Turkse Nederlanders: integreren of segregeren?
In opinie door Miep van Diggelen op 17-01-2011 | 15:47
Tekst: Miep van Diggelen
Vorige week publiceerde een groep Turks Nederlandse professionals een manifest waarin ze hun zorgen uitten over de toekomst van de Turkse jongeren in Nederland. Ze constateren dat de binding van Turkse jongeren met de Nederlandse samenleving in rap tempo afneemt, waardoor het gevaar dreigt dat deze jongeren in een maatschappelijk isolement terecht komen. De professionals zien steeds meer jongeren die in psychische problemen verkeren of die zich nadrukkelijk afkeren van de Nederlandse samenleving. Ook kiest een groeiende groep voor een conservatieve beleving van hun geloof.
Politiek
In 1990 was er in Amsterdam een grote vraag naar nieuwe raadsleden omdat de stad bestuurlijk werd gesplitst en er tien nieuwe stadsdelen bij kwamen. Bijzondere belangstelling was er voor allochtone raadsleden, aangezien allochtonen sinds 1986 over passief en actief stemrecht beschikten.
Politieke partijen kregen destijds bij hun zoektocht naar allochtoon politiek talent steun van de gemeente Amsterdam, het Amsterdams Centrum Buitenlanders (ACB, de voorganger van ACB Kenniscentrum) en vele migrantenorganisaties. Direct na de verkiezingen begeleidde ACB de raadsleden van Turkse en Marokkaanse komaf: het waren 18 Turkse en 3 Marokkaanse raadsleden. Dat er veel meer raadsleden van Turkse origine waren gekozen dan van Marokkaanse origine was destijds geen verrassing. De Turkse gemeenschap kende meer hoger opgeleiden, waaronder ook veel vluchtelingen, die politiek en bestuurlijk actief waren en ook in bijvoorbeeld de kunstensector waren de Turkse Nederlanders beter vertegenwoordigd. ‘Turken zijn beter geïntegreerd’ werd destijds gezegd.
Nu is dat anders: er zijn meer Marokkaanse dan Turkse politici, meer Marokkaanse dan Turkse schrijvers en ook in de eredivisie moeten de Turkse Nederlanders het afleggen tegen de Marokkanen. Vanwege de oververtegenwoordiging van Marokkanen in de criminaliteit wordt er veel geklaagd over de integratie van Marokkanen, maar op andere vlakken doen de Marokkanen het vaak veel beter dan de Turken.
‘Turk is het minst gericht op integratie’
Dat werd tien jaar geleden ook al door het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) geconstateerd. ‘Turk is het minst gericht op integratie’ kopte de Volkskrant in juli 2001 naar aanleiding van een onderzoek van het SCP waaruit bleek dat Turken, veel meer dan Marokkanen, Surinamers en Antillianen - een gesloten groep vormen. Turken spreken onderling meer hun eigen taal en de Turkse jeugd heeft traditionelere opvattingen dan de Marokkaanse. Terwijl Marokkaanse jongeren het veel beter deden dan hun ouders, was er tussen Turkse ouders en hun kinderen veel minder verschil. Onderzoeker Dagevos constateerde dat Turken vaker teruggrijpen op hun eigen netwerken. “Deze bieden tijdelijk werk, maar maken een succesvolle carrière een stuk lastiger.'
Het rapport van het SCP raakte een gevoelige snaar bij de trotse Turkse gemeenschap. Belangenbehartigers reageerden een dag later verbolgen in de Volkskrant op het onderzoek. Haci Karacaer van Milli Görüs wond er weinig doekjes om: 'Gelul', was zijn commentaar. 'Wat is erop tegen dat Turken hun eigen taal spreken en bij hun eigen mensen werken? En: 'Ja, de sociale controle bij Turken is groter. Is dat erg? Waarom denk je dat Turkse kinderen niet met stenen gooien?'
Problemen intern oplossen
Ook Ilhan Akel van het Nederlands Centrum Buitenlanders vroeg zich af of de onderzoekers wel de juiste conclusies hadden getrokken. Net als Karacaer roemde hij het ondernemerschap van de Turken en de neiging om problemen intern op te lossen. Gevraagd naar de verschillen tussen Turkse en Marokkaanse jongeren, antwoordde hij: 'Als een Marokkaanse jongen bij een disco wordt geweigerd, maakt hij een scène. Een Turk niet. Die zet zijn eigen disco op.'
