Slavernijverleden. De zwarte bladzijde van de Gouden Eeuw
In opinie door Fenna Ulichki op 24-06-2013 | 08:43
Naast de ambtswoning van de Burgemeester van Amsterdam hangt een plaquette die de slavenhandel en de afschaffing van de slavernij memoreert. “Dit prachtige huis is gebouwd met rijkdom gewonnen over de ruggen van verre voorouders van onze Surinaamse stadsgenoten” zei toenmalig burgemeester Job Cohen bij de onthulling van de gedenksteen.
Vorige week bracht de Raad van Kerken een verklaring uit waarin zij hun betrokkenheid erkennen bij de slavenhandel. “We erkennen onze betrokkenheid in het verleden van afzonderlijke kerkleden en van kerkelijke verbanden bij het in stand houden en legitimeren van de slavenhandel.” In 2001 sprak minister van Boxtel op een VN-conferentie over antiracisme. Namens ons Nederlanders sprak hij van ‘diepe spijt, neigend naar berouw’ verder kon de Nederlandse staat toen niet gaan. Dit jaar herdenken wij 150 jaar afschaffing slavernijverleden. Waar staat de Nederlandse Staat nu.
“Is deze stoel vrij?’ vraag ik aan een mooie wat oudere Surinaamse vrouw. “Kind je bent bij een Keti Koti tafel. Slavernij is voorbij. We zijn vrij. Je mag zitten waar je wil.” Naast haar natuurlijk, waar anders. Ik ben bij de Keti Koti tafel in de Oranje Kerk in Amsterdam. Een nieuw ritueel waarmee jaarlijks wordt stilgestaan bij het slavernijverleden en de viering van de afschaffing van slavernij. Een bijzonder initiatief van Mercedes van Zandwijken als aanvulling op de jaarlijkse Keti Koti herdenking en viering in het Oosterpark. Keti Koti, een Surinaams begrip, betekent ‘Verbroken Ketenen’. De Keti Koti tafel zijn dialoogtafels waar mensen met elkaar herdenken, verhalen vertellen en discussie voeren.
De mooie Surinaamse dame, genaamd mevrouw Willy, is 83 jaar en een bijzondere verhalenverteller. De slavernij mag dan wel in 1863 zijn beëindigd, maar het koloniale verleden ligt vers in het geheugen en de trauma’s en vernedering bestaan nog steeds.
Aan tafel vertellen de Surinaamse vrouwen over hun minderwaardigheidscomplex tegenover zoals zij dat noemen de witte Nederlander. “Toen ik net in Nederland aankwam in 1956 zag ik een glazenwasser ramen lappen. Ik vond dat toen onbegrijpelijk. Een witte man die de ramen lapt of de vuilnis ophaalt? Ongehoord. In Suriname moest ik hun ramen lappen en vuilnis ophalen!”
Mevrouw Willy vult aan: ”De Rijn komt ons land binnen bij Lobith. ….Helemaal niet! En toch moesten we dat leren. De blanke geschiedenis als norm voor beschaving! Wat we nu nodig hebben is kennis delen. Slavernij en het koloniale verleden van Nederland moet veel prominenter in de geschiedonderwijs van Nederland. ”
Mevrouw Willie maakt daar een levensgroot punt. De Gouden Eeuw is vooral de grote welvaart, politieke macht, de Amsterdamse Grachtengordel, suikerhandel en specerijen. Dat Nederland een belangrijke internationale speler was in de transnationale slavenhandel bleef tijdens mijn lessen geschiedenis onderbelicht. En dat die slavenhandel bijgedragen heeft aan de status van de Republiek als economische wereldmacht was een voetnoot bij de bespreking van de West-Indische compagnie.
Elf miljoen mensen zijn onder mensonterende omstandigheden verscheept en verkocht als slaven. Een miljoen stierf naamloos tijdens de overtocht. Het aandeel van de Republiek in de slavenhandel bedroeg 5% van het totaal. 600.000 mensenlevens. De Gouden Eeuw met een dikke vette zwart rand.
