Aan ouders van rotjochies: voed je kinderen ook buiten de woonkamer op

In opinie op 10-12-2012 | 21:46

Tekst: Hasib Moukaddim

De discussie rondom het ‘voetbalincident’ is inmiddels redelijk aan verzadiging onderhevig. Vele analyses hebben de revue inmiddels gepasseerd. Van het gestrekte been van Wilders, die alles bombardeerde tot ‘Marokkanenprobleem’, tot de wat meer genuanceerde analyses van de rest van Nederland. Dit alles in de traditie van het typisch Hollandse debat: het benoemen van het probleem, daarna nog eens benoemen, dan op eigen borst kloppen voor het benoemen om tot slot over te gaan tot de orde van de dag. De oplossing of aanpak? Die is wat lastiger, dus die laten wij graag over aan ‘anderen’.

Waar ligt die oplossing dan en wie moet daarvoor zorgen? Het uitgangspunt is dat de schoppartij waardoor de grensrechter in Almere is omgekomen geen incident is. Het is het gevolg van een schrijnend gebrek aan toezicht op sociale regels in de openbare ruimten. Ja, ook de Marokkaans-Nederlandse rotjochies maken daar misbruik van en worden niet goed genoeg gecorrigeerd. Net als vele andere rotjochies. Het vereist een gezamenlijke inspanning van de gehele samenleving om er voor te zorgen dat dit misbruik tot een minimum wordt gereduceerd. Met de samenleving bedoel ik in eerste instantie de ouders, maar ook de school, de buurtwerker, de voetbal- of handbaltrainer, de buurman en buurvrouw, familieleden en eventuele hulpverleners. Kortom, het sociale netwerk rondom die rotjochies. Dat is moeilijk en ingewikkeld. Als het makkelijker was geweest, dan hadden wij het probleem al wel opgelost.

Dus ligt er óók een belangrijke rol weggelegd voor de Marokkaans-Nederlandse ouders. Het is een feit dat zij weinig participeren in het vrijwilligerswerk en/of het verenigingsleven. Ook op school is er veelal een gebrek aan contact en participatie. Daardoor krijgen deze ouders vaak het verwijt dat ze hun kinderen niet goed opvoeden. Dat verwijt is te kort door de bocht en doet geen recht aan de pogingen die velen doen om hun kinderen tot goede burgers op te voeden. Ouders proberen wel degelijk hun kinderen op te voeden door ze de juiste normen, waarden en liefde mee te geven. Het is de opvoeding buiten het eigen huis waar het vaak aan schort. Kinderen en pubers zoeken grenzen op en worden door de opvoeding begrensd. Daar waar de grenzen niet worden gehandhaafd door gebrek aan toezicht krijgen deze pubers de ruimte om een negatieve straatcultuur en stuitend machogedrag te ontwikkelen. Dit - in combinatie met een veelal zwakke sociale status en een flink gepolariseerde samenleving - resulteert in een negatieve vicieuze cirkel waarvan het einde nog niet in zicht is.

Kunnen wij deze negatieve vicieuze cirkel stoppen? Ik denk het wel, maar wel onder één voorwaarde: wij moeten erkennen dat dit probleem van ons allemaal is en bereid zijn om ons daar allemaal voor in te zetten. Dus ook die Marokkaanse ouder die zich, net als andere ouders, te weinig heeft bemoeid met de opvoeding buiten de eigen woonkamer. Je moet weten waar jouw kinderen zich bevinden en bewegen. Je moet weten wat ze doen, en bovenal, je moet je ermee bemoeien. De straat voedt niemand op en als dat al gebeurt, dan kan je daar als ouder allerminst gerust op zijn. Nederland is een werkelijkheid waar iedereen zich in moet verdiepen en toe moet verhouden en dat gaat verder dan de school vragen geen varkensvlees te gebruiken tijdens het kerstdiner. Nee, je biedt zelf alternatieven aan. Dát is participatie en daarmee draag je bij aan een omgeving waar je zelf verantwoordelijkheid kan dragen. Zo ook in de sportverenigingen en samenleving breed. Als dit je niet lukt of je het te moeilijk vindt, dan is er geen man overboord. Zoek dan wel hulp. Begin in je eigen omgeving of betrek er een professional bij. Hoe dan ook, als ouder draag je de verantwoordelijkheid om jouw hulpvraag te formuleren en daar kan je hulp bij krijgen. De overheid dient dit hulpaanbod toegankelijk en bereikbaar te maken voor iedereen.

Dit gesprek moet op gang komen en de discussies moeten worden gevoerd. Zowel vanuit de migrantengemeenschappen als de autochtone Nederlandse samenleving, zodat die samen het hoofd kunnen bieden aan die soms moeilijke discussies over elkaar. Dit kan al door op wijkniveau het gesprek met elkaar te voeren. Binnen en tussen sportverenigingen, buurtclubs, scholen en op straat. Vooral ook op straat, daar waar die jongens zich bevinden. De Marokkaanse gemeenschap is onderdeel van de Nederlandse samenleving en dus is ‘jouw probleem ook mijn probleem en andersom’. Als we dat gaan beseffen, dan zal het benoemen van problemen wellicht minder interessant worden en het oplossen ervan des te meer.

Hasib Moukaddim is directeur van het Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders (SMN). Deze column verscheen op de site van de SMN en is in overleg ook op Republiek Allochtonië geplaatst. Meer blogs van Hasib vindt u hier

 

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook. Republiek Allochtonië (voorheen Allochtonenweblog) bestaat 7 jaar. Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.

 


Meer over criminaliteit, hasib moukkadim, marokkaanse jongeren, marokkanenprobleem, voetbal.

Delen:

Reacties


Marijke - 11/12/2012 17:29

Ik denk dat het belangrijk is om te bedenken met zijn allen welke normen en waarden we het belangrijkst vinden op straat. Want daar is wel eens een wereld van verschil te vinden en dus ook veel verschil in opvoeding.