Misleidend jargon voor woonwensen blijkt voer voor moslimbashers

In missers door Roemer van Oordt op 29-11-2012 | 00:14

Tekst: Roemer van Oordt

Het is weer bijna december. Een maand die in het teken staat van creatieve omgang met de Nederlandse taal. Na de Sinterklaasgedichtjes volgt een periode waarin reikhalzend wordt uitgekeken naar welke woorden de Dikke van Dale dit jaar weer bijschrijft. Ondertussen komt iedereen graag met nieuw discours dat lekker scoort bij een potje scrabble onder de kerstboom of onderweg met de iphone. In 2012 zet ik mijn pepernoten in op twee onlangs verzonnen termen die de lading nauwelijks dekken maar wel ongenadig veel (politieke) impact hebben; ‘moskee-internaten’ en ‘halalwoningen’.

Nieuw jargon
De afgelopen weken reageren politiek en publiek onaangenaam verrast op berichtgeving in de geschreven media over een aantal bekende wensen, tradities en speerpunten van Turken en Marokkanen (veelal moslims) op woongebied, waarvoor uitsluitend nieuw, misleidend jargon is verzonnen. Zo pakte NRC Handelsblad in de weekendeditie van 10 en 11 november breed uit met de zelfbedachte term ‘moskee-internaten’. Afgelopen zaterdag had het Parool een novum met de ‘halalwoningen’.

Vooropgesteld, niet alle ophef over de berichtgeving in het NRC was flauwekul; zorgen over veiligheid en pedagogisch klimaat zijn altijd relevant en misstanden moeten worden aangepakt. En uit de woorden van de hoofdredacteur van het Parool kon worden opgemaakt dat de kop boven het artikel - die als zo vaak de oorzaak was van alle ellende - juist als een knipoog, vooral niet als een statement was bedoeld. De gevolgen van beide primeurs waren bijna identiek: (geveinsde) kennisachterstand en misplaatste oneliners om de toch al islamonvriendelijke kiezersgunst bij politici, en vaak extreem negatieve reacties in diverse media, vooral op internet(fora).

Misschien kan het daarom geen kwaad om - anders dan de hedendaagse media en het politieke debat - wat langer stil te staan bij de achtergrond van deze behoeftes op woongebied van Turken en Marokkanen.

Case 1: Turkse studiecentra worden ‘moskee-internaten’
Al sinds de jaren 80 van de vorige eeuw focust een deel van de Turkse instituties in Nederland sterk op de onderwijsprestaties van jongeren. Daarmee spelen zij in op de behoeftes van de plaatselijke gemeenschappen. Veel ouders bleken door een combinatie van factoren niet in staat hun kinderen op een adequate manier te begeleiden bij de school- en studiecarrière. Daarbij valt naast taalproblemen te denken aan het (vaak) lage opleidingsniveau, onbekendheid met het Nederlandse leersysteem en weinig inzicht in school- en beroepskeuze. Ook de kleine behuizing van veel (grote) Turkse gezinnen had een negatieve uitwerking op de schoolprestaties van de kinderen; geen rust en ruimte voor het maken van huiswerk en lang op straat hangen.

Vanuit die behoefte zijn in steden met een omvangrijke Turkse gemeenschap studiecentra opgericht, die buiten het educatieve en recreatieve naschoolse programma om op verzoek van de ouders ook een plaats geven aan religieuze en culturele aspecten voor een evenwichtige identiteitsvorming van de deelnemende jongeren. Dat deel van het aanbod wordt verzorgd door gediplomeerde docenten uit de islamitische centra. De studiecentra bieden daarnaast de mogelijkheid om samen te eten en te overnachten. Lang niet alle leerlingen maken daar gebruik van.

Veel van deze particuliere initiatieven hebben zonder richtlijnen en facilitering van de overheid de afgelopen decennia gewerkt aan het verbeteren van de didactische en pedagogische vaardigheden van de begeleiders. Inmiddels heeft het merendeel van hen een pedagogische achtergrond of volgt in die richting een opleiding. Waar nodig worden extra trainingen of cursussen aangeboden, gericht op de begeleiding van de jongeren.

De studiecentra voorzien niet alleen in een behoefte, maar leveren ook aantoonbare resultaten. Door de begeleiding vallen minder leerlingen vroegtijdig uit, verbeteren de gemiddelde studieresultaten, stromen meer jongeren door naar hogere vormen van onderwijs en worden ouders betrokken bij de school, opleiding en toekomstmogelijkheden van hun kinderen. Veel samenwerkingspartners erkennen dat, maar hun geluid komt op een of andere manier nauwelijks naar voren. 

