"Ik wil me inzetten tegen ongelijkheid in Amsterdam"
In achtergronden door Ewoud Butter op 14-03-2018 | 10:54
21 maart 2018 staan de gemeenteraadsverkiezingen op het politieke programma. Republiek Allochtonië interviewt in de aanloop kandidaten van diverse partijen uit verschillende windrichtingen. Vandaag is het de beurt aan Miguel Heilbron, kandidaat voor GroenLinks in Amsterdam.
GroenLinks Amsterdam had vier jaar geleden weinig kandidaten met een migratieachtergrond op de kandidatenlijst. Dit jaar is de lijst een stuk diverser. Ook onder de actieve leden zijn aanmerkelijk meer Amsterdammers met een migratieachtergrond dan vier jaar geleden. Dit is voor een groot deel te danken aan het werk van Miguel Heilbron, die zelf is terug te vinden op de vijftiende plaats van de lijst van GroenLinks Amsterdam. Heilbron is ontwikkelingseconoom, gespecialiseerd in armoedevraagstukken. Hij is bekend als een van de oprichters van The Black Archives, acties tegen Zwarte Piet, maar is ook al langere tijd actief op het gebied van duurzaamheid, waarover hij onder andere columns in het NRC schrijft. Ook ontwikkelde hij met slavernij-instituut NiNSee het eerste voorstel voor de nieuwe 'Black Achievement Month' en adviseert hij verschillende organisaties, waaronder een basisschool, op het gebied van inclusiviteit.
Waarom ben je politiek actief geworden?
Sinds ik me kan herinneren ben ik eigenlijk al geïnteresseerd in de politiek en zet ik me in voor verandering. Dat begon al op de basisschool. Daar schreef ik bijvoorbeeld al een stuk in het schoolkrantje over zwarte piet en op de middelbare school bekritiseerde ik het eurocentrisme in de schoolboeken. Ook was ik op de middelbare school actief bij een buurthuis waar ik een project begon dat we ‘Durf anders te kijken’ noemden. Dat ging ook al over migratiegeschiedenis en over de geschiedenis en de verhalen die je op school niet leert, maar die wel belangrijk zijn om meer te leren over de stad en mensen bewust te maken van vooroordelen en discriminatie.
Ik kreeg dat van huis uit mee. Mijn ouders waren ook al bezig met discriminatie en emancipatie en dekolonisatie. Ze benadrukten dat het belangrijk was je uit te spreken en voor je rechten op te komen. Mijn moeder gaf les op de Scholengemeenschap Reigersbos in Amsterdam Zuidoost en was daar bijvoorbeeld ook al actief tegen Zwarte Piet. Ook nam ze stelling tegen het voortijdig afschrijven van kinderen vanwege hun afkomst of het opleidingsniveau van hun ouders. Mijn vader doceerde op de Universiteit van Amsterdam, sociologie, over het slavernijverleden.
In 2002 mocht ik als een jongerenvertegenwoordiger naar de VN-top over duurzaamheid in Zuid-Afrika en een tijdje daarna besloot ik politiek actief te worden.
Koos je direct voor GroenLinks?
Nee. Ik ben begonnen me breed in te gaan lezen en ben gaan kijken bij SP, PvdA en GroenLinks. Uiteindelijk sprak GroenLinks me het meeste aan, omdat de partij zowel aandacht besteedt aan duurzaamheid als aan eerlijke kansen, antidiscriminatie en het benutten van de kracht van diversiteit.
Ik ben aanvankelijk ook actief geworden bij Dwars, de politieke jongerenorganisatie van GroenLinks en ben daar samen met anderen de ‘Jongeren Formatie Coalitie voor een Duurzame Toekomst’ gestart. Dat was ten tijde van de kabinetsformatie in 2010. We hebben destijds tientallen jongerenorganisaties en honderden jongeren verzameld achter 10 speerpunten voor duurzaamheid en dit meegegeven aan de onderhandelaars in de formatie.
In 2015 ben ik lid geworden van het bestuur van de Amsterdamse afdeling van GroenLinks en kreeg ik binnen het bestuur de portefeuille diversiteit en inclusiviteit.
Waarom was dat nodig?
Meer dan de helft van de Amsterdamse bevolking heeft een migratieachtergrond, maar dat is onvoldoende zichtbaar in de gemeenteraad. Dat gold ook voor GroenLinks: zowel in de raad als de vereniging waren we nog niet representatief genoeg voor de stad. Daar was binnen GroenLinks al langer onvrede over, maar de afgelopen jaren hebben we dat echt aangepakt.
Natuurlijk zijn er ook witte Amsterdammers die zich hard maken voor zwarte Amsterdammers, maar het heeft een toegevoegde waarde wanneer je op die posities ook mensen hebt die zelf tot de gemarginaliseerde groepen behoren. Dit is ook belangrijk voor representatie. De gemeente neemt beslissingen over de gehele bevolking.
Ben jij een vertegenwoordiger van de Surinaamse gemeenschap?
Nee, maar mensen met verschillende achtergronden zorgen wel voor verschillende perspectieven. Volksvertegenwoordigers staan in eerste instantie voor hun programma en hun kiezers, die hopelijk uit veel meer groepen komen. Maar de ervaring tot een minderheid te behoren, helpt wel extra om oog te hebben voor waar verschillende gemarginaliseerde groepen tegen aanlopen – en daar kunnen trouwens ook witte Amsterdammers bij zijn, zoals bijvoorbeeld de Amsterdammers die onder de armoedegrens leven. Of vrouwen, of LHBTI+’ers, of andere bevolkingsgroepen.
Uiteindelijk willen we een stad waarin we allemaal tot ons recht kunnen komen.
Hoe hebben jullie het bevorderen van diversiteit en inclusie aangepakt bij GroenLinks?
We zijn een werkgroep diversiteit gestart, maakten een plan en na een aantal meetings zijn we niet meer in de Stopera, maar op locaties in de stad gaan vergaderen. Zo konden verschillende mensen aanhaken.
We betrokken verschillende organisaties en netwerken door ons kwetsbaar op te stellen. We gingen in gesprek over wat zij belangrijk vonden voor de politiek, de stad en GroenLinks.
Op die manier hebben we ook input kunnen ophalen voor het verkiezingsprogramma. Niet alleen in Amsterdam, maar we hebben ook kunnen bereiken dat een aantal punten in het landelijk verkiezingsprogramma van GroenLinks scherper zijn geformuleerd. Zaken als etnisch profileren, het AOW-gat voor ouderen, dekolonisatie van het onderwijs en een helder standpunt over Zwarte Piet zijn nu echt verankerd in de GroenLinks-programma’s.
Daarnaast hebben we ons Amsterdamse raadslid Simion Blom en de rest van de fractie kunnen ondersteunen en bijvoorbeeld input geleverd voor zijn voorstel voor een slavernijmuseum. Ik ben echt trots op wat we allemaal met de werkgroep hebben bereikt.
Op een gegeven moment heb ik een voorstel op papier gezet voor een trainingstraject om er voor te zorgen dat we ook op de kandidatenlijst meer mensen uit verschillende groepen kregen. Daar hebben zich uiteindelijk meer dan 40 mensen voor aangemeld. Het kwam op twee groepen van twintig kandidaten uit en daar zijn onder andere twee goede kandidaten in de top 10 van de Amsterdamse GroenLinks-lijst uit voortgekomen. Daarnaast is er nu ook meer diversiteit in andere geledingen van de partij.
Wat zie je als een belangrijk verschil tussen GroenLinks en BIJ1?
Ik denk dat GroenLinks en BIJ1 het over bijna alles met elkaar eens zijn. Ik ben heel blij met BIJ1, ik vind het ook heel jammer dat ze niet in de Tweede Kamer zijn gekomen, en hoop ook dat ze in gemeenteraad komen. Ze zetten zich ook in voor dingen die ik belangrijk vind.
Belangrijk verschil is wel dat GroenLinks in Amsterdam de grootste partij kan worden en ook echt grote invloed op het beleid kan hebben. GroenLinks heeft nu de kans om de grootste partij te worden in Amsterdam, dat is van groot belang.
En waarin verschilt GroenLinks van D66?
D66 is een partij die veel meer kiest voor de marktwerking en de middengroepen. GroenLinks komt echt op voor gemarginaliseerde groepen, we komen radicaal op voor gelijkheid en duurzaamheid. Wat betreft onderwijsbeleid: D66 geeft meer prioriteit aan keuzevrijheid in plaats van kansengelijkheid voor verschillende kinderen, toch meer elite-onderwijs in plaats van onderwijs voor iedereen.
In de vorige periode, vóór het huidige college met D66, is onder GroenLinks-wethouder Andree van Es echt ingezet op terugdringen van discriminatie, terugdringen van racisme en aandacht voor het slavernijverleden. Samen met de PvdA is in die periode ook ingezet op terugdringen van kansenongelijkheid, de aanpak van slechte scholen, toegankelijkheid. Dat is de afgelopen vier jaar weer versloft.
En DENK?
DENK zie ik niet op alle vlakken als een progressieve partij, maar wat betreft hun inzet op discriminatie, antiracisme en dekolonisatie liggen ze zeker dicht bij GroenLinks.
Je bent ook mede-initiatiefnemer van The Black Archives. Hoe is dat initiatief ontstaan?
Toen mijn vader in 2009 overleed, liet hij mijn broer en mij duizenden boeken na over de geschiedenis van zwarte mensen, de slavernijgeschiedenis, antidiscriminatie, emancipatie. Hij had als wens dat dit archief na zijn dood beschikbaar werd.
Samen met mijn broer, Thiëmo, zijn we gaan kijken hoe we dat konden verwezenlijken. Uiteindelijk hebben we de helft van het archief naar Suriname kunnen verschepen, naar de Anton de Kom universiteit, de andere helft hebben we samen met New Urban Collective toegankelijke kunnen maken voor het Nederlandse publiek. Samen met Mitchell Esajas, Jessica de Abreu, mijn broer Thiëmo Heilbron en ik hebben we The Black Archives opgezet.
The Black Archives is inmiddels gevestigd op de Zeeburgerdijk in het pand van Vereniging Ons Suriname, de oudste zelf-organisatie van migranten in Nederland, en omvat inmiddels ook delen van hun collectie. Met The Black Archives willen we vooral perspectieven van zwarte mensen inzichtelijk maken en verspreiden, die nu nog onderbelicht zijn in musea, bibliotheken enzovoorts. We organiseren tentoonstellingen en diverse activiteiten. En we werken onder ander samen met de Correspondent, de OBA en andere organisaties.
Voor de Correspondent heb ik recent ook een artikel geschreven over de jaren ‘70 toen in Amsterdam verschillende wijken niet bewoond mochten worden door niet-witte Nederlanders. Dat heeft ook effect gehad op de huidige segregatie in de stad.
Stel dat je gekozen wordt – wat wil je dan bereiken?
GroenLinks staat voor een maatschappij met samen, eerlijk en duurzaam als sleutelbegrippen. Dat is precies ook waar ik me persoonlijk graag voor inzet. Dus onder andere tegen segregatie. Als je goed kijkt is Amsterdam nog steeds heel gesegregeerd naar inkomen, opleidingsniveau en etniciteit. We moeten werken aan eerlijke kansen en een duurzamere, groenere stad.
Ik wil me vooral inzetten tegen ongelijkheid in Amsterdam. Nu leeft twintig procent van de Amsterdammers onder de armoedegrens. Het is ook heel duidelijk zichtbaar in het onderwijs. Het aantal leerlingen dat een havo of vwo advies krijgt is in Amsterdam-Zuid tachtig procent en in Zuidoost minder dan dertig procent. En op dit moment zit maar twintig procent van de Amsterdamse kinderen op een echt gemengde school. Dat moet veranderen, daar moeten we op inzetten.
Hoe?
Daar zijn verschillende dingen aan te doen, bijvoorbeeld door initiatieven van ouders te ondersteunen, door via het lotingsysteem en voorscholen en op scholen de posities en mogelijkheden van kinderen met achterstanden te verbeteren, enzovoorts.
Met wat voor verkiezingsresultaat ben je tevreden?
Ik hoop uiteraard dat GroenLinks de grootste wordt. Daarnaast hoop ik dat zoveel mogelijk Amsterdammers gaan stemmen, zeker uit verschillende minderheidsgroepen. Vier jaar geleden was de opkomst in Amsterdam onder groepen zonder migratieachtergrond hoger dan zestig procent, maar onder verschillende minderheidsgroepen minder dan de helft hiervan, van de Amsterdammers met een Surinaamse achtergrond stemde zelfs maar 26 procent.
Tot slot vallen de gemeenteraadsverkiezingen dit jaar samen met de internationale dag tegen discriminatie. Ik hoop dat mensen de urgentie voelen en stelling nemen tegen racisme en discriminatie. Door te demonstreren op 18e maart, maar vooral door te gaan stemmen!
Zie ook:
artikelen van Miguel Heilbron op Republiek Allochtonië
Meer over de de gemeenteraadsverkiezingen: #GR2018
Waardeert u ons werk? U kunt Republiek Allochtonië steunen en een klein (of groot) bedrag doneren (nu ook via I-deal)
Meer over #gr2018, interviews gr2018, Miguel Heilbron.