Terrorist, vrijheidsstrijder of verward?
In feiten door Ewoud Butter op 22-12-2015 | 07:45
Tekst: Ewoud Butter
Na aanslagen wordt vaak de vraag gesteld of de daders terroristen, vrijheidsstrijders of verwarde personen zijn. Het zijn labels die vergaande consequenties kunnen hebben.
Karst Tates die op Koninginnedag in 2009 door de menigte reed en zichzelf en 7 anderen doodde werd direct na zijn daad een verwarde man genoemd. Dat geldt ook voor Tristan van der Vlis die 2 jaar later in een winkelcentrum in Alphen aan de Rijn 6 anderen en zichzelf doodde. Van der Vlis had niet alleen een schietvergunning en meerdere wapens, het was ook al langer bekend dat hij psychische problemen had en suïcidaal was.
Anders Breivik vermoordde in 2011 77 mensen in Noorwegen. In eerste instantie werd in de media gespeculeerd dat het om een moslimextremist ging. Toen bekend was dat Breivik de dader was, werd door sommige media nog gewacht met hem een terrorist te noemen, totdat kennis werd genomen van zijn manifest van zo'n 1.500 pagina’s dat tegen de islam en tegen links was gericht. Breivik werd uiteindelijk als terrorist veroordeeld.
Elliot Rodger, de jongen die vorig jaar 6 mensen doodde in Santa Barbara, motiveerde zijn moordpartij in video's en een manifest. Zijn actie was gericht tegen de vrouwen die hem afwezen, en tegen alle vrouwen in het algemeen. Rodger werd ondanks zijn vrouwenhaat niet als terrorist, maar als een verwarde man beschouwd.
Over Andreas Lubitz, de co-piloot van German Wings die met opzet een vliegtuig met 149 inzittenden liet crashen, ging aanvankelijk het verhaal dat hij zich net bekeerd had tot de islam. Dat was voor sommigen voldoende om te concluderen dat hij een terrorist zou zijn. Het officiële verhaal was echter direct al dat er geen sprake was van terrorisme. Lubitz was al lange tijd zwaar depressief en suïcidaal, maar had zijn werkgever daarvan onvoldoende op de hoogte gesteld, waarschijnlijk uit angst voor zijn carrière.
Na het bloedbad vorige maand in San Bernardino met 14 dodelijke slachtoffers brak direct de discussie los of er sprake was van een schietpartij of van een terroristische aanslag. Waren Syed Farook en Tashfeen Malik verwarde mensen bij wie de stoppen waren doorgeslagen of hadden ze ideologische motieven en waren het terroristen? Voorlopig houden de Amerikaanse autoriteiten het op het laatste.
Dylann Roof ten slotte, de man die de afgelopen zomer in een Afro-Amerikaanse kerk in het Amerikaanse Charleston 9 zwarte mensen doodschoot, werd in de Verenigde Staten en ook in de Nederlandse media niet direct een terrorist genoemd. Zijn daad werd in eerste instantie gekwalificeerd als schietpartij, niet als een aanslag. Toch wilde hij een rassenoorlog ontketenen.
De aarzeling van de pers om Roof een terrorist te noemen, leidde tot veel irritaties. Als een moslim een aanslag pleegt, spreekt iedereen van terrorisme, zo klonk het verwijt, maar als een blanke dat doet, is hij verward of een lone wolf. De Amerikaanse komiek Jon Stewart stelde in zijn tv-programma: ''Wanneer Roof een moslim was geweest, waren we direct 2 landen binnengevallen.''
In verschillende Nederlandse kranten verschenen vervolgens artikelen over de vraag waarom Roof geen terrorist werd genoemd. In De Volkskrant werd door de ombudsvrouw verwezen naar het stijlboek van de krant waarin wordt gesteld ''niet te lichtvaardig het beladen etiket terrorist'' te gebruiken: ''Vaak is die classificatie politiek gemotiveerd en speelt de veronderstelde rechtmatigheid van geweld een rol. Op dit gladde ijs moet De Volkskrant zich niet begeven. Het is niet aan ons in nieuwsberichten te bepalen of verzet al of niet gerechtvaardigd is.''
