vier van zulke moedeloos stemmende dagen begon ikzelf ook een beetje in de stemming te komen om leuzen te scanderen en stenen te gooien.
Hassan Bahara is columnist, criticus en schrijver. Hij heeft sinds kort een weblog. Deze column is eerder op zijn blog verschenen en in overleg met Hassan Bahara ook op Republiek Alochtonië geplaatst. Meer van of over Hassan op Republiek Allochtonië hier.
Meer over arabische lente, hassan bahara.