Er komen 12 door Turkije gefinancierde weekendscholen in Nederland
In achtergronden door Roemer van Oordt op 13-02-2019 | 22:22
Vorig jaar kondigde president Erdoğan aan dat de Turkse overheid bezig was met het opzetten van weekendscholen in verschillende landen, waaronder Nederland. Vandaag werd bekend dat Turkije de financiering van 12 van de 18 initiatieven uit Nederland om de Turkse taal, religie en cultuur aan hier opgroeiende jongeren met Turkse roots te onderwijzen heeft gehonoreerd. De Kamer is in rep en roer. Het kabinet vreest vooral voor anti-integratieve en antidemocratische tendensen en stelt over de hele linie een verkennend onderzoek in naar informeel onderwijs.
Greep op de diaspora
Het Turkse weekendscholenprogramma (Anadola Hafta Sonu Okullar Proje Destek Programi) is erop gericht jonge Turken die in het buitenland wonen hun Turkse identiteit en cultuur te laten behouden en om de banden te versterken met het vaderland. Het programma maakt onderdeel uit van de diaspora- strategie die de religieus-conservatieve en nationalistische regering van president Erdoğan ontwikkelde (zie: Ewoud Butter & Roemer van Oordt, 'Zuilen in de Polder? Een verkenning van de institutionalisering van de islam in Nederland', New Brave Books/Amsterdam, 2018, 465 pp.). Die krijgt onder meer vorm via het in 2010 opgerichte Departement voor Turken in het Buitenland en gerelateerde Gemeenschappen (YDP). Het departement heeft 80 leden, waaronder 5 Turkse-Nederlanders.
Taak van dit departement is om de banden met de ongeveer zes miljoen Turken in het buitenland aan te halen. In de praktijk komt het er op neer dat Ankara wil dat ze actief deelnemen aan het openbare leven in Europa, maar wel de Turkse cultuur behouden. Doel is daarbij vooral dat latere generaties, die beschikken over de kennis van samenlevingen in Europa, zichzelf blijven beschouwen als transnationale burgers en onderdeel van de Turkse diaspora. Een woordvoerder van het YTB zei tegen de NOS: "Je staat steviger in je schoenen als je goed je moedertaal spreekt en je je bewust bent van je culturele achtergrond".
Onderwijs in Allochtone Levende Talen (OALT)
In Nederland werd in 2004 de subsidie voor het programma Onderwijs in allochtone levende talen (OALT) stopgezet. Volgens het kabinet moest het accent bij de integratie liggen op het leren van de Nederlandse taal. Hoewel onderzoek naar de effecten op bijvoorbeeld integratie van Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur (OETC; later Onderwijs in Allochtone Levende Talen) nooit een eenduidig beeld heeft opgeleverd, is in diverse Turkse gemeenschappen in Nederland - van religieus tot seculier en van politiek links tot rechts of nationalistisch - nog altijd grote behoefte aan dergelijk onderwijs. ‘Je moedertaal is en blijft onderdeel van je identiteit die je niet met een beleidskeuze kan afschaffen’, zei oud YDP-lid Yusuf Altuntas desgevraagd. Moskeeën voorzien daar nu slechts gedeeltelijk in.
Over het initiatief van Erdoğan wordt binnen Turks Nederland overigens zeer verschillend gedacht. De een vindt het ‘onze kinderen als speelbal laten gebruiken door Turkije’, maar volgens de ander gaat Turkije zich alleen maar meer bemoeien met de Turken in Nederland als dit soort initiatieven worden verboden. Wel moet ook volgens voorstanders de nadruk liggen op taal.
De Turkse subsidie bedraagt tussen de 8000 en 16.500 euro, voor één tot drie klassen. Leerlingen tussen de 6 en 17 jaar krijgen vijf uur per weekend les: twee uur Turkse taalles, daarnaast drie uur geschiedenis, godsdienst, kunst en maatschappijleer. Het project wordt naast door de Turkse overheid gefinancierd met giften. Ook aan ouders wordt gevraagd een bijdrage te leveren. De organisaties moeten zelf zorgen voor een geschikte locatie. Omdat Ankara maar een beperkt budget zegt te hebben, zijn niet alle Nederlandse aanvragen goedgekeurd.