Hoogleraar Beatrice de Graaf van de Universiteit Utrecht – gespecialiseerd in terrorisme – vindt terrorisme een glibberig begrip. Toch geeft ze in een online college van de Universiteit van Nederland een definitie: een terrorist wil volgens haar de vijanden raken, medestanders mobiliseren en de rest van de samenleving schrik aanjagen. Daarnaast heeft een terroristische aanslag een theatraal effect: het moet de aandacht trekken van veel mensen.
Volgens De Graaf zal uiteindelijk de geschiedenis in veel gevallen oordelen of iemand een terrorist was of bijvoorbeeld een vrijheidsstrijder. Wanneer we nog steeds onder Duitse bezetting hadden geleefd, waren de mensen die bij het verzet hadden gezeten vast als terroristen in de geschiedenisboeken verdwenen.
Nelson Mandela (1918-2013) won in 1993 de Nobelprijs voor de Vrede. Toch werd hij pas in 2008 door de VS van de lijst met terroristen gehaald waarop hij 30 jaar had gestaan vanwege zijn strijd tegen het Zuid-Afrikaanse apartheidsbewind.
Ook een andere winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede, Yasser Arafat (1929-2004), gold lange tijd als een terrorist. Hetzelfde ging op voor de oud-Israëlische premiers Menachem Begin (1913-1992) en Yitzhak Shamir (1915-2012): zij werden als terrorist beschouwd toen zij in de jaren 40 van de vorige eeuw vochten tegen de Britse mandaatregering.
In het huidige Israëlisch-Palestijns conflict valt de term terrorisme ook om de haverklap. Hamas wordt door Israël en de meeste westerse landen en Saoedi-Arabië en Egypte als een terroristische organisatie beschouwd, terwijl de critici van Israël dat land juist weer van staatsterrorisme beschuldigen.
Staatsterrorisme wordt gebruikt bij buitenproportioneel geweld van regeringslegers met een politiek of religieus doel waarbij veel onschuldige burgerslachtoffers vallen. Er zijn vele landen die in de loop der jaren beschuldigd zijn van staatsterrorisme.
In het stijlboek van De Volkskrant wordt terecht aangeraden om het label terrorisme niet te snel te gebruiken. Terrorisme is een politiek waardeoordeel. Het overnemen van die term kan betekenen dat media zich laten gebruiken voor propagandadoeleinden van anderen. Hetzelfde geldt overigens ook voor het gebruik van termen als verzetsstrijder, vrijheidsstrijder en verward persoon. Ook dat zijn termen waarmee niet alleen een daad wordt geclassificeerd, maar waarmee de basis wordt gelegd voor een moreel oordeel en voor passend vervolgbeleid.
Een verward persoon wordt als individu behandeld die behalve straf ook zorg nodig heeft, terwijl een terrorist al snel als onderdeel van een collectief wordt beschouwd. Een terroristische daad vraagt om veiligheidsbeleid en misschien wel om militair optreden.
Probleem is dat de werkelijkheid vaak gecompliceerder is: een deel van de terroristen bestaat uit verwarde personen. Zo bleek afgelopen zomer uit politiedossiers dat minstens 60 procent van de Nederlanders die naar Syrië is vertrokken, psychische problemen had voordat ze radicaliseerden.
1 op de 5 Syrië-gangers heeft een officieel vastgestelde stoornis, zoals schizofrenie of een psychose. Zij zijn niet alleen terroristen, maar ook verwarde personen. Die conclusie zou ook consequenties moeten hebben voor het beleid, maar zover zijn we nog niet.
Ewoud Butter deed onderzoek naar radicalisering en begeleidde en evalueerde diverse projecten op dit terrein.
Lees ook:
Het blijft gissen wat beste aanpak radicalisering is
Meer over radicalisering op Republiek Allochtonië hier
Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.
Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!
Meer over ewoud butter, factcheck, radicalisering, terreur, terrorisme, verwarde man, vrijheidsstrijder.
Reacties
Misschien moeten we daarom 'terrorisme' vooral definiëren vanuit de angst die ze bij een breed publiek opwekken met hun geweld, en daaraan ondergeschikt de willekeur en de onvoorspelbaarheid van dat geweld.