Jaarverslag MDI: 1. antisemitisme 2. anti-zwart racisme en 3. moslimdiscriminatie

In feiten door Ewoud Butter op 20-03-2015 | 11:47

Het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI) heeft begin deze maand voor het jaarverslag 2014 uitgegeven.

In het afgelopen jaar kreeg het MDI de meeste meldingen over uitingen van antisemitisme, gevolgd door anti-zwart racisme en moslimdiscriminatie. De daders van antisemitisme zijn volgens het MDI vooral 'moslims' of 'links'.

Ewoud Butter las het jaarverslag en vergeleek de cijfers van het MDI met die van de afgelopen 14 jaar.

Relativering vooraf

De 'harde cijfers' van alle anti discriminatievoorzieningen hebben maar een beperkte waarde. De cijfers vertellen hoe vaak er bij een bepaald meldpunt melding is gedaan. Niet meer en niet minder. De cijfers kunnen een indicatie geven van de toename of de afname van de discriminatie van bepaalde groepen, maar dat hoeft niet.
De cijfers zeggen bijvoorbeeld ook wat over de bekendheid van de mogelijkheden om melding te maken van discriminatie, over het vertrouwen dat mensen in bepaalde meldpunten hebben of meer in het algemeen over de aangiftebereidheid onder de slachtoffers van discriminatie.
Deze aangiftebereidheid wordt groter wanneer slachtoffers het idee hebben dat er door meldpunten en politie en justitie ook wat met hun aangifte wordt gedaan, maar kan ook groeien wanneer er door veel mensen in de directe omgeving aangifte wordt gedaan of wanneer er via (sociale) media wordt opgeroepen aangifte te doen. Ook een campagne om discriminatie te melden en bekendheid te geven aan anti-discriminatievoorzieningen kan leiden tot een (tijdelijke) stijging van de meldingen. 
Over het algemeen is de aangiftebereidheid in Nederlandheel laag. Tegelijk is de 'ervaren discriminatie' hoog. De cijfers in jaarverslagen van antidiscriminatievoorzieningen kunnen dan ook nooit meer dan een indicatie vormen. Dat gezegd hebbende, nu de cijfers van het MDI. 

Cijfers MDI 2014
In haar 17e jaar ontving het MDI 1117 meldingen van uitingen. Wie wel eens op het internet zit weet dat dit slechts een fractie van het totaal is. Een middagje googelen levert al tientallen discriminatoire meldingen op. Toch ontving het MDI  meer meldingen en uitingen dan in 2013, maar ten opzichte van de jaren daarvoor is er volgens het MDI geen erg groot verschil. De ‘dip’ van 2013 werd volgens het meldpunt vooral veroorzaakt doordat het MDI vanaf dat jaar geen subsidie meer ontving en er onjuiste berichten over de sluiting van het MDI waren verschenen. 

Nadat het kabinet de subsidie aan het MDI had stopgezet, werd in 2013 op initiatief van het ministerie van Veiligheid en Justitie en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het Meldpunt Internetdiscriminatie (MiND) opgericht. DIt gesubsidieerde meldpunt wordt voorlopig bij lange na niet zo goed gevonden als het nu ongesubsidieerde MDI. Waar het MDI in 2014 1117 meldingen ontving, bleef MiND steken op een magere 305 meldingen

Meeste meldingen over antisemitisme

De grootste categorie van discriminatie in 2014 is opnieuw antisemitisme (328 uitingen, waarvan 55 holocaustontkenningen), gevolgd door anti-zwart racisme (255 uitingen) en discriminatie van moslims (219 uitingen) 

Antisemitisme 

Aan de grootste categorie, het antisemitisme, wordt door het MDI de meeste aandacht besteed. In haar jaarverslagen geeft het MDI niet aan welke definitie de organisatie van antisemitisme hanteert, maar  op de site wordt naar deze definitie van het European Forum on Antisemitism verwezen. 

De toename van het aantal antisemitische uitingen lijkt geheel toe te schrijven aan de Gaza-oorlog. In juli vorig jaar sloeg het MDI alarm over de explosieve toename van het aantal medlingen over antisemitisme. Het MDI schreef onder andere dat er in 14 dagen 122 meldingen over 412 uitingen van antisemitisme binnen waren gekomen, die allen gerelateerd waren aan het Israël-Gaza conflict.