Anti-integratieve en antidemocratische tendensen
Zorgen zijn er in Den Haag vooral over de integratie-belemmerende en antidemocratische tendensen die dit soort initiatieven in de hand zouden kunnen werken. In de Tweede Kamer vielen onlangs al bekende krachttermen als ‘de lange arm van Ankara’, ‘niet met de rug naar de Nederlandse samenleving opvoeden’, ‘trek de grens bij intimidatie en discriminatie’ en ‘lesinhoud mag niet tegen de grondwet indruisen’. Minister Koolmees van SZW zei eerder:
Het staat landen vrij om behoud van de eigen taal en cultuur te stimuleren bij hun landgenoten, of hun kinderen of kleinkinderen, in het buitenland. Meerdere landen, waaronder ons eigen land, doen dit. Wat we niet willen is onderwijs dat als doel heeft om de integratie in Nederland te belemmeren of om antidemocratische opvattingen te stimuleren. Als er signalen zijn dat dit gebeurt, zal de overheid optreden.
Vandaag voegde hij daar aan toe:
We weten dat een deel van de Turks-Nederlandse gemeenschap vooral gefocust is op Turkije en veel minder op Nederland. Dat is natuurlijk niet goed voor de integratie en daar heb ik mijn zorgen over…..Wat ik wel positief vind, is dat de Turkse overheid transparant wil zijn en alles wil delen over het lesmateriaal.
Verkennend onderzoek
Koolmees gaf aan dat er meer informele scholen zijn waar het kabinet zich zorgen over maakt en beter zicht op wil. Er wordt daarom een verkenning gedaan die in beeld moet brengen hoeveel leerlingen informeel les krijgen, wat het lesprogramma is bij die cursussen en hoe de cursussen gefinancierd worden. "We willen daarbij kijken of er sprake is van ondemocratisch onderwijs. De volgende stap is kijken wat we kunnen doen om dat tegen te gaan", zei de minister.
Dat verkennende onderzoek zal flink wat tijd in beslag gaan nemen. Zoals ik eerder aangaf zijn er weekendscholen in alle soorten en maten voor alle nationaliteiten, culturen en diverse etniciteit en met een enorme diversiteit aan lessen en activiteiten op de meest uiteenlopende locaties, waaronder moskeeën. En dan heb ik het nog niet eens over allerlei andere vormen van informeel (thuis)onderwijs. Alleen al in Amsterdam schat ik het aantal op enkele honderden. De onderzoekers kunnen dus echt aan de bak.
Toezicht en controle?
Nationaal en lokaal worstelen politieke partijen en bestuurders met ontbrekend toezicht op de verschillende soorten en vormen van informeel onderwijs. Hoe krijg je zicht op al die particuliere initiatieven die zonder overheidssteun functioneren en vaak met veel vrijwillige inzet in stand worden gehouden? Je kan weekendscholen en andere vormen van informeel onderwijs niet zomaar verbieden en toezicht door de onderwijsinspectie is door de particuliere status niet aan de orde. Alleen bij strafbare feiten kan de politie en het Openbaar Ministerie ingrijpen, maar daar is zelden of nooit sprake van. Koolmees kiest daarom voorlopig maar voor onderzoek en legt het volgen van het reilen en zeilen van weekendscholen vooral bij lokale overheden.
Leerproces?
Zonder flauw te willen doen; recente ervaringen leren dat het verkennende onderzoek - los van de kwaliteit en kwantiteit - voor de verontruste Kamerleden geen afdoende antwoorden zal geven en dus weer leidt tot de vraag naar specifiek vervolgonderzoek. Toch is het verstandig dat Koolmees heeft gekozen voor een verkenning naar alle vormen van informeel onderwijs. Blijkbaar heeft hij van zijn voorganger Asscher geleerd dat al dan niet verondersteld ‘biased’ onderzoek en daaruit voorvloeiend beleid of maatregelen onnodig extra voeding geven aan toch al volop aanwezige gevoelens van het meten met twee maten, zeker (ook) bij jongeren met Turkse roots. En daar zitten alleen voorvechters van polarisatie en uitsluitng in het politieke en maatschappelijke krachtenveld op te wachten.
Lees van dezelfde auteur: Halsema: veiligheidsmaatregelen bij moskeeen, meer controle op koranscholen
Afbeelding: Pixabay
Wilt u dat Republiek Allochtonië blijft bestaan? Waardeert u ons vrijwilligerswerk? We kunnen uw steun goed gebruiken. U kunt Republiek Allochtonië steunen en een klein (of groot) bedrag doneren (nu ook via I-deal)
Neem een abonnement op onze dagelijkse nieuwsbrief: Subscribe to Republiek Allochtonië by Email
Meer over erdogan, islamitisch onderwijs, koolmees, oalt, oetc, taal, turkije, weekendscholen.