Onderzoek: Nederlandse naam geeft veel meer kansen op een baan
In achtergronden op 05-06-2013 | 17:30
Een werkzoekende met een Nederlandse naam heeft 60% meer kans op een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek dan een werkzoekende met een Arabische naam. Dat is één van de conclusies die sociologe Lieselotte Blommaert trekt in haar proefschrift na onderzoek naar discriminatie bij sollicitaties via online cv-databanken.
Blomaaert plaatste op websites de cv’s van fictieve werkzoekenden met vergelijkbare kwalificaties. Op een deel van de cv's zette ze een typisch Nederlandse naam, op andere typisch Arabische namen. Ze noteerde vervolgens het aantal keer dat de verschillende cv’s werden opgevraagd, en hoe vaak een werkzoekende in een volgend stadium werd uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek.
Uit haar experiment blijkt dat het cv van werkzoekenden met een Arabische naam veel minder vaak wordt opgevraagd dan het cv van werkzoekenden met een Nederlandse naam. “Nederlandse namen maken meer kans op de interesse van werkgevers. Met andere woorden: Joris heeft 50% meer kans dan Rashid dat zijn cv wordt opgevraagd,” zegt Blommaert op de website van de Universiteit van Utrecht. De kans dat een werkzoekende met een Nederlandse naam uiteindelijk wordt benaderd door een werkgever is nog iets groter: 60%. Deze vorm van arbeidsmarktdiscriminatie is volgens Blommaert wijdverspreid. “Het gebeurt in alle onderzochte regio’s, in alle onderzochte sectoren. En het overkomt de allochtonen ongeacht hun sekse, hun opleidingsniveau of hun leeftijd.”
Een mogelijke oplossing voor deze vorm van discriminatie ligt naar het idee van Blommaert voor de hand: “Anoniem solliciteren zou kunnen zorgen voor meer gelijke kansen tussen allochtone en autochtone sollicitanten. Dus bij de eerste beperkte informatie die op cv-websites te zien is, niet de naam van de werkzoekende plaatsen.”
Discriminatie
Het onderzoek van Blommaert is niet het eerste onderzoek dat discriminatie op de arbeidsmarkt aantoont.
Allochtone mysterie guests gediscrimineerd in uitzendbranche (2012)
Drie kwart uitzendbureaus discrimineert (2011)
Helft allochtone stagiaires vermoedt discriminatie bij sollicitatie (2011)
Meer disciminatie tijdens recessie (2010)
Ook overheid discrimineert (2010)
Allochtoon heeft slechtere baan en lager salaris (2010)
Daarnaast is er sprake van discriminatie in het onderwijs
Scholen weigeren allochtone leerlingen uit angst voor lagere CITO-scores (2013)
Noodzaak en effect van antidiscriminatieprorgramma's in het primair onderwijs (2012)
in de psychiatrie
Onbewuste discriminatie in de psychiatrie (2012)
door de politie
Voor de politie is niet iedereen gelijk (2012)
en ook allochtone agenten hebben het moeilijk (2011)
door justitie
Verdachte met buitenlands uiterlijk wordt veel strenger gestraft
door de overheid
EU: Nederland mag migranten niet discrimineren
of door buurtgenoten
Vooral niet-westerse allochtonen worden uit hun buurt gepest (2011)
en blijkt discriminatie schade op te leveren:
Discriminatie kan leiden tot depressie (2011)
En natuurlijk worden er maatregelen aangekondigd:
Twee keer discrimineren: café dicht (2010)
Amsterdam is er klaar mee #discriminatieAmsterdam (2011)
Kabinet neemt aanvullende maatregelen om discriminatie aan te pakken (2011)
De Krom wil met uitzend en minderhedenorganisaties praten over discriminatie (2011)
Leers zet in op discriminatie horeca (2012)
Boete bij discriminatie sollicitant (2012)
Discriminerend deurbeleid in Amsterdamse horeca harder aangepakt (2012)
En dan was er nog veel meer nieuws over discriminatie
Voorlopig lijkt het probleem nog niet opgelost.
Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook. Republiek Allochtonië (voorheen Allochtonenweblog) bestaat 7 jaar. Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.
Meer over arbeidsmarkt, blommaert, discriminatie, onderzoek.
Reacties
rabin gangadin - 27/04/2016 12:46
Hollanders gillen en brullen op het ene front dat ook allochtonen moeten (kunnen)werken en op het andere front koestert men één en al minachting en wantrouwen jegens hun kwaliteiten.
"Intussen is de stoelzitting van de Nederlandse werknemer verworden tot een dummy van zijn/ haar achterwerk"
Anno 2016 vragen vele allochtonen zich nog steeds af hoe en op welke wijze je in Nederland op een trefzekere en niet mis te verstane wijze voor een baan bemiddeld kunt worden. Al het giswerk dat hieraan te pas komt begint langzaamaan de vormen aan te nemen van een soort sterrenwichelarij. De zogeheten arbeidsdeskundigen en magistraten hebben het air van de reclameman en de psychiater om zoveel mogelijk geld verdienen met een winderig vuistregeltje en met de invalshoek van een scheet.
Vroeger werd er van allochtone kandidaten haast geroutineerd gezegd dat ze de Nederlandse taal niet machtig zouden zijn, niet over de juiste diploma's zouden beschikken of anders te laag zouden zijn opgeleid, op sollicitatiegesprekken niet een eclatante figuur zouden slaan als hun Nederlandse collega's etc, waardoor het voor de werkgever voldoende reden werd liever geen risico te nemen met allochtonen, vooral wanneer er enig denk - en schrijfwerk aan te pas moest komen.
Bovenaan op de ranglijst
Ik durf te wedden dat de gemiddelde Nederlandse werknemer, wiens stoelzitting inmiddels verworden is tot een dummy van zijn/ haar achterwerk, zich door bovenstaand predicaat dat hem/ haar is toegedicht, enkel gevleid zal voelen maar zich er diep in zijn/ haar hart beslist niet in zal vinden. Deze bevoorrechting voltrekt zich zelfs over de oceaan, op de voormalige Antillen en Aruba. Steeds komen Hollanders er als eerste aan bod of worden ze bovenaan op de ranglijst geslingerd. Het feit dat velen onder hen vanwege het mooie weer aldaar liever niet willen werken, hindert gewoon niet en wordt men kunstmatig in het arbeidszadel gehouden.
In 2000 bracht het SCP een onderzoeksrapport uit volgens welke het leeuwendeel van de werkgevers spijt zou hebben van de keus die men ooit op haar werknemers liet vallen. Het weekblad HP/De Tijd had een hele rapportage gewijd aan Nederlandse werknemers die onder baas z'n tijd rustig een eigen administratieve rompslomp zouden opknappen, langere pauzes zouden nemen, naar vrienden, kennissen etc. zouden bellen en zich in het gunstigste geval stipt zouden houden aan een 09.00 uur 07.00 uur mentaliteit. De verslagen, rapporten etc. die ze schrijven zouden zowel qua opbouw als qua taalkundige verzorging eerder neigen naar het ezelachtige dan naar enige voorname cognitieve ontwikkeling van betrokkene.
Foefjes
Reeds in 1986 maakte de Utrechtse hoogleraar in de criminologie, Frank Bovenkerk, vanuit zijn toenmalige hoedanigheid als universitaire docent in de sociologie, er gewag van dat Nederlandse werkgevers zich tegenover allochtone kandidaten uitsluitend zouden bedienen van leugens en foefjes om hen te kunnen afwijzen. Zijn bevindingen die voortvloeien uit een onderzoek dat hij in opdracht van de EU deed, is vervat in een boek, getiteld: EEN EERLIJKE KANS. Bovenkerk schrijft in dit essay dat zelfs in het als Nazistisch gebrandmerkt Duitsland werkgevers veel beter genegen zijn met allochtone kandidaten dan hun Nederlandse collega's.
Het (gewezen) Tweede Kamerlid Hirschi Ali die hoofdzakelijk furore heeft gemaakt met haar zweetangst jegens de Islam, dacht zich ook een keer te kunnen begeven op het veld van de arbeidsmarkt en gaf een reeks interviews af aan SPITS en METRO. Volgens haar zouden allochtonen hun baan niet langer behouden omdat ze het niet te nauw zouden nemen met de Nederlandse bedrijfscultuur, in welk geval ze zich niet keurig netjes zouden houden aan de aanvangstijd van het werk, de duur van de pauze, de instructies van de baas etc.
Gedragscorrectie
Als we deze opsomming volgen, kunnen we ons één ding afvragen: wat is hier precies waar. Zou een gedragscorrectie c.q. mentaliteitsverzuiveringsmethode bevorderlijk werken in het belang van allochtone werkzoekenden om ooit aan een baan te komen of zou het een idee zijn allochtone werkzoekenden, Nederlandse werkers te laten assisteren/vergezellen, teneinde op termijn bepaalde noodzakelijke vaardigheden in het Nederlandse arbeidsproces op te doen.
Is dit euvel bij iedere beroepsgroep onder de allochtonen constateerbaar? Indien niet, hoe moet het met de categorie 'allochtoon OK' waar verder niets bij op en aan te merken is, behalve het feit dat men bijvoorbeeld te hoog kan zijn opgeleid, nooit werk heeft kunnen verrichten op kader/ staf- niveau waardoor men niet aan de bak kan komen of dat hun werkervaring. Hoewel op een behoorlijk niveau, inmiddels tengevolge van een ongewilde langdurige werkloosheid, verouderd is c.q. niet meer actueel.
Selfsupporting
Ik denk zelf dat de Nederlandse werkgever niet meer geborneerd is maar nog steeds gevoelig is voor wat zijn werknemers als eis stellen. Hoewel de werknemers zelf blij mogen zijn erin te mogen, leggen zij hun allochtone collega's strobreed in de weg. Ze houden gevraagd en ongevraagd ruggespraak met hun chef t.a.v. het vermeende disfunctioneren van de allochtone collega, met als gevolg dat deze bij een functioneringsbeoordeling als eerste eruit vliegt.
Allochtonen die aan selfsupporting denken i.p.v. zich te storten op de arbeidsarena zijn pas realistisch bezig, tenzij men als hobby ontdekt heeft om bijvoorbeeld met hun talloze sollicitatieafwijzingen, bloemlezingen samen te stellen.
De auteur studeerde in 1986 af als arbeidssocioloog, promoveerde in 1998 op een proefschrift op het gebied van de sociale economie en slaagde in 2001 voor zijn ingenieursexamen landbouwwetenschappen( rurale ontwikkelingen ) aan de toenmalige landbouwuniversiteit te Wageningen. Momenteel werkt hij aan zijn tweede dissertatie op het gebied van de vrijheid van meningsuiting benevens aan zijn nieuwe roman.
j.beerenhout azn - 15/10/2013 09:44
Rudi Dierick - 12/06/2013 22:59
En daar zit wel degelijk een groot probleem. vergelijk het even met een jonge academicus met geschikte diploma's (wat wel onderzocht werd), maar die verklaart dat hij niet zou kunnen werken onder gezag van een collega zonder academisch diploma. Vele rekruteerders gaan deze persoon niet meer verder overwegen wegens een problematische attitude.
Met 'Arabieren' gebeurt er iets soortgelijk: vele Arabieren blijken bewust of onbewust de seculiere aard van onze samenleving niet te aanvaarden, of ze hebben het er moeilijk mee. Vele rekruteerders beschouwen dat als een risico)geval: hoe kunnen ze op voorhand te weten komen of deze of gene individuele Arabier wel vlot aardt in onze seculiere maatschappij?
Kortom, ernstig onderzoek mag deze factoren niet negeren. Dat een rekruteerder ook rekening houdt met de kans dat een kandidaat zal kunnen passen in zijn organisatie lijkt me best legitiem.