Mevrouw Willy vertelt aan tafel: “150 jaar is niet lang geleden. Het is nog maar kortgeleden! We voelen nog steeds de pijn, schaamte en schuldgevoelens. Families die uit elkaar zijn gerukt en op verschillende boten zijn gegooid. Moeders die hun kinderen niet konden beschermen. Huilende baby’s die overboord werden gegooid. Dit was nog maar de overtocht. Deze verhalen zijn mondeling doorgeven van de ene op de andere generatie. Sommige verhalen zijn inmiddels een begrip, zoals het verhaal van miss Alida, de slavin met een borst. Het verhaal gaat dat de wrede en beruchte plantagehoudster Susanna du Plessis de borst afsneed van de slavin Alida, omdat de meester niet met zijn handen van Alida af kon blijven. Hij kreeg de borst op een schotel opgediend als lunch.”
Tussen de dinergangen aan de KetiKoti tafel, worden rituelen uitgevoerd die uiting moeten geven aan het slavernijverleden. O.a. een vooroudergebed, zang en het smeren van kokosolie op de polsen van je buurvrouw/man. Ter herinnering van de pijn die de voorouders voelden toen ze door hun slavenmeesters werden gebrandmerkt:
Faya Siton Faya siton,
no bron mi so, no bon mi so
Faya siton no bron mi so,
no bon mi so Agen masra Jantjii e kir sma pikin
Agen masra Jantjii e kir sma pikin, e kiri sma pikin
(Vuursteen,brand me toch niet zo,
brand me toch niet zo Vuursteen,
brandme toch niet zo,brand me toch niet zo
Alweer vermoordt Meester Jantje een mensen kind, een mensen kind)
Wethouder Andree van Es vertelt met passie over de 150 jaar viering afschaffing slavernij. Amsterdam viert dit jaar 400 jaar grachten. Bij die viering hoort het hele verhaal. De welvaart en de panden aan de grachtengordel zijn gebouwd met rijkdom die is verdiend met de slavenhandel. Laten we ook niet vergeten dat de afschaffing van slavernij formeel 150 jaar geleden is, maar in werkelijkheid 10 jaar later heeft plaatsgevonden. De viering 400 jaar grachten kan en mag niet bestaan zonder een uitgebreide herdenking van dat donkere verleden.
Tijdens de bijeenkomst wordt uit de verklaring van de Raad van Kerken voorgelezen. De slavernij heeft eeuwenlang tot 1863 plaatsgevonden onder Nederlandse vlag. Er was geen of onvoldoende respect voor Bijbelse en menselijke waarden. Honderdduizenden mensen werden van huis en haard weggehaald en moesten een leven lang in gevangenschap verkeren, werden uitgebuit, kregen geen kans om in vrijheid van geloof, meningsuiting en arbeid hun leven invulling te geven.
Klare taal, waardevol en noodzakelijk. Het slavernijverleden is een donkere gitzwarte bladzijde uit de Nederlandse geschiedenis. Op 1 juli spreekt minister Lodewijk Asscher op de herdenking in de Oosterpark. Het is tijd voor de Nederland staat om ondubbelzinnig haar rol te erkennen!
Mevrouw Willy: “Het is nooit te laat. Het moet gebeuren. Maar ik zeg je, het is een begin! Jullie van de politiek moeten boeken drukken met onze gedeelde geschiedenis! ”
Fenna Ulichki is gemeenteraadslid in Amsterdam namens GroenLinks. Dit stuk verscheen eerder op haar eigen blog. Meer van Fenna op dit blog hier
Lees ook: veel activiteiten in het kader van herdenking slavernijverleden
Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook. Republiek Allochtonië (voorheen Allochtonenweblog) bestaat 7 jaar. Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.
Meer over fenna ulichki, slavernij, slavernijherdenking.