Slecht onderzoek O+S Amsterdam krijgt eigen leven dankzij het Parool

In achtergronden door Frans Verhagen op 21-04-2012 | 09:10

Tekst: Frans Verhagen

k was gisteren bij de presentatie van een rapport van het Verwey-Jonker Instituut over spanningen in Amsterdamse buurten maar daarover wil ik het niet hebben. Nee, tot twee keer toe werd weer verwezen naar een artikel in het Parool om de stelling te verkondigen dat de segregatie in Amsterdam verder toenam. Ook wethouder van Es deed dat. De bron voor het artikel was een rapport van O+S, de onderzoekspoot van de gemeente. Mij irriteert het nabrabbelen van dat artikel mateloos hoewel het veel zegt over de opinievorming. Het onderzoek liet volgens mij veel te wensen over en het artikel was een nogal gekleurde en gemakzuchtige weergave van de resultaten. Maar het gaat evenzogoed een eigen leven leiden.

Waar gaat het om. Onder kop ‘Segregatie zet door in Amsterdam’ meldde Bas Soetenhorst op 3 april dat onderzoek van het gemeentelijk onderzoeksbureau O+S had gezegd dat ‘autochtone Amsterdammers en Marokkaanse Amsterdammers zich [dreigen], nog meer dan nu het geval is, in gescheiden buurten te vestigen.’

Autochtone jongeren willen graag binnen de ringweg wonen, liefst in het centrum of Zuid, zegt het rapport (pdf). Marokkaanse jongen daarentegen zouden in principe bereid zijn overal te wonen, behalve Zuid Oost. Maar ze hebben een voorkeur voor meer gekleurde buurten waardoor grote delen van het centrum en Zuid afvallen, meldt de auteur. ‘Deze voorkeuren kunnen ertoe leiden dat autochtone en Marokkaanse Amsterdammers, nog meer dan nu het geval is, elkaars buurten mijden’ is inderdaad één zin in de conclusie van O+S. Één zin.

Wie de moeite neemt om de hele conclusie of zelfs het hele rapport te lezen, ziet dat dit artikeltje een wel heel erg beperkt beeld geeft van een heel beperkt onderzoek. Op het eerste gezicht zitten er in het verhaal al elementen in die vragen zouden moeten doen rijzen bij de dienstdoende eindredacteur. De wens om in het centrum of Zuid te wonen kan wel groot zijn bij autochtone jongeren maar heeft die wens enige band met de werkelijkheid?

Kunnen jongeren zich überhaupt woningen binnen de A-10 ring permitteren? En zou het niet kunnen dat door alleen in Amsterdam geboren autochtone jongeren te ondervragen, je hen vraagt over de buurten waarin ze zijn opgegroeid? Niet zo vreemd dat je als je in Zuid opgroeit, je ook in Zuid wil blijven wonen (avontuur is er niet bij). Marokkaanse Amsterdammers zijn flexibeler, zo lijkt het, en realistischer. Dat is mooi maar dan weten we nog niet waarom het rapport in zijn conclusie en daardoor de auteur ook, Marokkaanse jongeren apart neemt, terwijl het gaat over alle Amsterdamse jongeren.

Nu moet ik de auteur nageven dat het rapport van O+S niet uitblinkt door helderheid en de conclusie een monument is van onhelder formuleren. Daarover zou een mooi verhaal geschreven kunnen worden, maar er staat behoorlijk wat meer in dan die ene regel die de journalist eruit gelicht heeft en die, gekoppeld aan de rest van het rapport, als een soort Fremdkörper in de conclusie is gestopt – interessante vraag waarom O+S dat doet, maar dat terzijde. Want waarom verschillende voorkeuren voor woningen tot ‘elkaars buurten mijden’ leiden, wordt niet uitgelegd en is alles behalve vanzelfsprekend. Sterker, er wordt in het rapport gesteld dat een koffiezaak zoals de Coffee Company bij álle jongeren populair is. Dat lijkt me geen bewijs voor mijdgedrag.

O+S schept helaas zelf de nodig verwarring en ik hoop niet dat dit rapport model staat voor hun onderzoek. Het begint al met jongeren: tussen de 16 en de 32 jaar. Dat biedt nogal wat variatie en mening antwoord is ook voorzien van de opmerking dat een gezin met kinderen of een kinderwens bepaalde verlangens heeft. Uit de methode verantwoording blijkt dat het onderzoek in principe ging om de woonwensen van allochtone jongeren in kaart te brengen. Er is een autochtone ‘referentiegroep’ opgenomen. Die vaststelling (en de zeer beperkte deelname) maakt de formulering van de conclusies waarin vergelijkingen met autochtonen worden gemaakt nog minder verklaarbaar. De methode en de respons roept allerhande vragen op.

