Nourdin el Ouali: Er is een revolutie van vertrouwen nodig
In achtergronden door Ewoud Butter op 14-03-2018 | 19:56
Op 21 maart 2018 staan de gemeenteraadsverkiezingen op het politieke programma. Republiek Allochtonië interviewt in de aanloop naar de verkiezingen kandidaten van diverse partijen uit verschillende windrichtingen. Ewoud Butter sprak met Nourdin el Ouali, lijsttrekker van het Rotterdamse NIDA.
Ik sprak El Ouali in februari in een café in het centrum van Rotterdam. Het verkiezingsprogramma van NIDA, een door de islam geinspireerde partij, was toen we elkaar spraken nog niet bekend. Het inmiddels alweer gevallen linkse verbond met de SP, GroenLinks en de PvdA was net gepresenteerd. De vier partijen kondigden aan gezamenlijk een offensief te willen voeren tegen armoede, voor betaalbare woningen, meer stages, banen en groen, minder beton, goed openbaar vervoer en een krachtig anti discriminatiebeleid.
Leefbaar Rotterdam betitelde het samenwerkingsverband als ‘het links islamitische blok’. SP-lijsttrekker Leo de Kleijn noemde dat direct een ‘geuzennaam’. De Kleijn, die verklaart helemaal niks met religie te hebben, verdedigde de samenwerking met Nida omdat de partijen voor 90 tot 95% hetzelfde vinden.
Behalve van Leefbaar Rotterdam was er ook vanuit andere hoeken verbazing over de samenwerking.
Het links verbond is niet uit de lucht komen vallen. We kennen elkaar allemaal al lang en weten wat we aan elkaar hebben. Het gaat om grote vraagstukken die opgelost moeten worden. Daar is samenwerking voor nodig en die is in de afgelopen vier jaar gegroeid.
Wanneer je twitter als graadmeter neemt, krijg je geen positief beeld, maar die kritiek komt vooral uit een bepaald netwerk. In Rotterdam hebben we voornamelijk veel positieve reacties gehad.
Je carrière in de politiek begon bij een linkse partij. Waarom koos je destijds voor GroenLinks?
Dat begon met de Fortuynrevolutie en de discussie in de stad toen over moslims. Ik was begin 20, studeerde en besefte dat die discussie over mij, over mijn vrienden, mijn ouders ging. Hoewel ik de politiek tot dan toe wel volgde, besloot ik toen pas me er actief mee te gaan bemoeien. Ik nam deel aan debatten en oriënteerde me op verschillende politieke partijen en kwam toen uit bij GroenLinks, vanwege het belang dat die partij hecht aan mensenrechten, de multiculturele samenleving, armoedebestrijding, ontwikkelingssamenwerking en duurzaamheid. Ik was ook gecharmeerd van de wijze waarop Paul Rosenmuller op de Erasmusuniversiteit in debat met Pim Fortuyn ging.
Wilde je meteen de gemeenteraad in?
Nee. Aanvankelijk was ik vooral passief lid. Ik ging naar debatten, kwam daar in contact met actieve GroenLinksers en werd gevraagd actiever te worden. Ik ben me vervolgens gaan verdiepen in de lokale politiek en de politieke geschiedenis van Rotterdam. Uiteindelijk werd ik in 2009 gevraagd te solliciteren. Aanvankelijk zou ik in Delfshaven, de wijk waar ik altijd woonde, in de buurtcommissie gaan zitten, maar werd al snel voor de stedelijke lijst gevraagd. Ik kreeg een week bedenktijd, heb dat met vrienden en familie overlegd en uiteindelijk besloten het te doen. Ik kwam toen op plek 2 op de kandidatenlijst.
Aan het eind van de periode verliet je de GroenLinks fractie. Hoe kijk je erop terug?
In het begin vond ik het allemaal imponerend. Het was voor mij een interessante en leerzame periode. Ik had de hoop het een en ander te kunnen veranderen, maar in de oppositie konden we weinig invloed uitoefenen met destijds enerzijds Leefbaar en anderzijds GroenLinks, de SP en ChristenUnie/SGP. Dat was te klein en versnipperd.
