Ziekteverklaringen van allochtone patiënten bij psychotherapie

In achtergronden op 05-09-2011 | 12:48

Ondanks hun grote zorgbehoefte lijken allochtone patiënten over het algemeen minder baat te hebben bij psychotherapie dan autochtonen. Dit zou deels te maken kunnen hebben met cultuurbepaalde opvattingen van patiënten over de aard en oorzaken van hun klachten (‘ziekteverklaringen’).

Dat concludeert Samrad Ghane in zijn proefschrift Illness attributions among ethnic minorities: Assessment and clinical relevance waarop Ghane op 14 september zal promoveren.

Samrad Ghane concludeert dat allochtone patiënten andere ziekteverklaringen rapporteren aan interviewers van hun eigen etnische achtergrond dan aan autochtone interviewers. Dit effect verdwijnt wanneer gebruik wordt gemaakt van een specifieke computergestuurde associatiemaat waarbij geen direct contact met een interviewer nodig is.

Wat betreft de klinische relevantie van ziekteverklaringen zag Ghane dat bij meer discrepantie tussen therapeuten en patiënten wat betreft het aandeel van psychologische factoren, zoals persoonlijkheid en opvoeding, patiënten minder vaak op therapieafspraken verschenen en al na drie maanden een slechter behandelresultaat hadden.

Onenigheden tussen therapeuten en patiënten over andersoortige verklaringen van psychische klachten, zoals medische en bovennatuurlijke, hadden volgens Ghane geen relatie met het succes van psychotherapie. De resultaten van Ghane’s onderzoek worden gebruikt om cultuursensitieve behandelonderdelen te ontwikkelen die uiteindelijk de werkzaamheid van psychotherapie bij allochtone Nederlanders zullen verbeteren.

Bron: gezondheidskrant

Meer onderzoek op het terrein zorg in de databank onderzoek integratie


Meer over onderzoek, psychisch, psychologie, zorg.

Delen: