Helpt een mentor tegen jeugdwerkloosheid?
In achtergronden op 06-03-2016 | 09:45
Mentoring kan de kansen op een baan bij jongeren van niet-westerse herkomst vergroten. Maar als het niet goed is georganiseerd, werkt het averechts. Dat blijkt uit onderzoek van Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS).
Jongeren van niet-westerse herkomst zijn veel vaker werkloos dan jongeren van Nederlandse komaf. Volgens de factsheet jeugdwerkloosheid van KIS was in 2015 8,8% van de autochtone jongeren werkloos, tegenover 21,5% van de jongeren van niet-westerse herkomst. Dit verschil is in de periode 2010-2015 toegenomen.
Marokkaanse, Turkse, Surinaamse, Antilliaanse en Arubaanse jongeren en jongeren die onder de categorie ‘overig niet-westers’ vallen, zijn veel vaker werkloos. Als oorzaken voor de hogere werkloosheid onder niet-westerse jongeren worden in de factsheet van KIS een lagere opleiding, discriminatie, een verkeerde studiekeuze en een gebrek aan netwerken die op de arbeidsmarkt effectief kunnen zijn.
Er zijn tal van interventies die worden ingezet om jeugdwerkloosheid tegen te gaan (zie voor een overzicht dit rapport van KIS). Eén daarvan is mentoring. Jongeren kunnen bijvoorbeeld worden gekoppeld aan een mentor, omdat ze een relevant netwerk missen. Ook kan een mentor emotionele steun geven.
KIS onderzocht op basis van een theorie-gestuurde evaluatie of de inzet van mentoring de jeugdwerkloosheid onder migrantenjongeren kan verminderen.
Uit het evaluatieonderzoek komen vier succesfactoren en organisatorische randvoorwaarden naar voren die een geslaagde mentoringrelatie mogelijk zouden kunnen maken:
1. Zorg voor een hechte band tussen mentor en mentee
- Kleinschaligheid draagt bij aan de positieve effecten
- Mentorrelatie van minstens 12 maanden levert meer positieve effecten op
2. Maak een effectieve match
- Mentor staat open voor andere culturen
- Een goede klik tussen mentor en mentee
- Een mentor die ten minste vijftien jaar ouder is, draagt meer bij aan het zelfvertrouwen en de sociale vaardigheden van de jongere
3. Bied een solide ondersteuningsstructuur
- Langdurige aandacht vanuit projectleider voor mentor en mentee
- Professionalisering in screening, matching, begeleiding en training van mentoren
- Structurele monitoring en evaluatie kunnen knelpunten sneller opsporen en oplossen
4. Plaats mentoring in een brede context
- Mentoring is geen substituut voor ouders en professionele hulpverlening
- Betrekken van ouders bij de mentoring vergroot het succes van mentoring
- Goede afstemming met en aansluiting bij reguliere hulpverlening bij complexe problematiek
Het gehele evaluatieonderzoek, dat is uitgevoerd door Ikram Taouanza en Saskia Keuzenkamp is hier te lezen.
Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.
Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.
Meer over KIS, mentoring, methoden, onderzoek, werkloos, werkloosheid.