Kabinet geeft geen prioriteit aan tegengaan van segregatie in onderwijs
In opinie op 07-02-2011 | 09:08
Voor het kabinet zijn 'zwarte' en 'witte' scholen geen item meer. “Het gaat om de kwaliteit van het onderwijs. Wit of zwart is minder belangrijk”, zegt minister van Onderwijs Marja van Bijsterveldt (CDA) vandaag tegen de Volkskrant. De projecten die door het vorige kabinet zijn gestart zullen nog wel doorgaan.
De minister: “Veel wetenschappers geven ook aan dat het hem niet zit in de kleur.”
UIt onderzoek van sociaal geografe Brooke Sykes, die a.s. donderdag aan de Universiteit van Amsterdam promoveert zou blijken dat de etnische en sociale samenstelling in een buurt en op een school invloed heeft op de prestaties van leerlingen in het voortgezet onderwijs, maar dat etnische en sociale menging in buurten en op scholen niet het antwoord is op ongelijke onderwijskansen.
''Verschillende minderheidsgroepen presteren in vergelijking met autochtone Nederlanders slechter, en groepen met een lagere sociaal-economische status presteren slechter dan leerlingen uit een hogere klasse. Maar de sociale en etnische samenstelling van scholen vormt daar geen verklaring voor'', aldus Sykes tegenover het ANP. Sykes concludeert dat het soort buurt waarin iemand opgroeit een bescheiden effect heeft op de schoolprestaties.
Het Kohnstamm insitituut concludeerde in oktober 2010 dat witte scholen de minimumniveaus voor rekenen en taal veel gemakkelijker halen dan zwarte scholen. Sinds augustus zijn er zogenaamde referentieniveaus taal en rekenen van kracht. Van de leerlingen moet 75 procent een vastgesteld fundamenteel niveau halen en 50 procent een streefniveau. Dat blijkt voor veel leerlingen echter niet haalbaar.
In groep 8 halen bijvoorbeeld alleen autochtone leerlingen met middelbaar of hoger opgeleide ouders in 75 procent van de gevallen het fundamentele niveau voor begrijpend lezen. Van de allochtone leerlingen met middelbaar en hoger opgeleide ouders haalt slechts 64 tot 71 procent dit niveau. Leerlingen met lager opgeleide ouders (allochtoon en autochtoon) hebben het nog moeilijker: van hen haalt 48 tot 62 procent het fundamentele niveau niet, en een behoorlijk deel van deze leerlingen (circa 20 procent) haalt zelfs een lager gesteld minimumniveau niet.
Segregatie
In grote steden als Rotterdam en Amsterdam is meer dan de helft van de leerlingen een achterstandsleerling, waaronder ook blanke leerlingen.
In Amsterdam heeft een derde van de leerlingen een gesegregeerde onderwijscarrière. Twintig procent zit zowel op een zwarte basisschool als een zwarte middelbare school, de helft van hen zit op de middelbare school op het VMBO basis/kader. Tien procent van de Amsterdamse leerlingen zit zowel op een witte basis- als middelbare school, de helft van hen zit op het VWO. De segregatie wordt deels verklaard door de woonsegregatie: leerlingen in wijken met relatief veel niet-westerse allochtone inwoners zitten vaker op een zwarte school. Verder kan segregatie op het voortgezet onderwijs ook verklaard worden door het verschil in onderwijsniveau. Niet-westerse allochtone leerlingen zitten vaker op het VMBO basis/kader en autochtone leerlingen vaker op het VWO.
In Amsterdam zit 30% van de Marokkaanse leerlingen in de derde klas onderwijs op VMBO-basisniveau tegen 7% van de autochtone leerlingen. Tegelijkertijd zit 37% van de autochtone leerlingen op het VWO, tegenover 10% van de Marokkaanse Amsterdammers.
Anja Vink
Anja Vink, onderzoeksjournalist en auteur van het boek ‘Witte zwanen, zwarte zwanen’ verklaarde vorig jaar: “In Nederland gaat de discussie over onderwijssegregatie vaak over kleur, cultuur of religie. Daar moet het niet over gaan; het is de armoede en achterstand op de scholen zelf die de oorzaak vormen voor de segregatie. (..) Acht jaar lang heb ik over dit onderwerp geschreven en steeds kom ik uit op hetzelfde probleem. De achterstand van de leerlingen cumuleert op deze scholen en dat is heel slecht voor deze leerlingen. Maar daar draaien we in Nederland met een grote boog omheen.”
Ook wees Vink op het probleem dat achterstandsscholen vaak slechte leraren hebben. Vink: "Voor achterstandsleerlingen zijn goede leraren juist cruciaal. Het probleem wordt alleen maar groter door het dreigende lerarentekort. Op sommige voortgezet onderwijsscholen in bijvoorbeeld Amsterdam West is zestig procent van de leerkrachten niet voldoende bevoegd om les te geven. De vraag is of de oplossing alleen ligt in betere leerkrachten. In Nederland voeren we die discussie al twintig jaar maar er gebeurt niets. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat het heel moeilijk is om achterstandsscholen te verbeteren. Daarnaast is het zwaar om op scholen met veel achterstandsleerlingen les te geven. Slechts vijf procent jongeren met zwaar verstorend gedrag kan een school al lam leggen. Slechts enkele scholen lukt het om met deze groep leerlingen betere resultaten te boeken."
Meer segregatie hier
Meer over anja vink, kohnstamm, onderwijs, segregatie, van bijsterveld, witte scholen, zwarte scholen.