Hoewel Karacaer en Akel de conclusie van het SCP dat Turken slecht integreren hekelden, bevestigden ze die conclusie tegelijkertijd juist met voorbeelden die evengoed kunnen worden gezien als symptomen van segregatie. Ook pasten hun reacties in het beeld van een trotse Turkse gemeenschap die problemen zelf oplost….als Turken. Zo roemde Akel de discussies in de Turkse gemeenschap over eerwraak en man-vrouw-relaties en verklaarde hij: “[Turken]. zijn tot de conclusie gekomen dat zij daar als Turken tegen moeten optreden.”
Manifest
De Turkse professionals die deze week hun manifest presenteerden, gaan een stap verder dan Akel en Karacaer tien jaar geleden deden. Ze wijzen op het probleem van een gebrekkige integratie en constateren ook dat het Turkse vangnet van eigen ondernemingen en migrantenorganisaties de problemen om verschillende redenen niet meer aan kan.
Verder stellen ze dat de Turkse overheid en religieuze organisaties te veel grip houden op Turkse Nederlanders en dat de loyaliteit aan de ‘gemeenschap’ niet bevorderlijk is voor individuele keuzes en ontplooiing. Tegelijkertijd menen ze ook dat Turkse jongeren door het huidige maatschappelijke klimaat en discriminatie het gevoel hebben dat ze door de Nederlandse samenleving steeds meer buitengesloten worden.
Eerste generatie
De Turkse professionals die het manifest hebben ondertekend, zijn bijna allemaal van de eerste generatie. Een volgende stap is dat het debat binnen de Turkse gemeenschap wordt gevoerd door jongeren van de tweede en de derde generatie over de wijze waarop ze niet alleen hun Turkse roots kunnen koesteren, maar ook met verve invulling kunnen geven aan hun toekomst in Nederland.
Ze ontkomen er niet aan de banden met de Turkse overheid of instellingen in Turkije ter discussie te stellen, maar zullen wat mij betreft ook kritisch moeten kijken naar de mate waarin de Turkse gemeenschap zichzelf afzondert. Zo valt het mij op dat Turkse jongeren, meer dan bijvoorbeeld Marokkaanse jongeren, veel in de eigen taal met elkaar praten, ook wanneer er anderen bij zijn die het Turks niet beheersen. En ook op de Turks Nederlandse internetfora vinden veel discussies in het Turks plaats.
Dat is het goed recht van deze jongeren, maar je kunt moeilijk beweren dat het bevorderlijk is voor de integratie. Door Turks te blijven spreken in een Nederlandse omgeving, neem je niet deel, maar sluit je anderen buiten en sluit je uiteindelijk jezelf buiten. Integratie begint met taal en communicatie.
Miep van Diggelen is directeur van ACB Kenniscentrum. Deze column is eerder verschenen op de website van ACB Kenniscentrum
Meer over acb kenniscentrum, integratie, manifest, miep van diggelen, segregatie, turken, turkse nederlanders.
Reacties
Lisette dekker - 20/01/2011 13:14
Het Instituut voor Publiek en Politiek onderzoekt na elke verkiezing hoeveel allochtonen erin
geslaagd zijn een zetel te behalen. Van de allochtone politici wordt vervolgens uitgezocht wat hun land van herkomst is. Uit de cijfers blijkt dat het aantal allochtone politici van Turkse afkomst beduidend hoger is dan het aantal van Marokkaanse afkomst. Dit geldt voor alle niveaus: raadsleden, statenleden en leden van de Tweede Kamer. Zie onderstaande cijfers.
Meer uitgebreide informatie over allochtonen in de politiek kunt u vinden op de website van het IPP. www.publiek-politiek.nl, klik op het kopje Participatie, vervolgens op allochtonen.
Lisette Dekker ,
Instituut voor Publiek en Politiek
Allochtone raadsleden naar land van herkomst
2010 2006
Turkije 163 157
Marokko 66 66
Suriname 32 38
Antillen 7 6
Overig 35 35
Totaal 303 302
Tweede Kamer leden naar land van herkomst
2010
Land Aantal
Turkije 6
Marokko 5
Suriname 2
Antillen/Aruba 2
overig 2
totaal 17
Allochtone leden Provinciale Staten
Etn.afkomst 2003 2007
Turkije 12 16
Marokko 2 3
Suriname 10 2
Antillen 0 0
Irak 0 1
Iran 0 1
Molukken 0 2
totaal 24 25
Dat kost tijd: vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Terecht of onterecht...