Vijf misverstanden over de Roma
In achtergronden door Leo Lucassen op 27-09-2010 | 13:27
De mythe van een bedelend, asociaal, stelend en nomadisch volk
Roma beheersen nu al weken het Europese nieuws. En daarmee ook de hardnekkige wijdverspreide stereotiepen over ‘de zigeuner’. Leo Lucasssen ontkracht een handvol mythes.
De uitzettingen van Roma uit Frankrijk in de afgelopen weken hebben niet alleen bijzonder veel media-aandacht gegenereerd, maar ook de gemoederen tot op het hoogste Europese niveau in beroering gebracht. Nadat eurocommissaris voor Vrijheid en Fundamentele rechten Viviane Reding het Franse uitzettingsbeleid had vergeleken met de deportaties in de Tweede Wereldoorlog, barstte een waar pandemonium los, met de Franse president Sarkozy in de hoofdrol. Bovendien meenden ook Nederlandse politici, zoals Tweede Kamerlid Mirjam Sterk (CDA), zich met populistische flinkheid en niet gehinderd door kennis van zaken in het debat te moeten mengen door Nederlandse Roma de wacht aan te zeggen. Wat de vele berichten en uitspraken over Roma kenmerkt, is het groot aantal misverstanden over deze groep en daarnaast het gebrek aan concrete en realistische oplossingen. Laten we de misverstanden eens langsgaan.
Misverstand 1: Roma zijn één volk
Dit is een wijdverspreid misverstand dat een zeer hardnekkig bestaan leidt. Het is geworteld in het romantisch nationalistische idee dat volkeren een lange gemeenschappelijke taal en geschiedenis hebben. Toen wetenschappers aan het einde van de negentiende eeuw ontdekten dat het dialect (‘Romani’) van bepaalde ‘zigeuner’-groepen opmerkelijke gelijkenissen vertoonde met Indiase talen werd al snel de conclusie getrokken dat het om een volk ging dat zijn wortels in het Oosten had. Vervolgens ging met op zoek naar andere parallellen op het terrein van fysiek uiterlijk (huidkleur), kleding en zeden en gewoonten (rondtrekkend, bedelarij). Hoewel veel als ‘zigeuner’ of ‘gypsy’ bestempelde groepen hier niet of maar zeer ten dele aan voldeden, was het idee van één zigeunervolk al snel geboren. Zoals mijn Leidse collega Wim Willems in zijn proefschrift heeft aangetoond (In Search of the true Gypsy), was dit stereotype en op wetenschappelijk drijfzand gebaseerde idee blijkbaar zo aantrekkelijk dat het de beeldvorming in Europa diepgaand heeft beïnvloed. Bovendien blijkt het vrijwel immuun voor correcties, ook al weten we dat achter de labels ‘Roma’ of ‘zigeuner’ zeer uiteenlopende groepen schuilgaan. Het enige wat hen verbindt, is dat het gaat om families die (ooit) op zichtbare wijze rondtrokken en die – terecht of onterecht – een buitenlandse herkomst wordt toegedicht.
Misverstand 2: Roma zijn nomaden
Zit het rondtrekken bij de Roma in het bloed? Nee. In Oost-Europa, waar dergelijke groepen met de term ‘Roma’ worden aangeduid (in tegenstelling tot ‘Sinti’ in West-Europa), woonde reeds aan het einde van de negentiende eeuw het merendeel in huizen. Momenteel geldt dit in landen als Roemenië, Bulgarije, Slowakije en voormalig Joegoslavië voor meer dan 90 procent van de Roma-bevolking. Het feit dat Roma in West-Europa momenteel als ‘nomaden’ te boek staan, heeft vooral te maken met de slechte toegang tot permanente woonruimte, waardoor men aangewezen is op zelf getimmerde hutjes, wrakke caravans en tenten. Een goed voorbeeld zijn Joegoslavische Roma die in de jaren zeventig van de vorige eeuw in caravans in Nederland rondtrokken. Bij navraag bleken ze die in West-Europa tweedehands te hebben gekocht na generaties lang in Belgrado en Sarajevo in huizen te hebben gewoond. Sommigen trokken ook wel rond om geld te verdienen met ambulante beroepen, maar ook zij keerden steeds naar een vaste plek terug.
Misverstand 3: Roma zijn asocialen, bedelaars en bandieten
De sociaal-economische status van Roma is zeer divers. In Oost-Europa leven zeer succesvolle musici, handelaren en ambachtslui zij aan zij met een veel grotere groep van Roma die het minder getroffen hebben. De meesten hebben weinig opleiding en verdienen de kost als ongeschoold arbeider of met seizoensarbeid in de landbouw. Sinds de val van het communisme, dat Roma nog een zekere vorm van bescherming en banen bood, is hun sociale situatie verder verslechterd, met als gevolg dat een groot deel van hen een onderklassebestaan leidt. Vooral in landen als Slowakije en Roemenië wonen velen in getto’s, zowel op het platteland als in de stad, in zeer slechte huizen, met nauwelijks voorzieningen en onderwijs. Hun situatie is tot op zekere hoogte te vergelijken met die van arme zwarten in Amerikaanse achterbuurten of van de onderklasse in Braziliaanse steden: gestigmatiseerd en nauwelijks kansen om op een legale wijze vooruit te komen in het leven. Criminaliteit en bedelarij zijn wijdverbreid en bestendigen het idee dat ze niet willen deugen. Hoewel het te ver gaat hen alleen maar als slachtoffers te zien zonder enige persoonlijke verantwoordelijkheid, wordt te gemakkelijk voorbijgegaan aan de structurele kansloosheid waar veel Roma mee te maken hebben. In plaats daarvan kunnen we bij veel overheden en niet-Roma het mechanisme constateren dat psychologen aanduiden als blaming the victim. Daar komt nog bij dat in de afgelopen jaren Roma in toenemende mate het mikpunt vormden van racistische en pogrom-achtige aanvallen, die de tegenstellingen (en mogelijk de wens naar West-Europa te vertrekken) alleen maar versterkten.
Misverstand 4: Je mag de Franse uitzettingen niet met WO II vergelijken
Dat ligt er maar aan. Als de vergelijking met de huidige uiteenzettingen door de Franse overheid met de deportaties in de Tweede Wereloorlog dient om op het algemene mechanisme te wijzen waarbij mensen afwijkend worden behandeld op grond van een vermeeend groepslidmaatschap (in dit geval Roma), dan vertoont de Franse aanpak zeker parallellen met het oppakken van zigeuners in de door de nazi’s bezette landen. Uiteraard is er ook een groot verschil met de razzia’s gedurende de Tweede Wereldoorlog, aangezien die als doel hadden zigeuners naar vernietigingskampen te sturen. Iets wat 245 Nederlandse zigeuners op 16 mei 1944 overkwam en van wie slechts een dertigtal de verschrikkingen in Auschwitz overleefde. Sarkozy heeft op zich gelijk door verontwaardigd te reageren op de suggestie dat zijn motieven overeenkomen met die van de nazi’s, maar aan de andere kant komt deze rel hem ook wel weer erg goed uit, omdat het verhult dat hij wel degelijk voor een etnische groepsaanpak heeft gekozen die indruist tegen Europese wetgeving.
Misverstand 5: Roma vormen in Nederland een groot probleem
In de afgelopen weken is naar aanleiding van het Franse uitzettingsbleeid onrust onder Nederlandse Roma (en Sinti) ontstaan over de kans dat hun hetzelfde zou kunnen overkomen. Zo verklaarde Stevica Nikolic-Djula, president van het Internationaal Romano Comité in Nederland in dagblad BN/De Stem van 16 september dat het uitzetten van Roma ook zomaar naar Nederland kan overslaan. Hij werd vervolgens op zijn wenken bediend door het CDA-Tweede Kamerlid Sterk dat op 21 september liet weten dat Roma die geen werk hebben Nederland uitgezet zouden moeten worden. Op wie zij precies doelde is niet helemaal duidelijk. Roma die hier al decennialang legaal wonen, of een kleine groep straatmuzikanten die vooral in de zomer probeert wat geld te verdienen? Feit is dat in Nederland zeer weinig Roma permanent wonen, naar schatting zo’n 2.000 en niet 20.000, zoals diverse media de afgelopen weken meldden (waarschijnlijk omdat zij ook woonwagenbewoners meetellen). Het gaat daarbij allereerst om een groep van circa 1.000 voornamelijk Joegoslavische zigeuners die in 1977 en 1979 zijn gelegaliseerd en in een aantal opvanggemeenten (Ede, Nieuwegein, Oldenzaal e.a.) in huizen zijn ondergebracht. Een aantal van hen heeft inmiddels de Nederlandse nationaliteit, terwijl anderen een zodanig sterke verblijfstitel hebben dat uitzetting, zoals in Frankrijk, onmogelijk is. Hetzelfde geldt voor een tweede groep van gemiddeld veel hoger opgeleide Macedonische zigeuners die het geweld van de Joegoslavische burgeroorlog zijn ontvlucht en inmiddels als vluchtelingen zijn erkend. Een aantal families in de eerste groep levert ontegenzeggelijk problemen op voor buurtbewoners en overheden, maar het gaat veel te ver hier, gezien de kleine aantallen, van een groot probleem te spreken. Etnische registratie, zoals voorgesteld door de burgemeester van Nieuwegein, werkt stigmatiserend. Als Roma problemen veroorzaken of hulp nodig hebben, dan dienen ze niet anders dan andere burgers te worden behandeld. Laat staan dat uitzetting een reële optie zou zijn.
En ten slotte: een oplossing
De beroerde sociale positie van veel Roma in Oost-Europa vertoont veel overeenkomsten met de problemen van bewoners in de Braziliaanse favela’s en Amerikaanse getto’s.
Alleen met een beleid op de langere termijn waarbij de bestrijding van criminaliteit gelijk opgaat met de bestrijding vna discriminatie en racistische aanvallen en het tegelijkertijd verbeteren van hun omstandigheden (wonen, scholing, werk) kan er op den duur iets aan veranderen. Hierbij stuiten we overigens op een laatste misverstand, namelijk dat Roma helemaal niet in onderwijs zouden zijn geïnteresseerd. Hoewel sommigen onder hen hun kinderen, met name meisjes, inderdaad nauwelijks stimuleren en van school weghouden, geldt dit zeker niet voor de groep als geheel. Veel Roma zien wel degelijk het belang van goed onderwijs, maar ervaren tegelijkertijd ook dat hun kinderen op school worden gediscrimineerd en niet voor vol worden aangezien. Geloof in opwaartse sociale mobiliteit via het onderwijssysteem heeft bij velen dan ook een stevige knauw gekregen en tot een vorm van fatalisme geleid dat de Amerikaanse antropoloog Oscar Lewis op grond van zijn onderzoek in Mexicaanse sloppenwijken ooit typeerde als een culture of poverty. Om deze hardnekkige problemen op te lossen doet de EU er beter aan om de nieuwe EU-lidstaten in Oost-Europa aan te spreken op en te helpen bij het bestrijden van onderklassenvorming onder Roma, in plaats van te verzanden in semantische ruzies over parallellen met de Tweede Wereldoorlog.
Leo Lucassen is hoogleraar sociale geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Promoveerde in 1990 op de geschiedenis van zigeuners in Nederland, 1850-1940.
Bovenstaand stuk stond afgelopen zaterdag (25 september) in NRC Handelsblad (Opinie & Debat) en is met toestemming van de auteur op Republiek Allochtonie geplaatst.
Zie ook: Wil het CDA ook de Sarkozy-benadering van Roma in Nederland?
Meer over etnische registratie, Leo Lucassen, Mirjam Sterk, Nicolas Sarkozy, onderzoek, Roma, zigeuners.
Reacties
Mijn oma was een Sinti , nette vrouw ook trouwens
Daar komt de mythe vandaan inderdaad
Harry Wassenberg - 29/03/2015 14:32
Ik heb van 200- t.m 2006 in Roemeni:e gewerkt. Tezamen met een oud hoofdcommissaris van de Nl politie hebben we politie chefs getraind in modern management en dienstbaarheid aan het publiek. Bij onze cirsus trad ook Marian Ursan op. Hij is een Roemeense Roma. Hij had een ngo die hiv bedreigden opving en begeleidde. Hij heeft ook goede contacten in de Roemeense Roma wereld. Marian is een afgestudeerde en gepromoveerde psycholoog. psycholoog . Hij beschikt over grote sociale vaardigheden en is zeer charismatisch.Wanneer u geïnteresserd bent in contact met hem, kunt u mij dat laten weten en zorg i voior zij n e-mail adres.
Verder zou ik graag in contact komen met Paul vanEeuwijk die ik nog ken vanuit mijn studententijd in Tilburg.
Vriendelijke groet,
Harry Wassenberg
jan van westland - 13/01/2013 08:59
Frans Brinkman - 04/12/2012 16:17
Frans Brinkman - 04/12/2012 12:50
Frans Brinkman - 04/12/2012 10:48
Antoine Berben - 28/09/2010 17:30