Wel heb ik binnen GroenLinks alle ruimte kunnen nemen. De samenwerking in de fractie verliep goed en soepel.
Toch ben je opgestapt…
Ik had het bij GroenLinks prima naar mijn zin en wilde niet per se weg, maar ik kwam toch langzaamaan tot het besef dat er iets extra’s nodig was.
Waarom?
Leefbaar Rotterdam was een deel van de Rotterdammers gaan vertegenwoordigen die zich tot dan toe niet vertegenwoordigd voelden, maar de belangen van Rotterdammers met een migratieachtergrond werden ook matig behartigd. Dat vond ik een slechte zaak.
Daarnaast was de PvdA, maar in haar kielzog de rest van links, bezig het electoraat terug te winnen van Leefbaar Rotterdam door, defensief agerend, naar rechts op te schuiven. Links nam de rechtse agenda en analyse over zonder met een eigen verhaal te komen.
Verder vonden we het van emancipatoir belang. Ik had me verdiept in de verzuiling, de emancipatie van de katholieken, vrouwen en LHBTi’s en de Civil Right movement in de Verenigde Staten, en ontdekte het belang van eigen structuren. Niet om te segregeren, maar juist om te emanciperen. Het gaat steeds om de vraag hoe je als minderheid gelijke kansen krijgt op gelijke toegang tot kennis en macht en posities.
In al die bewegingen zie je dat er een fase moet zijn waarin sprake is van een ontvoogdingsproces waarin je vanuit eigen kracht en visie een eigen geluid, vanuit eigen inzichten ontwikkeld. Dat is niet een fase die je kunt overslaan.
Het ging er bijvoorbeeld ook om dat het effectiever is wanneer we vanuit de gemeenschappen zelf onderwerpen zouden kunnen agenderen. Wanneer onderwerpen als de gelijkheid van mannen en vrouwen of de positie van LHBTI’s door buitenstaanders geagendeerd worden, soms uit electoraal gewin of om moslims te bashen, dan werkt dat averechts. Mensen sluiten dan de deuren. Het zijn onderwerpen die vanuit de eigen gemeenschappen geagendeerd moeten worden. Daar wilden wij ook een rol in spelen.
We zochten een eigen narrative, verlangend naar een nieuw paradigma dat ook aansloot bij het anti establishment gevoel. Van dat anti establishment gevoel heeft rechts heel goed kunnen profiteren – en dat snap ik. De SP kon dat vroeger ook, maar heeft die positie de afgelopen jaren verloren.
Je kreeg landelijke bekendheid toen je vragen in straattaal stelde en door je deelname aan de tweede Gaza Freedom Flotilla. Waarom deed je dat?
Ik deed dat als mensenrechtenactivist. Ik had het gevoel dat je je mond vol kan hebben over mensenrechten, maar dat ik ook wat moest doen. Ik had in 2009 een reis door het Midden-Oosten (Jordanië, Libanon, Syrië, Palestina) gemaakt en ik heb toen ervaren hoe de inwoners van Palestina behandeld werden. Ik zag mensen die bij checkpoints enorm vernederd werden, vrouwen die en public hun broek uit moesten trekken. Ik zag een oud Palestijns echtpaar dat onder bedreiging hun koffer op straat moest legen en een jonge soldate die vervolgens met haar voet door hun spullen ging. Ik werd zelf acht uur op het vliegveld vastgehouden en in Hebron met een wapen bedreigd door iemand van een burgerpatrouille, omdat ik ergens liep waar ik volgens hem niet mocht lopen.
Ik was gecharmeerd door de eerste Flotilla vloot die in 2010 was bedoeld om hulpgoederen naar Gaza te brengen om Israëls blokkade van Gaza te doorbreken. Wat me aansprak was dat bij de Free Gaza Movement een breed, divers front van organisaties zich had aangesloten. Christelijke, joodse, humanistische en islamitische organisaties werkten samen en bekende activisten als dominee Desmond Tutu en Noam Chomsky steunden het initiatief. Aan boord bevonden zich ook Europese parlementsleden, de Nobelprijswinnaar voor de Vrede Mairead Corrigan Maguire en een 85-jarige overlevende van de Holocaust. Israëlische mariniers overvielen de vloot en doodden daarbij 10 passagiers. Het leidde tot internationale veroordeling van Israël en, heel bijzonder, excuses van Israël.
Toen de tweede flotilla kwam, bleek er opnieuw een brede diverse groep uit tal van landen deel te willen nemen. Er waren boten uit Griekenland, Frankrijk, Spanje, Ierland, Canada en ook, voor het eerst, uit de Verenigde Staten. Er waren opnieuw een aantal Joodse deelnemers en de bekende schrijfster Alice Walker (The Color Purple). En het was een vreedzaam geweldloos initiatief. Dat sprak me aan. Toen ik werd benaderd door mensen die het organiseerden, heb ik vanwege de mensenrechten en het vreedzame karakter ja gezegd.
Sindsdien word je door sommigen geassocieerd met Hamas of de moslimbroeders
De Flotilla was, zoals ik al vertelde juist een heel breed initiatief. Dat vond ik er aantrekkelijk aan. Het is zo vaak guilty by association. Ik ben bijvoorbeeld hier in Rotterdam een keer gevraagd wat te vertellen over het Nederlands beleid ten aanzien van Palestina. Ik ben na afloop van de bijeenkomst op een foto gaan staan met alle mensen die daar een bijdrage hadden geleverd. Op een enkeling na had ik de meesten daar voor het eerst ontmoet, waaronder een man die volgens Carel Brendel bij Hamas zou horen. Maar ik heb die man daar voor het eerst ontmoet en daarna nooit meer. En zelfs als het zou kloppen dat die man een kopstuk van Hamas is, dan zegt dat niets. Ik heb met honderden mensen op de foto gestaan. Dat betekent nog niet dat ik dezelfde mening heb als zij. Hetzelfde geldt voor zogenaamde banden met de moslimbroeders. Die banden heb ik niet.
En wat vind je van Hamas?
Ik steun het merendeel van de denkbeelden van Hamas niet. Ik ben links en progressief en dat geldt absoluut niet voor Hamas.
Je reageert meestal niet wanneer gesuggereerd wordt dat je banden zou hebben met de moslimbroeders of Hamas.
Ik heb er twee of drie keer op gereageerd, maar ik wil dat niet te vaak doen. Soms moet je wel, dan krijgen wilde verhalen een eigen dynamiek en soms is er sprake van ernstige smaad, maar ik wil ook niet in een slachtofferrol terechtkomen.
Belangrijker is dat ik mezelf wil definiëren en niet wil reageren op de definities van anderen. Hetzelfde geldt voor de benamingen van NIDA als ‘moslimpartij’ of ‘migrantenpartij’. Het zijn allemaal benamingen die wij onszelf niet geven.
Beoordeel mij en NIDA op onze daden en onze standpunten. Daar kan ik verantwoording over afleggen. Niet over de gedachten van de personen met wie ik op een foto sta.
Wat is dat eigen verhaal dan?
Dat eigen verhaal begint ermee om met volle overtuiging te durven zeggen dat de multiculturele samenleving feitelijk bestaat, dat die niet meer verdwijnt en voor een belangrijk deel gelukt is.
We zijn allemaal Nederlanders, Rotterdammers en moeten ons niet tegen elkaar laten uitspelen door het hele waanidee dat onze cultuur loopt gevaar, door uitspraken over homeopathische verdunning of dat er sprake is van een Clash of Civilizations. Dat zijn ideeën die bedreigend zijn voor de cohesie in de samenleving. Het zijn niet alleen Forum of de PVV die daar mee komen, maar ook mainstream partijen. Kijk bijvoorbeeld naar de lezing van Sybrand Buma. Het voedt groeiend wederzijds wantrouwen.
Je kunt ook zeggen dat deze politici de mening van een deel van het volk vertolken.
Natuurlijk, en ik sta voor de vrijheid van meningsuiting, maar ik maak me wel zorgen. Extreemrechts komt in heel Europa op, alt-right komt op en ze werken steeds meer met elkaar samen. Het zijn de verhalen van de handelaren in angst die politieke winst boeken. Het dreigt een self fulfilling prophecy te worden.
Wat wil je daar tegen doen?