Mijn bezwaren tegen de methodologie van het rapport zijn misschien te gedetailleerd voor de gemiddelde lezer, maar het loont de moeite er eens in te duiken (pag 51). De leeftijdsgroep 18 tot 26 werd uitgebreid tot 18 tot 29. Waarom? Wat bleek? De meest jongeren zijn helemaal niet met verhuizen bezig en denken er niet over na. Reden om het onderzoek te laten vallen? Nee, hoor, we breiden gewoon de leeftijdsgroep uit. In mijn boek zijn dat geen jongeren meer en het vervuilt de resultaten.

Boven de 25 gaan immers overwegingen over scholen en publieke voorzieningen meespelen, die voor allochtone jongeren belangrijker zijn dan autochtone, misschien omdat ze meer over een gezin met kinderen nadenken (dat weten we niet).

Van de jongeren t/m 22, dat zijn er, 250 van de 430, woont het overgrote deel (tussen de 84 en de 95 %) nog thuis, die tot 25 nog voor 65 %. Of ze een realistisch beeld hebben van de woningmarkt staat zeer te bezien en hun woonwensen maakt dat ook niet meer dan wensen. Ik weet niet wat voor conclusies je daaraan mag verbinden. Doe dan onderzoek naar feitelijk woongedrag, zou ik zeggen. Misschien was dit onderzoek bedoeld om erachter te komen wat voor verwachtingen jongeren hebben van de woonmarkt, of zelfs, waar ze van dromen. Misschien hebben beleidsmakers daar wat aan. Maar het wordt als veel meer gepresteerd, als een weergave van een trend die tot meer segregatie zou leiden. Dat lijkt me niet gerechtvaardigd en beleidsmakers hebben hier niets aan. Wie wel?

De respondenten zijn na benaderingsproblemen op straat ondervraagd, op basis van herkenning als allochtoon (ook interessant). Aangezien bij de autochtone jongeren de voorwaarde was gesteld 'opgegroeid in de stad' (waarom niet aan de allochtone jongeren?) kon dat niet of vonden ze dat te veel tijd vergen (herken maar eens een thuiswonende autochtoon), en moest er via het internet ondervraagd worden. Ik ben geen methodologisch expert, maar het lijkt me een probleem dat allemaal te vergelijken.

Ook problematisch is het woordgebruik: wie thuis wil blijven wonen is ‘traditioneel’, wie een huis zoekt of dat graag zou doen, is ‘progressief’. Die ‘traditionele’ opvattingen zouden allochtone jongeren meer waarde doen hechten aan ‘gezinsvoorzieningen’ zoals scholen en speelplekken. Ze wonen dan ook liever buiten de ring. ‘Stedelijke voorzieningen’ zijn belangrijker voor jongeren die binnen de ring willen wonen, wat dat ook moge betekenen.

Tussen de regels door kun je lezen dat Turkse en Marokkaanse jongeren meer eisen stellen aan een eerste woning simpelweg omdat ze pas uit huis gaan als ze een gezin stichten en minder vaak willen verhuizen. Ze vinden vaak op eigen gelegenheid woonruimte. Allochtone jongeren zijn, zo zou je ook kunnen concluderen, voorbeeldige burgers die meer geven om de klassieke buurtvoorzieningen en de moeite nemen om een goed huis te vinden voordat ze thuis vertrekken.

Het is jammer dat het Parool nu een bericht lanceerde dat op zijn best onvolledig, op zijn slechtst tendentieus is omdat het een klein deeltje van de conclusie van een rapport weergeeft dat veel meer heeft te bieden, zelfs in de samenvatting. Het rapport biedt ook veel meer verwarring, dat is waar, maar als de journalist doorgelezen had zou hij het artikeltje zoals het er lag niet hebben kunnen schrijven. Hij had op zijn minst alternatieve koppen kunnen overwegen, zoals daar zijn: 'Segregatie blijft zoals hij is' of, 'Marokkaanse jongeren zijn beter geïntegreerd dan autochtone jongeren'. Of 'autochtone jongeren honkvast'. Wellicht zelfs: 'autochtone jongeren hebben woonwensen die onrealistisch zijn'. Of nog beter: 'Allochtone jongeren beter geïntegreerd dan autochtone jongeren'.

Helaas koos hij voor de slechtste kop. Die heeft nu een eigen leven gekregen. Correspondentie met Het Parool leidde nergens toe. Never mind. We lullen maar wat.

Frans Verhagen is publicist en hoofdredacteur van de website Amerika.nl. Daarnaast is hij lid van de Amsterdamse Adviesraad Diversiteit en Integratie. Deze tekst is ook verschenen op amerika.nl en in overleg met Frans Verhagen ook op Republiek Allochtonië geplaatst.

Eerdere artikelen van Frans Verhagen op dit blog lees je hier.

Meer over segregatie op dit blog hier

 

 

 

 


Meer over amsterdam, frans verhagen, jongeren, o+s, onderzoek, segregatie.

Delen: