Over terreur en satire

In opinie door Bart Voorzanger op 10-01-2015 | 17:20

Het is verleidelijk – nu weer even meer dan ooit – terroristen te zien als onmensen die zich eigenhandig en definitief buiten de samenleving plaatsten, en eensgezind pal te staan voor de vrijheid van meningsuiting als hoogste waarde van onze zwaar bedreigde democratie. Mij dunkt dat we daarmee twee vrij wezenlijke fouten dreigen te maken.

tekst: Bart Voorzanger

Een poosje geleden zag ik een documentaire over Patrick Magee, het IRA-lid dat als ‘Brighton Bomber’ bekendheid verwierf. In 1984 installeerde hij de tijdbom die afging tijdens het congres van de Conservatieve Partij en vijf mensen het leven kostte, maar die de partijtop – de beoogde slachtoffers – ongedeerd liet. Een van de overlevenden van deze aanslag, destijds een vooraanstaand medewerker van mevrouw Thatcher, nam eind jaren negentig contact met Magee op. De mannen raakten innig bevriend. Magee betreurde achteraf de onbedoelde slachtoffers, maar nam geen afstand van de aanslag op zich.

Het is gebruikelijk je hevig te verbazen als je hoort dat concentratiekampbewakers diep ontroerd konden raken door klassieke muziek en hoogstaande literatuur. Het idee dat iemand ze gekend zou hebben als trouwe vriend, liefhebbende echtgenoot of vader is bijna onverdraaglijk. Toch vrees ik dat we aan dat idee zullen moeten wennen. Terroristen en beulen zijn gewone mensen die door omstandigheden een ook hen vaak onaangename taak op de schouders gelegd kregen, of die meenden zichzelf zo’n taak te moeten geven.

Afgezien van een enkele psychopathische uitzondering, konden en kunnen ze die taak alleen aan dankzij een simpel mechaniek: plaats je slachtoffers buiten de kring van zielsverwante medeschepselen en beschouw ze als een plaag, als ziekteverwekkers waar we vanaf moeten om de mensheid te redden. Zonder dat mechaniek zouden instellingen als Abu Ghraib en Guantanamo Bay niet kunnen functioneren, hadden Mao’s Rode Garde en de Rode Khmer in Cambodja hun desastreuse werk nooit kunnen doen, waren My Lai en Rawagede niet gebeurd en had u nooit van Auschwitz gehoord. Gemaksontmenselijking is het, en wie meent dat we degenen die zich eraan schuldig maakten zelf moeten uitsluiten, dat we ze zonder eerlijk proces en zonder uitzicht op een eind aan hun straf moeten opbergen, kortom dat ze met hun daden het recht op een menswaardige behandeling en een herkansing verspeeld hebben, maakt gebruik van precies datzelfde mechaniek.

Natuurlijk schrijf ik dit naar aanleiding van de aanslag op Charlie Hebdo, waar medewerkers en bewakers dankzij gemaksontmenselijking zonder enig mededogen konden worden omgebracht. Maar juist bij alle afgrijzen daarover is het goed nog eens even stil te staan bij Patrick Magee en zijn onverwachte vriendschap. Aan de aanslagen en terreuracties van hem en zijn medestanders kwam geen einde dankzij een tot het uiterste opgevoerde ‘war on terror’ – hoe lang en hoe verwoed dat ook geprobeerd is – maar door de betrokkenen als medemensen te erkennen en te behandelen, door hun grieven serieus te nemen, door overleg, en door toegevendheid. De daders van de Parijse aanslag (of liever: de verdachten – ik ben ooit opgepakt op verdenking van een gewapende roofoverval, dus ik weet uit eigen ervaring hoe belangrijk dat onderscheid is) zijn inmiddels dood. Maar hun aanslag zal vast de laatste niet zijn, dus het blijft zinvol om stil te staan bij Patrick Magee’s ontwikkeling van terrorist naar medemens, en de waarde van oprecht contact.

Maar toegevendheid? Kunnen we toegevend zijn tegenover islamistische terroristen zonder verraad te plegen aan onze hoogste waarden? Mij dunkt van wel. Wat we temidden van alle herrie dreigen te vergeten is dat die steeds weer opgevoerde vrijheid van meningsuiting hier in het geheel niet in het geding is. Er is niets dat u niet heel goed onder woorden zou kunnen brengen zónder plaatjes die goden, heiligen en profeten belachelijk maken. Er is niets dat buiten het discours wordt geplaatst door zulke plaatjes te verbieden, of liever nog, door er vrijwillig, en louter uit respect voor anderen, vanaf te zien.

Satire is een uitstekend middel om machtswellust en machtsmisbruik, eigenwaan en arrogantie aan de kaak te stellen. Zulke satire richt zich op mensen met macht en aanzien. Hij valt die aan door hun daden belachelijk te maken en hun pretenties door te prikken. Satire kan best over hun religie gaan, bijvoorbeeld door te laten zien dat ze zich zeer vroom voordoen terwijl ze in het geniep alles mores van hun geloof aan hun laars lappen. Maar satire die de spot drijft met wat gelovigen heilig is, treft zulke huichelaars niet, hij treft allereerst en vooral de talloze machtelozen, die aan hun geloof wat broodnodige troost en steun ontlenen. Zulke satire schiet zijn doel voorbij en wordt zelf machtsmisbruik.

Een spotprent over Mohammed is niet meer dan een harteloze schop in de buik van miljoenen gewone moslims. Wie doet alsof onze beschaving staat of valt met onze vrijheid zo’n schop te geven, geeft qua huichelachtigheid de meest perfide machtswellusteling het nakijken.

 

Deze tekst verscheen eerder op Barts eigen weblog, en is op zijn verzoek maar eens even niet geïllustreerd

Meer artikelen over de aanslag op Charlie Hebdo op Republiek Allochtonië hier

Meer artikelen over de vrijheid van meningsuiting op Republiek Allochtonië hier

Meer artikelen van Bart over cartoonaffaires hier en hier

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.  


Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!  



 

 


Meer over bart voorzanger, charlie hebdo, parijs, patrick magee.

Delen:

Reacties


John Dubbelboer - 22/01/2015 20:55


Laat ik voor de helderheid de kwestie in 11 punten samenvatten en aan het eind nog een leestip geven.
1. Mohammed ondervond in het begin weerstand bij zijn omgeving, . De openbareingen zouden teveel “oude koek” zijn
2. De Koran is de hoogste en primaire bron in de Islam
3. Deze bron is soms duister, er is een groot verschil tussen de Mekkaanse en Medinaanse soera’s
4. Daarnaast bestaan er andere niet- koranische bronnen die vaak helpen bij de interpretatie van de Koran.
5. Er bestaat een grote behoefte aan een tekstkritische wetenschappelijke uitgave van de Koran.
6. De Koran doet verslag van de bij punt 1 genoemde weerstand. Mohammed wordt bespot maar de Koran laat Mohammed grootmoedig en superieur reageren. Je dient je te verweren met het woord en anders kun je altijd nog “ergens anders gaan zitten”.
7. Anders dan sommige andere passages in de Koran, zijn deze momenten glashelder verwoord.
8. Al tijdens het leven van Mohammed begon de Grote Arabische Verovering van het Midden Oosten en Noord Afrika. Het doel was het vergaren van buit en het innen van de speciale belasting van de overwonnenen.
9. Deze overwonnenen verzetten zich soms tegen de Arabische overheersers
10. Zij verzetten zich door de Arabieren te treffen in wat voor hen het meest dierbaar leek: Mohammed.
11. Als reactie werden de straffen op het bespotten van Mohammed steeds draconischer en kwamen in de sharia terecht. Er zijn nu diverse landen waar de doodstraf staat op een dergelijk vergrijp.

Wat we hier dus zien is dat er in een koloniale cultuur een repressiearsenaal wordt aangewend dat steeds meer een religieuze lading krijgt. Dat op zich doet een gepaalde godsdienst al te kort. Dat is ook de strekking van het hieronder genoemde boek. Maar tot overmaat van ramp is wat er dan wel in de primaire bron, de Koran, staat over belediging van Mohammed, helemaal niet iets waar je je als Moslim voor zou moeten schamen, integendeel.
Verder lezen: “Islam without extremes” van Akyol

Bart Voorzanger - 21/01/2015 13:18

Tijd voor een reactie:
@ Roderik Oranje: U ziet niet in waarom wat sommige mensen heilig noemen, gevrijwaard moet blijven van bespotting. Ik ook niet. Wat ik bepleit is dat je bij het uiten van een mening nadenkt over de manier waarop, en daarbij streeft naar een manier die niemand nodeloos kwetst. Met cartoons waarin Mohammed belachelijk wordt gemaakt, wordt geen mening geuit die zónder zo’n afbeelding niet geuit kan worden en ze zijn kwetsend voor miljoenen mensen die de cartoonist op geen enkele manier gehinderd of benadeeld hebben; nodeloos kwetsend dus.
Een onderscheid tussen woord en beeld is inderdaad “niet erg slim”. Ik maakte dat dan ook nergens. Het ging mij, en ik verbeeld me dat ik daar duidelijk over was, om een onderscheid tussen zakelijke en heldere meningsuitingen en noodzakelijk meerzinnige dus makkelijk ‘verkeerd’ begrepen satire.
@ Johan. U schrijft “Satire is heilig voor de charlie hebdo en velen van ons”. Welaan, voor mij niet. Het enige dat mij in dit verband heilig is, is de vrijheid van meningsuiting. Die vrijheid houdt wat mij betreft in dat iedereen kenbaar moet mogen maken wat hij of zij denkt. Maar, alweer wat mij betreft, is die vrijheid direct verbonden met de morele plicht dat zo te doen dat anderen daardoor niet nodeloos gekwetst worden.
@ John Dubbelboer. Ik lanceer inderdaad een neologisme en het staat u geheel vrij dat niet over te nemen. Essentieel voor mijn betoog is het niet. ‘Onverantwoordelijk’, overigens, lijkt me een contaminatie van ‘onverantwoord’ en ‘verantwoordelijk’.
U neemt stelling tegen islamitische standpunten die naar uw idee niet in de Koran voorkomen. Mogelijk heeft u daarin gelijk, maar die discussie moet u niet met mij aangaan; ik ben geen moslim. Een beetje helpen kan ik u misschien wel: godsdiensten ontlenen hun leerstellingen meestal aan heel wat meer dan alleen hun primaire bronnen. De heilige drie-eenheid, de zondagsheiliging en kerstmis bijvoorbeeld zijn alles behalve bijbels, terwijl sommige islamitische opvattingen, zoals u zelf laat zien, juist weer wel aan de Bijbel ontleend lijken.
Ik vraag inderdaad om begrip voor degenen die onaangenaam getroffen worden door spotprenten over Mohammed. Naar mijn idee zou dat begrip zelfs er zelfs toe moeten leiden dat je zulke prenten niet maakt of verspreid. Maar wie daarin een rechtvaardiging proeft van geweld tegen tekenaars of uitgeverijen heeft mij verkeerd begrepen. Mogelijk helpt het als ik dat steeds weer expliciet vermeld, maar mijn stukjes zijn zonder zulke open deuren al lang genoeg.
U meent dat moslims er goed aan zouden doen hun Heilige Boek nu eindelijk eens goed te lezen. Als we daarin dat ‘goed’ benadrukken, ben ik dat van harte met u eens. Maar daar zit hem nu net het probleem. De Koran zit – als alle heilige boeken – vol uitspraken die zonder kennis van hun buiten-koranische kontext kunnen leiden tot allerakeligste interpretaties. De gedegen theologische scholing die u bedoelt te bepleiten is iets wezenlijk anders dan kennis van dat ene heilige boek alleen.

John Dubbelboer - 20/01/2015 21:47

Deze reactie van Bart Voorzanger deugt van geen kant. Hij deugt in de eerste plaats niet omdat met een heel nieuw Nederlands woord een zeer gevoelige kwestie wordt geanalyseerd. Dat nieuwe woord is “ gemaksontmenselijking”. En het is om met een bekend en bestaand Nederlands woord te spreken “onverantwoordelijk” om maar een zo’n beetje woordjes te gaan bakken in dit soort zaken.
De reactie deugt ook niet om een andere reden. Er wordt begrip opgebracht voor diegenen die aanstoot nemen aan een spotprent van Mohammed. Wie de Koran ter hand neemt merkt snel dat niet alleen Mohammed een profeet is maar ook Jesus, Moses en Abraham. Geen van deze profeten is meer of minder maar Mohammed is slechts het “laatste zegel”. Bespotting van Jesus dient theologisch gesproken Moslims net zo goed zorgen te baren. Alleen Mohammed is een Arabische (!) profeet en dan blijkt die woede dus niet veel meer dan een opspelend wij-gevoel.
Maar het allerergste is dat in de Koran een aantal keren wordt gesproken over bespotting van Mohammed. Uit de Hadith blijkt verder dat de omgeving van Mohammed eigenlijk vond dat de openbaringen niet meer waren dan een allegaartje van Jodendom en Christendom. Maar in de hele Koran is nergens een straf te vinden die zou staan op bespotting van de profeten. Het idee is dat God zal straffen en niet te mens. Dat geldt ook voor geloofsafval: God zal straffen. Nergens in de Koran vinden we de straf van steniging. Die vinden we wel in de Bijbel. Nergens lezen we iets over vrouwenbesnijdenis.
Bijna al deze zaken zijn ontstaan in de strijd van de Islam met zijn omgeving en dan moeten we dus denken aan de eeuwen na Mohammed.
De Islam kon nauwelijks zegevieren door te verleiden maar moest geweld gebruiken. Wie zegt dat deze spotprenten een schop in de buik zijn van miljoenen Moslims, zou er veel verstandiger aan doen om Moslims op te roepen het enige Heilige Boek dat ze bezitten, nu eens goed te gaan lezen.

Johan - 11/01/2015 14:06

Bart Voorzanger
Dit is een onterechte conclusie.
1) "Satire richt zich op machtswellust en machtsmisbruik, eigenwaan en arrogantie. Zulke satire richt zich op mensen met macht en aanzien"
-Er is satire , satire komt niet in e soorten. U maakt slechts onderscheid bij het onderwerp of de auteurs.
- wat doet bv IS, verkrachters , terroristen, fundamentalisten anders dan hun eigen of hun vermeende goddelijke "machtswellust en machtsmisbruik, eigenwaan en arrogantie" misbruiken ?
2) wie bepaald wat heilig is ? U ? Ik? Of hij die de satire maakt?
Welk beslissing primeert van hem, van hem die de wapens heeft?
Satire is heilig voor de charlie hebdo en velen van ons .
U stelling is arbitrair draagt daardoor het conflicten in zich als designfout.
Daarom geef de keizer wat de keizer toehoord en god wat God toehoort.
In Islamitische landen kan u doe wat u wilt in het westen ( leidcultuur Christelijk joods, atheistisch) doen we wat we verworven hebben.
Als een minderheid haar levenswijze met geweld dreigt op te leggen is ze "machtswellust en machtsmisbruik, eigenwaan en arrogantie" en is satire verantwoord.
3) u redenatie is niet teneinde, laat ons zeggen dat we , god verhoedde het, zouden toegeven aan de chantage en geen cartoons over voor ons onheilige zaken meer maken.
Dan leert de geschiedenis zn wetenschap ons dat de eisen verschuiven.
En auteurs van het geschreven woord of omschrijvingen gaat vermoorden, uiteindelijk zal zelfs de gedachte worden bestreden.
4) wat u wilt is een autoritaire staat , godsdienstig (of persoonsgebonden) die iedereen op deze aarde verplicht tot een uniforme onveranderbare eeuwigdurend gedrags en denkwijze, zonder welke kritiek dan ook

De Westerse cultuur staat voor tolerans , waar u doelgroep overdadig van gebruik maakt door massaal te kiezen voor hier, en collectieve vrijheden die de persoonlijke en maatschappelijke integriteit niet mogen schaden. Deze waarden en normen zijn gebouwd op een milenia van in vraagstelling.
Agressie, terror heeft uiteindelijk een averrechts effect.
Ik daag u trouwens uit een dergelijke liberariteit en vrijheid van expressie elders in de wereld te zoeken, zeker niet in de landen waar de cultuur van de terroristen heerst.
Het verheerlijken van geweld in welke vorm of tegen wie dan ook is een zonde en wreekt zich.
Pegida bv heeft , naargelang de vraagsteller , een duidelijk ja steun van 62% tot 94% , het overgroot overblijvend gedeelte heeft minimaal .
Voor de media mag dan al een ander beeld getoond worden maar onder elkaar is de goedwill naar de Islam drastisch tanend.
Indien u respect wil ontvangen moet je het eerst geven.
In mijn huis mag ik doen wat ik wil, naakt desnoods.
Als ik een moskee bezoek zal ik uit respect voor de geloofsovertuiging mijn schoenen uitdoen. Het zou zelfs niet in me opkomen ze niet uit te doen.
Als men deel van een gemeenschap wenst uit te maken past men zich aan die gemeenschap aan en niet omgekeerd.
In onze maatschappij mag men dat zelfs in vraag stellen, satrisch benaderen, maar niet afdwingen middels machtswellust en machtsmisbruik, eigenwaan en arrogantie"

Ik kijk uit, maar verwacht ze niet ,naar een constructieve opmerking, voor dom gemor, bewijzen in het ongerijmde gescheld en terror zou mijn stelling slechts bevestigen.
Toch mijn vriendelijke groeten.

Roderik Oranje - 11/01/2015 13:30

Treurig betoog. Ik vermag toch werkelijk niet in te zien waarom dat wat sommige mensen heilig noemen, daarmee gevrijwaard moet blijven van bespotting, ongeacht of dat in woord of beeld gebeurt. Iedereen kan wel van alles heilig noemen. En het door schrijver gemaakte onderscheid tussen woord en beeld is niet erg slim, gezien bijvoorbeeld het gemak waarmee woorden in landen als Pakistan en Saoedi-Arabië met de dood worden bestraft.