We moeten naar een ander paradigma en daar is massa voor nodig, waarin we breken met angst en wantrouwen. Er is een revolutie van vertrouwen nodig om ons niet tegen elkaar uit te laten spelen.
We moeten als samenleving weerbaar zijn tegen radicalisering, tegen geweld en ons daar niet door laten verdelen. Iedere aanslag is een aanslag op ons allen. Of de dader nou Tristan, Karst of Mohammed heet.
Hoe geeft NIDA daar invulling aan?
We proberen antwoorden te formuleren op tal van uitdagingen vanuit een linkse achtergrond en een holistische visie vanuit de islam.
We hebben het enerzijds nog nooit zo goed gehad. Tegelijkertijd hebben we welvaartsziektes, leven we ongezond, vervuilen we het klimaat, zijn er mensen die buiten de boot vallen. Dat gaat over onze gemeenschappelijke toekomst, daar zouden we met zijn allen onze energie op moeten richten.
Wij zijn geen figurant, we zijn een onderdeel van de samenleving en dragen medeverantwoordelijkheid. We moet ervoor waken niet te pessimistisch te worden, niet te angstig. Ik ben niet naïef, de mensheid is ook tot veel lelijks in staat, maar ik geloof dat de meeste mensen heel veel goeds in zich hebben. Ik wil werken vanuit optimisme en vertrouwen. Dat is mijn mensbeeld.
Wat betekent dat voor het integratiebeleid?
We willen breken met het oude integratiebeleid, waarbij jongeren van de tweede en derde generatie nog steeds zouden moeten integreren. We zijn allemaal Rotterdammers, we houden van deze stad en willen aan die stad bijdragen vanuit gelijkwaardigheid. Mensen die hier geboren en getogen zijn, zijn gewoon burgers van Nederland. Zorg dan dat er voor alle Nederlandse burgers gelijke kansen zijn. Geef prioriteit aan de aanpak van werkloosheid, armoedevraagstukken, goede huisvesting, discriminatie.
De integratiediscussie zou zich nu vooral moeten focussen op de nieuwkomers. Laten we leren van het verleden en voor nieuwkomers wel goede taallessen en inburgering regelen. Het is zaak om mensen snel te betrekken.
Burgemeester Aboutaleb heeft het over de ‘wij-samenleving’ of de ‘vreedzame samenleving’. Hoe wil NIDA daar vorm aan geven?
In een open samenleving moeten we leren leven met verschillen. We zijn niet allemaal hetzelfde en dat zullen we ook niet worden. Ik snap het wanneer mensen er moeite mee hebben wanneer er met Turkse vlaggen gezwaaid wordt, zo heb ik zelf moeite met de Prinsenvlaggen, die in het verleden door de NSB gebruikt werden. Maar het mag wel.
Wanneer je vanuit Blut en Bodem denken echter meent ergens meer rechten op te hebben, dan stimuleer je de verdrukking en polarisatie. Dan ontstaat er een dynamiek die steeds moeilijker te beheersen is.
In een vreedzame samenleving werk je aan cohesie op basis van gemeenschappelijkheid en een samenleving die blijvend streeft naar gelijkwaardigheid, gelijke kansen etc. Een onrechtvaardige samenleving zal altijd spanningen oproepen.
Uiteindelijk zijn mensenrechten, zoals vastgelegd in de grondwet en in internationale verdragen voor ons leidend. Die bieden een goede basis om aan gemeenschappelijkheid te werken en op grond daarvan nemen we anderen de maat.
Ook buitenlandse regeringsleiders? Je krijgt het verwijt niet kritisch ten opzichte van Erdoğan te zijn.
Ik stond na de mislukte coup in Turkije bij een demonstratie en hield daar een verhaal waarin ik mij heb uitgesproken tegen de coup. Ik had gehoopt dat Erdoğan juist daarna verbinding zou gaan zoeken. Dat is niet gebeurd. Ik kijk daarom nu met veel zorg naar de ontwikkelingen in Turkije, maar ik vind wel dat het Turkse volk uiteindelijk haar eigen keuzes moet maken. Dat is democratie. Hetzelfde geldt voor Wilders: ik heb heel veel problemen met zijn standpunten, maar hij is wel democratisch gekozen.
