Aboutaleb aan kabinet: Durf groot en sterk te zijn! Zeg sorry!
In opinie door Claire Schut op 01-07-2019 | 08:52
Rotterdam is de stad van ‘handen uit de mouwen’, ‘niet lullen maar poetsen’, ‘niets is hier een brug te ver, make it happen’. Dat bleek opnieuw toen op zondagavond 30 juni – de vooravond voor de officiële Keti Koti viering op 1 juli – bij het Slavernijmonument aan de Lloydkade in Rotterdam een plechtige Keti Koti herdenking plaats vond. Het was een memorabele herdenking, ook omdat burgemeester Ahmed Aboutaleb opnieuw een gepeperde speech had en het kabinet voor de tweede maal opriep excuses aan te bieden voor het Nederlandse slavernijverleden. Sterker, hij daagde ze uit.
Het was een prachtige herdenking. Bij het openingsritueel sprak Hedi-Kabiten Mutu Puketi, begeleid door Basya Guno With op een van oorsprong West-Afrikaanse Apinti drum, een gebed uit tot de voorouders en de slachtoffers van de slavenhandel en de slavernij in de voormalige Nederlandse koloniën. Er was een welkomstwoord van voorzitter Gonsalves van de Stichting Gedeeld Verleden Gezamenlijke Toekomst GVGT, die met financiële steun van de gemeente samen met STC de jaarlijkse herdenking organiseert. Gezang van het Maranatha-koor. Gedichten door spoken word kunstenaar Luus Malbons. Muziek van het Koperkwintet van de Marinierskapel der Koninklijke Marine. De toespraak door burgemeester Aboutaleb. Steelband muziek door Ceryl&Friend. Twee minuten stilte, de kranslegging. Volksliederen van Nederland, Suriname Curaçao, Aruba en Kaapverdië. Nog meer kransleggingen, steelband, Koperkwintet, Maranatha-koor, een plechtige afsluiting.
Alles werkte mee. De zon scheen uitbundig, maar niet te heet. De wind blies verkoelend, maar niet te hard. Het fundament van het Slavernijmonument in de vorm van een schip, goudbruin van zachte roest, met erbovenop vier dansende mannen die hun ketenen afwerpen, tegen de achtergrond van dat blauwe water waarover alle handel liep. De bloemenzee, de bijdragen van kunstenaars en muzikanten, het toegestroomde publiek – vaak in schitterende rouw- of feestkleding. Het was waardig, verbindend,mooi en goed.
En net als in 2018 spande de toespraak van burgemeester Aboutaleb de kroon. Niet alleen omdat hij zijn toehoorders meevoerde door het Rotterdam van de 18de eeuw, een stad zoals die nu niet meer bestaat, maar die floreerde dankzij de trans-Atlantische driehoekshandel en de slavernij. Maar ook en vooral omdat hij de regering fijntjes herinnerde aan zijn oproep van 2018 om excuses te maken voor het slavernijverleden. Sterker, de burgemeester deed het nog eens dunnetjes over en herhaalde zijn oproep. In net iets krachtiger bewoordingen. Prikkelend, uitnodigend, uitdagend. Dit is wat hij zei:
“Ik heb de regering vorig jaar opgeroepen excuses voor dat verleden. Daar kwam een reactie namens het kabinet van de Minister van Binnenlandse Zaken. Ik vond die reactie teleurstellend. Ik zeg het nog een keer: ik vind die reactie nog steeds teleurstellend. En waarom? Wel, omdat alleen grote naties en grote namen 'sorry' zeggen. Ik zeg het nog een keer tegen de regering: Durf groot te zijn! Durf sterk te zijn! En zeg ‘sorry’.
De angst dat nazaten van die vreselijke geschiedenis een ‘sorry’ zouden vertalen in een financiële claim, daarvan is mij in de vele gesprekken die ik afgelopen jaar wederom gevoerd heb, niets gebleken. Het zou mooi zijn om die zwarte bladzijde om te slaan door groot en sterk te zijn met z’n allen en ‘sorry’ te zeggen.
Het zou ook mooi zijn om de geschiedenis beeldend te maken in een goed museum, in mijn beeld zoals het Joods-Historisch Museum in Amsterdam. Dat zou een fantastisch gebaar zijn ter afsluiting van die vreselijke geschiedenis. En als het kabinet en de regering 'sorry' willen zeggen, ik bied daar graag een podium voor aan in Rotterdam.
Want alleen als we goed in onze achteruitkijkspiegels kijken, dan zien we de geschiedenis achter ons en zijn we in staat om een koers te varen naar een samenleving van ‘wij’.”
Kijk, dat is klare taal. Aboutaleb zei nog net niet tegen het kabinet: ‘wees een vent, laat zien dat je ballen hebt’. Maar van mij had hij ook dat mogen zeggen. Hij heeft gewoon gelijk. Het duurt te lang. Het is tijd voor moed en lef en Rotterdamse acties. Handen uit de mouwen. Niet lullen maar poetsen. Niets is hier een brug te ver, make it happen. Durf groot en sterk te zijn, zeg sorry!
Klik hier voor de hele speech (in pdf)
Foto: Claire Schut
Wilt u dat Republiek Allochtonië blijft bestaan? Waardeert u ons vrijwilligerswerk? We kunnen uw steun goed gebruiken. U kunt Republiek Allochtonië steunen en een klein (of groot) bedrag doneren (nu ook via I-deal)
Neem een abonnement op onze dagelijkse nieuwsbrief: Subscribe to Republiek Allochtonië by Email