Opmerkelijk is dat het MDI in juli 2014 nog 412 uitingen signaleerde in twee weken, maar dat het totaal aantal uitingen over geheel 2014 flink lager uitviel, namelijk: 328. Achteraf blijkt dat de cijfers die het MDI in juli 2014 publiceerde veel te hoog waren. Desgevraagd laat Suzette Bronkhorst, directeur van het MDI per mail weten dat bij nadere bestudering bleek dat de 412 uitingen uit juli 2014 veel duplicaten bevatte: er was door meerdere mensen melding gemaakt van dezelfde uiting. In de uiteindelijke telling over het gehele jaar zijn die dubbelingen eruit gehaald.  Bronkhorst: "Veel gemelde zelfde uitingen geeft natuurlijk wel aan dat er grote onrust is over een uiting, maar uiteindelijk geeft het een scheef beeld." 

Zoals gebruikelijk bij alle vormen van discriminatie gaat het om het topje van de ijsberg. Zo liet het MDI in juli 2014 weten dat los van deze meldingen duizenden antisemitische uitingen per dag werden gesignaleerd en gaf daar in haar bericht verschillende heftige voorbeelden van. Het MDI sprak op grond hiervan dan ook over meerantisemitisme op internet dan gedurende de vorige 17 jaar.

Deze indruk kan uiteraard kloppen, maar wordt niet ondersteund door het aantal meldingen dat het MDI zelf ontving. Ik heb op grond van de jaarverslagen van het MDI het aantal meldingen over antisemitisme in historisch perspectief geplaatst komt dan tot het volgende plaatje:

 

Hieruit blijkt dat het aantal meldingen dat het MDI over antisemitisme ontving de afgelopen jaren weliswaar gestegen is, maar bij lange na niet het niveau heeft gehaald van bijvoorbeeld het aantal meldingen dat het meldpunt begin deze eeuw, ten tijde van de tweede intifada ontving. 
Dit kan betekenen dat het antisemitisme minder is geworden, het kan ook betekenen dat de bereidheid om hiervan melding te maken bij het MDI is verminderd. 

Een vergelijkbare trend wordt zichtbaar in de cijfers van het CIDI: 
 


Belangrijk is hierbij wel op te merken dat het CIDI haar cijfers over 2014 nog moet publiceren. Net als het MDI, waarschuwde ook het CIDI vorig jaar zomer voor een explosieve toename van het antisemitisme. 
Op 13 oktober vorig jaar liet het CIDI weten dat zij tussen 15 juni en 30 september 2014 in totaal 105 antisemitische meldingen hadden ontvangen. Ter vergelijking: in geheel 2013 registreerde CIDI 147 incidenten in een heel jaar. Ook werd in het bericht van het CIDI een vergelijking getrokken met de Israelische acties in Gaza tussen 27 december 2008 – 23 januari 2009 toen het CIDI 98 antisemitische meldingen ontving. Vergelijkingen met de tweede intifada of de piek van antisemitische incidenten in 2006 werden niet gemaakt. 
Het CIDI zal haar Monitor Antisemitische incidenten 2014 op 31 maart publicieren, een dag voordat in de Tweede Kamer over discriminatie zal worden gesproken. 

Daders antisemitisme: vooral moslims en links

Het is op internet lang niet altijd duidelijk met wie je te maken hebt. Opmerkelijk was dan ook dat het MDI in de zomer van vorig jaar het volgende schreef over de daders van antisemitisme: 

"Het leeuwendeel van het huidige online antisemitisme (40 a 50%) komt momenteel helaas vanuit de Moslimgemeenschap. Het gaat hier voornamelijk om Marokkanen, maar ook het onderdeel van online antisemitisme vanuit de Turkse gemeenschap groeit. Een kleiner deel van 37% komt vanuit links Nederland en een laatste deel van bijna 13%, het meer ‘traditionele’ antisemitisme, komt van ultrarechts." 

Vooral het specifiek benoemen van moslims als daders valt op. De afgelopen jaren is er meer aandacht gekomen voor antisemitisme onder moslims en na de bijzonder gewelddadige aanslagen op joodse doelen door extremistische moslims in onder andere Parijs, Brussel en Kopenhagen, hebben joodse Nederlanders gegronde redenen bang te zijn voor de radicale islam.

Het maatschappelijke debat over antisemitisme en moslims mist onderzoeksgegevens over de omvang van antisemitisme onder Nederlandse moslims. Er wordt weliswaar veel geschreven en beweerd, maar dat is meestal gebaseerd op indrukken en zelden op gedegen onderzoek. Zo verwees David Suurland in een artikel in NRC naar enkele buitenlandse onderzoeken en ging Carl Stellweg in een artikel op dit blog in op religieuze en historische bronnen. 

Wel is er beperkt onderzoek gedaan naat antisemitisme onder specifieke etnische groepen waarvan het merendeel moslim is. Zo deed het Inspraakorgaan Turken (IOT) onderzoek  onder Turkse jongeren naar aanleiding van uitspraken van Turkse jongeren in het NTR programma Onbevoegd Gezag. De conclusie van dat onderzoek was dat er in informele kring regelmatig sprake is van antisemitische uitlatingen en van „grensoverschrijdende” uitspraken over Joden door jongeren. Deze worden met name gedaan in de context van gesprekken over het Israëlisch – Palestijns conflict.
De Anne Frankstichting liet in 2013 na onderzoek door Panteia weten dat één op de drie docenten getuige is van antisemitische incidenten in de klas. De meerderheid van de daders is weliswaar autochtoon en mannelijk, maar gelet op de onderwijspopulatie, was er volgens de onderzoekers sprake van een relatieve oververtegenwoordiging van Marokkaanse en Turkse leerlingen.
UIt het omstreden onderzoek van Motivaction vorig jaar bleek dat 58% van de Turks Nederlandse jongeren en 19% van de Marokkaans Nederlandse jongeren alle joden verantwoordelijk houdt voor het geweld van de staat Israël.
Uit onderzoek van de Anne Frankstichting en het Verwey Jonker instituut kan tenslotte de conclusie worden getrokken dat antisemitisme in Nederland vooral een autochtoon probleem is. Van de antisemitische incidenten die in 2013 geregistreerd werden bij de politie, het OM of de rechtbanken zijn de daders in 2/3 van de gevallen autochtoon. Marokkaanse Nederlanders (7,7%) en Turkse Nederlanders (6%) zijn wat betreft antisemitisch schelden wel licht oververtegenwoordigd. 

Omdat er weinig harde gegevens zijn over antisemitisme onder moslims, was het bijzonder dat het MDI vorig jaar wel specifieke cijfers over deze groep publiceerde. Maar uit de publicatie werd helaas niet duidelijk hoe het MDI tot deze cijfers over daders kwam en welke definities daarbij gehanteerd werden. Hoe weten ze of een dader 'links', 'rechts' of 'moslim' is? En wat is bekend van daders van andere religieuze denominaties zoals christenen of hindoes? Deze vragen hebben we per mail aan het MDI gesteld. Suzette Bronkhorst, de directeur van het MDI, was zo vriendelijk hierop een uitgebreid, maar methodisch helaas niet bevredigend antwoord te geven. Dit antwoord wordt onderaan dit artikel in een naschrift weergegeven. 

In het jaarverslag 2014 van het MDI worden overigens alleen nog exacte cijfers genoemd over het aantal  extreemrechtse daders: 22. Wat betreft de daders met een islamitische of linkse achtergrond worden geen exacte cijfers gegeven. Wel schrijft het MDI: "Sinds twee jaar noteren wij dat antisemitisme en Holocaustontkenning meer en meer vanuit (ultra) links komt (..) en vanuit delen van de Moslimgemeenschap."

CIDI
Ook het CIDI deed afgelopen zomer uitspraken over de daders. In een alarmerend artikel op Jalta.nl (niet meer online, wel hier een artikel dat ernaar verwijst), verklaarde CIDI-directeur Voet dat zij schatte dat tweederde van de daders allochtoon was en ook moslims zouden volgens het CIDI ongeveer tweederde van het aantal daders vormen.
Ook aan het CIDI is per mail gevraagd een toelichting te geven op de wijze waarop het CIDI daders registreert en hoe wordt vastgesteld dat een dader allochtoon of moslim is. Daarnaast is de vraag gesteld hoe de conclusies van het CIDI zich verhouden tot het volgende citaat op de website van het CIDI

"Wij doen niet aan zogenaamd ‘racial profiling’ en houden bewust geen informatie bij over daders, zoals etniciteit, afkomst of religie. Alle informatie die CIDI ontvangt, is afkomstig van de melder en is anekdotisch; er wordt niet gevraagd naar daderkenmerken." 

CIDI-directeur Esther Voet geeft op deze vragen nog geen antwoord en verwijst naar de Monitor Antisemitische incidenten 2014 die op 31 maart wordt gepubliceerd. (naschrift april 2015: het CIDI gaf ook in haar monitor geen antwoord op deze vragen. Het blijft daardoor onduidelijk waarop Esther Voet haar uitspraken baseerde). 

Anti-zwart racisme

In 2014 ontving het MDI melding van 255 uitingen van anti-zwart racisme uitingen die volgens het MDI vooral gericht waren tegen Surinamers, Antillianen en Afrikanen. In vergelijking met  2013 (193 uitingen) was er sprake van een flinke verhoging. De. Het MDI verklaart deze stijging uit het ongemeen felle debat over de kwestie ‘Zwarte Piet’.

Ook deze cijfers hebben we vergeleken met eerdere jaarverslagen van het MDI en die laten zien dat deze vorm van discriminatie nog nooit zo hoog is geweest. 

De daders zijn volgens het MDI vooral ‘witte Nederlanders’.

Op zijn minst opmerkelijk is in dit verband de weinig neutrale  passage in de inleiding van het jaarverslag van het MDI waarin anti-zwart racisme en antisemitisme worden vergeleken: 

"Terwijl er nog wel begrip kan worden opgebracht voor irritatie over de manier waarop het Sinterklaasfeest langzaam aan het veranderen is, was dat niet het geval voor de manier waarop men vanuit (ultra)links en delen van de Moslimgemeenschap Joden, Israël en Zionisme gelijk stelden en beschuldigden van allerlei zaken." 

Discriminatie van Turkse en Marokkaanse Nederlanders

Het MDI registreert vanaf de oprichting ook de discriminatie van Turkse en Marokkaanse Nederlanders. Beide vormen van discriminatie kenden een absolute piek in 2004, waarschijnlijk naar aanleiding van de moord op Theo van Gogh. Bij de discriminatie van Turkse Nederlanders was in 2014 sprake van een lichte stijging. 

 

Wat betreft de discriminatie van Marokkaanse Nederlanders was in 2014 sprake van een daling. Dat mag opmerkelijk heten, omdat 2014 het jaar was waarin veel commotie ontstond naar aanleiding van de 'minder minder' uitspraak van PVV-leider Geert Wilders. 

Net als in het geval van het antisemitisme deed het MDI kort onderzoek naar anti-Marokkaanse uitingen op twitter. Het MDI schrijft hierover:

Het ‘minder minder’ roepen door Geert Wilders over Marokkanen in Nederland gaf direct gevolg aan veel meer anti-Marokkaanse uitingen en anti-Moslim uitingen in het algemeen. Veel daarvan zijn niet bij het MDI gemeld, maar wel door ons geconstateerd in een apart onderzoek dat wij deden naar de gevolgen van deze uitspraak op Twitter. Dit korte onderzoek is hier te vinden.

 


Daders

Over de daders van discriminatie van Turkse en Marokkaanse Nederlanders doet het MDI geen uitspraken. 


Moslimdiscriminatie

Tot slot moslimdiscriminatie. Het MDI is een van de weinige instellingen in Nederland die deze vorm van discriminatie al langere tijd registreert. Het MDI kreeg in de jaren na de moord op Theo van Gogh de meeste meldingen van moslimdiscriminatie. Het afgelopen jaar was er sprake van een lichte afname. 

De eerste twee maanden van 2015 constateert het MDI echter weer een stijging. In januari en februari 2015 heeft het MDI al 103 meldingen over haat tegen moslims ontvangen. Het MDI brengt dit in verband met de aanslagen in Parijs dit jaar en de oproepen begin januari die aanzetten tot geweld tegen moslims en moskeeën, o.a. op Twitter en Facebook. Op Facebook gebeurde dit volgens het MDI voornamelijk op Pro- PVV pagina’s. Het blog  moslimhaat geeft een indruk van dergelijke uitingen. 


Ter vergelijking kan gekeken worden naar (gewelds)incidenten rond moskeeen. Ineke van der Valk constateert in de onlangs gepubliceerde Monitor Moslimdiscriminatie de afgelopen twee jaar een toename van incidenten. Ze schrijft:

"Uit deze totalen blijkt dat zich in 2013 – 2014 uitzonderlijk veel voorvallen bij veel moskeeën hebben voorgedaan. We kunnen constateren dat er sprake is van een toename. Tegelijkertijd blijft overeind dat er in zekere zin sprake is van een conjunctuur. Afhankelijk van contextuele omstandigheden vindt er in sommige tijdsperiodes een uitzonderlijk hoog aantal voorvallen plaats. Dat was het geval in het begin van de jaren negentig na de eerste Golfoorlog, na de aanslagen in Amerika in 2001 en na de moord op Van Gogh in 2004. Dat lijkt in 2013 - 2014 eveneens het geval en kan worden gerelateerd aan de toename van islamistisch terrorisme en de opkomst van IS. Daarnaast lijkt een algemene verharding van het opinieklimaat jegens moslims en de islam eveneens van invloed op de groei van het aantal incidenten, zoals verderop nader zal worden toegelicht."

Daders

Uitgezonderd de hierboven geciteerde verwijzing naar pro PVV facebookpagina's, doet het  MDI verder geen uitspraken over de daders van moslimdiscriminatie.  


Ewoud Butter is hoofdredacteur van Republiek Allochtonië. Meer van Ewoud op dit blog hier of op zijn website. Ewoud is ook te volgen op twitter: @ewoudbutter


Naschrift over de registratie van daders van antisemitisme door het MDI. 

Het MDI schreef in de zomer van vorig jaar dat 40 a 50% van het online antisemitisme afkomstig is uit de moslimgemeenschap, dat 37% vanuit links Nederland en een laatste deel van bijna 13% afkomstig is van ultrarechts. Het zijn cijfers die vragen oproepen, zeker omdat het op internet lang niet altijd duidelijk is met wie je te doen hebt.  Per mail is het MDI daarom gevraagd op grond waarvan ze in juli tot deze cijfers over daders kwamen en welke definities ze daarbij hanteerden. Hoe weten ze dat een dader 'links', 'rechts' of 'moslim' is?
Hierop gaf Suzette Bronkhorst, de directeur van het MDI, onderstaande antwoorden, die weliswaar meer helderheid bieden over de werkwijze van het MDI, waarvoor dank, maar nog veel vragen oproepen over de definiering en afbakening van de dadergroepen. Mijn conclusie is dat de cijfers die het MDI vorig jaar verspreidde natte vingerwerk waren, maar trekt u vooral uw eigen conclusie. 

"Dit was in een zogenaamd scanneronderzoek en ging over datasets die daarvoor zijn verzameld en zijn gebruikt. Het ging daarbij om een gemiddelde indruk van wat er op het Nederlandse gedeelte van Internet gebeurde naar aanleiding van antisemitische uitingen op het NL-gedeelte van Internet als 'gevolg'van de Israel-Gaza oorlog."

"Zij die op Internet actief zijn, doen dat regelmatig in een community die een bepaalde signatuur heeft - bijvoorbeeld Islamitisch, Links, Marokkaans, extreemrechtsrechts of popuistisch, Surinaams, Turks, enzovoort.
Waar we bij onderzoek naar kijken is: hoe afficheert/identificeert een website, weblog of individu die een posting doet zich? Kunnen we dit verifieren op internet zelf? Zo ja, dan hangen wij er een 'tag' aan, zo niet, dan wordt de poster of de site niet getagged als zijnde rechts of links of Moslim of iets anders. Er is natuurlijk altijd een risico dat 'men' zich voordoet op een bepaalde manier. In geval van twijfel classificeren wij gewoon niet en nemen die uitingen niet mee in het onderzoek, om vervuiling van data te voorkomen. Overigens komt dat erg weinig voor. Uitingen van individuen waarvan wij vermoeden of waarvan duidelijk is dat ze zich om provocatieve redenen voordoen als moslim of linkse of rechtse activist, worden ook uitgefilterd. Over het algemeen is het vrij snel duidelijk wat de aard is van websites of blogs of FB pagina's, twitter accounts en internet gebruikers."

Voor wat betreft definities, als er in de naam van een site al een bepaalde identificatie zit dan is het wel helder maar ook als een site of FB pagina algemeen bekend staat vanwege een politieke of religieuze stroming (Joop, Islamnu, STeunAANdePVV, Risala, Indymedia, Internationale Socialisten, Eunmask enzovoort). Op twitter is het soms wat lastiger en moeten wij meer kijken naar Tweets in het verleden en naar dwarsverbanden en eventuele facebookpaginas, blogs of andere communicaties van twitteraars. Gelukkig hoeft dat slechts gedeeltelijk handmatig.

Voor het onderzoek afgelopen Augustus hebben wij 1000 Tweets en uitingen op 500 Nederlandstalige Facebook pagina's onderzocht op antisemitische uitingen en onderzoek gedaan naar de plaatsers hiervan. Gezien de grote verschuiving van communicatie naar de sociale media vinden wij deze datasets aardig representatief.

De andere twee datasets die werden genoemd, 10.000 tweets met de hashtag #hitlerwasright en 3.700 tweets met de hashtag #hitlerdidnothingwrong zijn niet in het onderzoek als zodanig meegenomen, omdat er hierbij sprake was van gedeeltelijke anderstaligheid en een te grote bulk aan data om in een kort onderzoek te kunnen verwerken."

De directeur van het MDI bevestigde desgevraagd dat het meldpunt ook andere religieuze denominaties dan moslims tagt. Maar er wordt volgens haar amper melding gemaakt van antisemitime door christenen, hindoes of atheisten. 

Er was bijvoorbeeld 1 hindoeistische site die goed was voor 2 antisemitische uitingen en 1 christelijke site, goed voor ook 1 uiting. Dat is gewoon te weinig om zelfs maar op 1 procent te komen.

en:

De groep christenen is zodanig diffuus dat dit heel moeilijk valt te zeggen. Als, om maar een voorbeeld te nomen, een (fictieve) site genaamd 'Katholiek.nl' volstaat met antisemitische uitingen, dan is het wel duidelijk. Zie boven over identificatie en afficheren. Voor atheisten is dat natuurlijk helemaal een ding - er zijn nauwelijks mensen die zich als zodanig afficheren en als ze dat al doen komen wij ze niet tegen bij een onderzoek naar online antisemitisme. 

LInks:

Het jaarverslag van het MDI 2014

 

Meer over discriminatie op dit blog hier
Meer over antisemitisme op dit blog hier
Meer over racisme op dit blog hier
Meer over moslimhaat op dit blog hier

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.  

 

Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!  

 


Meer over antisemitisme, discriminatie, ewoud butter, factcheck, moslimdiscriminatie, moslimhaat, onderzoek.

Delen:

Reacties


Abdel - 20/03/2015 14:56

Klopt. De cijfers van het MDI en veel andere vergelijkbare instellingen zijn moeilijk te verifiëren. Die definities en de werkwijze van het MDI zijn volkomen vaag.
Goed dat dat in dit artikel aan de orde wordt gesteld.

Daarnaast verbaast het me steeds weer hoe weinig melding er wordt gedaan. Even googelen en je vindt duizenden uitingen.

Jeroen van den Heuvel - 20/03/2015 13:00

De cijfers van MDI zijn niet te verifiëren en in mijn ogen dus ook volstrekt ongeloofwaardig. Zie ook bijgaande discussie waaruit blijkt dat ze op geen enkele wijze openheid van zaken willen geven.

https://twitter.com/MeldpuntDiscrim/status/545574230331756544 (naar boven en naar beneden scrollen)

Ik weet wel dat er diverse mensen op internet, en met name op twitter, op dagelijkse basis volstrekt onterecht voor antisemiet en/of ultralinks worden uitgemaakt. Dat zou je inderdaad kunnen turven en dan een tabelletje publiceren en daar dan leuke grafiekjes van maken. Weet je wat ik denk? Dat het niet openbaar willen maken van de inhoud van hun onderzoek alles te maken met de kwaliteit van hun onderzoek. En dus ook met de waarde van hun conclusies.

Faatje - 20/03/2015 12:50

Wow, mooi en kritisch overzicht.

Tegelijkertijd blijkt dat we dus inderdaad niet te veel waarde aan cijfers van dergelijke clubs moeten hechten.
Kwalijk dat ze vorig jaar cijfers over antisemitisme uitbrachten die helemaal niet klopten, dat ze onzorgvuldig zijn in het definiëren van dadergroepen (kun je bijvoorbeeld ook nog 'links' en 'moslim' zijn) en dat het MDI begrip kan opbrengen voor de commotie over Zwarte Piet is helemaal dubieus.