In een democratie geldt niet alleen de wil van de meerderheid, maar wordt ook rekening gehouden met wensen van de oppositie en van minderheden.
Zeker, dat vind ik ook. Daar moeten we consequent in zijn. Wanneer je bijvoorbeeld, met redenen, kritisch bent over mensenrechtenschendingen door Erdoğan, moet je ook kritisch zijn over mensenrechtenschendingen door Israël. Ben je dat niet, dan ben je hypocriet.
Je kunt verschillende uitgangspunten, visies en belangen hebben, maar met mensenrechten moet je niet marchanderen. Wij staan voor gewetensvrijheid, geloofsvrijheid, respect. Het is prima wanneer mensen bijvoorbeeld niets met geloof of islam hebben. Ik heb ook geen moeite met een stevig inhoudelijk debat of religiekritiek, maar respecteer wel altijd de mens.
Moet respect niet verdiend worden?
Ik denk dat elk levend wezen met waarde geboren is en daarom met respect behandeld dient te worden. Dat geldt voor ieder mens en ook voor dieren en voor Moeder Aarde. Dat is niet een productie-eenheid die in onze behoeften voorziet.
Het is de vraag hoe je stad en natuur met elkaar verbindt. Dat is een cruciale opgave. In dit soort vraagstukken kan de islam voor mij een inspiratiebron zijn.
Wat is het belangrijkste verschil met DENK, een partij die zich ook door de islam laat inspireren?
Ik heb geen zin om DENK te definiëren. Dat moeten ze zelf kunnen doen. Ik kan wel wat over NIDA zeggen. Onze partij is vanuit grassroots ontstaan. Aan de keukentafel, ook niet vanuit een conflict. NIDA is origineel. NIDA is democratisch: ons bestuur, onze politici zijn door de leden benoemd. We zijn echt een ledenpartij. Wij bepalen samen ons beleid. Niemand anders. We blijven ons ontwikkelen, zo hebben we sinds kort ook een geschillencommissie. We leggen altijd verantwoording af. We zijn supertransparant. Je kunt iedereen spreken. Elsevier heeft ons een tijdje gevolgd, net als Tegenlicht en Trouw, dat ons ruim een jaar heeft gevolgd.
Hoe divers is NIDA zelf?
We proberen zo inclusief en divers mogelijk te zijn. Onze lijst is heel divers. We hebben een goede vertegenwoordiging van vrouwen, mannen, Rotterdammers van verschillende etnische achtergronden, gelovigen en ongelovigen en mensen van verschillende beroepsgroepen. Allemaal Rotterdammers die zich maatschappelijk bewezen hebben. De kandidatencommissie heeft echt geweldig werk gedaan. Dit jaar nemen we deel in 11 gebiedscommissies, vier jaar geleden waren dat er vier. Het is echt grassroots-gewijs opgebouwd. Maar we hebben nog een wereld te winnen.
Wanneer ben je op 21 maart tevreden met de verkiezingsuitslag?
De verkiezingen worden pas gewonnen als de onderhandelingen uitgekristaliseerd zijn en het nieuwe collegeakkoord bekend is. Dan wordt wat mij betreft pas duidelijk wie tot de winnaars behoren en ik durf nu al te voorspellen dat NIDA de grootste verrassing wordt, Net als vier jaar geleden.
Zie ook:
Meer over NIDA op de campagnesite
Nourdin el Ouali is doorgedrongen tot de 12 beste raadsleden van Nederland
Naar aanleiding van het einde van het linkse verbond schreef Brahim Meten met twee maten
Nourdin El Ouali en Wierd Duk in debat over de Nederlandse identiteit
Meer interviews
Niet logeren maar samenwonen. Interview met Sylvana Simons
In wil me inzetten tegen ongelijkheid in Amsterdam. Interview met Miguel Heilbron
Vieren van diversiteit in een tijd van toenemende polarisatie. Interview met Samir Toub
Meer over de de gemeenteraadsverkiezingen: #GR2018
Foto: screenshot uit campagnefilmpje van NIDA
Waardeert u ons werk? U kunt Republiek Allochtonië steunen en een klein (of groot) bedrag doneren (nu ook via I-deal)
Meer over #gr2018, interviews gr2018, nida, nourdin el ouali.