Beeldvorming
De eenzijdige berichtgeving over de Turkse studiecentra roept vooral een gevoel van onveiligheid en dwang op en maakt het politici makkelijk om te kunnen spreken over ‘kindergevangenissen, autoritaire regimes en segregatiebolwerken’. Nog ernstiger is het dat politici op hun beurt (doen alsof ze) niets weten over het bestaan van deze particuliere initiatieven, of zelfs onjuiste informatie (laten) verstrekken die het aangetaste imago van de Turkse studiecentra - zo mogelijk - nog verder schaadt.

Zo kopte het NRC gisterenavond ´Ook twee illegale moskee-internaten in Utrecht´. Vreemd, want ik heb de vergunningen gisteren nog gezien. Zou dát bericht de media halen? Hoe dan ook, de negatieve spiraal valt al moeilijk meer terug te draaien. En wat is inmiddels het gevolg? Meters ongefundeerde moslimbashing op talloze sites, die ik in z’n geheel graag eens ter beoordeling zou willen voorleggen aan het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI).

Case II: Bekende woonwensen leiden tot ‘halalwoningen’
Al sinds de jaren 90 van de vorige eeuw wordt er veel onderzoek gedaan naar de woonwensen van Turken en Marokkanen in Nederland. Plankenvol studies liggen in bureaulades in kantoren van verschillende overheden te verstoffen, zonder dat er nog serieus naar gekeken wordt, laat staan dat er wat mee gebeurt. Uit veel van die studies komt over de indeling van woningen naar voren dat er grote voorkeur is voor een ruime gesloten of afsluitbare keuken (luchtjes en ontmoeting), en men liever kiest voor meer kleinere kamers dan minder grote (ontvangst van gasten/familie). Soms worden ook kleine aanpassingen aan het standaard sanitair - waaronder het inmiddels beruchte extra kraantje - genoemd. Doodgewone, niet erg ingrijpende voorstellen dus, die overigens vooral cultureel en niet zozeer religieus bepaald zijn.

Sommige woningbouwcorporaties zijn wél op zoek naar vernieuwende en uitdagende projecten, specifiek voor nieuwe doelgroepen (vaak uit etnische minderheden; laat het de politiek maar niet horen). Of - al wat saaier - zijn mede uit eigen belang geïnteresseerd in specifieke wensen van hun huurders bij renovatie of (ver)nieuwbouw. Overal in het land worden al decennialang talloze complexen afgeleverd met die enigszins aangepaste woningen, die in de praktijk door jan-en-alleman (kunnen) worden gehuurd.

Koningsvrouwen
Dat bleek ook het geval in het complex Koningsvrouwen van Eigen Haard in Amsterdam. Bewoners - 85% moslims, waarvan veel Marokkanen - waren door de corporatie serieus gevraagd naar hun wensen (ongeveer zoals hierboven beschreven) , die vervolgens bij de renovatie konden worden meegenomen. Gevolg: meer en ook na de renovatie blijvende betrokkenheid van de huurders , herhuisvesting en renovatie verliepen relatief soepel en snel en een groter percentage dan normaal keerde terug naar de aangepaste oude woning. Als klap op de vuurpijl blijkt dat de woningen van de 50% die niet was teruggekomen inmiddels verhuurd worden aan een bont samengesteld gezelschap, dat erg blij is met de indeling. Het naar de wensen van de bewoners aangepaste complex heeft de bevolkingssamenstelling in de buurt dus ook nog eens gediversifieerd. In alle opzichten een geslaagd project, zou je denken.

Maar de kop in het Parool introduceerde een nieuwe term die goed was voor stevig vocabulaire van diverse politici. Minister Plasterk probeerde het tij nog te keren, maar het bleek te laat. De SP kwam zelfs met de pakkende leus ‘apartheid, mede mogelijk gemaakt door een woningcorporatie’. Ook de Amsterdamse VVD en zelf het CDA spraken schande over zo’n eenzijdige voorkeursbehandeling. Uit alles bleek dat niemand zich maar een moment verdiept had in de feitelijke situatie in Koningsvrouwen.

Het geslaagde project in Bos en Lommer is inmiddels omgedoopt tot ‘Klein Mekka in West’, waar ‘halalwoningen’ worden bewoond door volstrekt gesegregeerd levende moslimgezinnen, die van onze belastingcenten een schuifdeur en een kraantje in de douche en de wc bekostigd hebben gekregen.

En wat is het gevolg….

I rest my cases!

Roemer van Oordt is redacteur van Republiek Allochtonië

Meer over 'halalwoningen': hier    Meer over 'moskee-internaten': hier

Meer artikelen over onzorgvuldige of hijgerige berichtgeving door de media hier

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook. Republiek Allochtonië (voorheen Allochtonenweblog) bestaat 7 jaar. Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.

 

 


Meer over halalwoningen, internaten, islam en media, marokkanen, media, mediamisser, mediamissers, moskee-internaten, moslims, politiek, roemer van oordt, turken, woonwensen.

Delen: