Niet meer geweld in allochtone gezinnen
In achtergronden op 10-05-2011 | 08:00
Er zijn geen verschillen in de aard en ernst van huiselijk geweld tussen etnische groepen. Wel ervaren gezinsleden uit allochtone groepen soms een groter taboe op het bespreken en daarmee het doorbreken van het geweld of beëindigen van de relatie. Dat kan het isolement van het gezin vergroten. Het geweld ontreddert de moeders vaak dusdanig dat het zorgen en opvoeden ze slecht afgaat. Ook na beëindiging van het geweld kan de impact op kinderen en moeders groot blijven en belemmerend werken op een gezonde ontwikkeling.
Dat blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd door het Verwey-Jonker instituut. De resultaten staan beschreven in het boek 'Opvoeden na partnergeweld'.
Ouders in een geweldsrelatie kunnen de opvoeding van kinderen doorgaans slecht aan, ook nadat het partnergeweld is gestopt. De impact op kinderen die slachtoffer of getuige zijn geweest van geweld tussen de ouders is groot. Kinderen kunnen zelf pleger- of opnieuw slachtoffer worden. Ze kampen met psychosomatische klachten, leerachterstanden en problemen in de sociale omgang. In het hulpaanbod na huiselijk geweld komt de opvoeding als thema onvoldoende aan de orde.
In het onderzoek Opvoeden na partnergeweld hebben 100 moeders en 84 jongeren (slachtoffers en getuigen van relatiegeweld) van uiteenlopende etniciteit gesproken over hun ervaringen.
Bron en meer informatie hier
Meer over huiselijk geweld op Republiek Allochtonie hier
Meer over emancipatie, geweld, huiselijk geweld, onderzoek.
Reacties
Bernadette de Wit - 16/05/2011 14:18