In welke mate tolereren we intolerantie?
In opinie door Dilan Yesilgöz op 18-08-2014 | 20:23
Nu we in Nederland te maken hebben met jihadstrijders, ISIS–aanhangers en andere radicalen, moeten we met spoed met elkaar gaan vaststellen welke mate van (religieus) extremisme en intolerantie, wij gaan tolereren. Waar ligt de grens in onze vrije, liberale samenleving?
Die vraag stelt Dilan Yesilgöz in onderstaand artikel.
Begin van deze zomer liepen demonstranten in Den Haag met ISIS vlaggen in de hand, onbeschaamd de steun voor deze fascistische organisatie te scanderen. Toen ik mij fel uitliet over deze uiting van haat en oproep tot geweld, kreeg ik veel commentaar. Er is immers vrijheid van demonstratie en meningsuiting in Nederland, waarom een vlag verbieden? Sterker nog, een reporter vroeg mij zelfs of de geschiedenis ons uiteindelijk niet zou leren dat dit misschien wel vrijheidsstrijders zijn en waarop ik mijn harde veroordeling eigenlijk op baseerde.
Nu het einde van de zomer nadert en in de bergen van Irak inmiddels honderden Yezidis de dood hebben gevonden door bruut geweld van deze ‘vrijheidsstrijders’ en we nu al weten dat er nog honderden, waarschijnlijk duizenden doden zullen volgen, zal geen weldenkend mens meer een harde veroordeling van ISIS durven te bekritiseren.
Eerder deze week kondigde minister Timmermans aan dat het kabinet militaire steun aan de Koerden overweegt. ISIS is verantwoordelijk voor misdaden tegen de menselijkheid en genocide, hetgeen al langere tijd gaande is. Het is meer dan een terroristische organisatie, het is een staat van terroristen geworden. De Koerden vechten een strijd die niet alleen van hen is, het is van ons allen. Het is een strijd om onze vrijheid en menswaardigheid te kunnen behouden. Daarmee hebben we de situatie in Syrië en Irak geclassificeerd, maar we mogen niet vergeten dat we ook hier in Nederland een groot probleem hebben.
Er zijn momenteel ruim 130 Nederlandse jihadstrijders aan het vechten in Irak en Syrië. Zij kunnen bij terugkeer vervolgd worden voor oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid of genocide.
Maar er zijn ook mensen hier in Nederland die het gedachtengoed van ISIS steunen, faciliteren en promoten. Mensen die niet naar Syrië of Irak zullen vertrekken om te vechten, maar wel in Den Haag of Amsterdam met een ISIS vlag op straat willen demonstreren. Mensen die in buurthuizen oproepen tot een jihad, tot geweld, tot verderf en haat tegen alles, maar dan ook alles, wat anders is dan dat zij zijn. De geluiden vanuit de politiek om ook stelling te nemen tegen deze mensen, worden steeds luider.
De burgemeester van Amsterdam kondigde bij de laatste pro-Gaza demonstratie twee weken geleden aan ISIS vlaggen niet meer te zullen tolereren. VVD Kamerlid Klaas Dijkhoff wil dat politie en justitie creatief omgaan met de IS – demonstranten en lef tonen door ze te vervolgen als terroristen.
De grenzen van het toelaatbare worden hiermee opgezocht; wat mij betreft een goede ontwikkeling. We moeten deze discussie echter wel zorgvuldig en verstandig met elkaar blijven voeren.
Voor onze democratie en rechtstaat, en voor mij persoonlijk als liberaal, zijn grondrechten en vrijheden als vrijheid van meningsuiting en geloof, van fundamenteel belang. Wat we in Nederland echter wel eens neigen te vergeten, is dat deze vrijheden niet onbegrensd zijn. Zij zijn niet absoluut. Men kan niet ongelimiteerd gebruik maken van deze rechten.
Er ontstaat een probleem als de vrijheid van de één, de vrijheid van de ander beknot of bedreigt. In tegenstelling tot wat men zou kunnen denken, is de grens van het toelaatbare niet altijd zo duidelijk. Natuurlijk, de wet is helder, maar wanneer is iets oproepen tot geweld en wanneer is het een mening? Wat voor kwaad kan een vlag, is het niet juist beter dat ‘de vijand’ zichtbaar is? Welke woorden zijn toelaatbaar en welke kunnen enorme schade aanbrengen of zelfs doden? Het lijken complexe vragen, maar stel ze in het licht van bijvoorbeeld het nazisme en het antwoord is meteen helder. We tolereren geen hakenkruizen op straat, geen Hitlergroeten en skinheads die dood aan Joden toewensen. Maar op het moment dat haat geuit wordt uit de naam van een geloof, verlammen we. We raken in een spasme en komen vaak niet veel verder dan theoretisch of theologisch gezever.
Als liberaal zal ik altijd de vrijheid van geloof verdedigen. Miljoenen mensen geloven in een hogere macht en richten hun leven in aan de hand van bepaalde religieuze regels, rechten en plichten. Zij doen dat zonder andere mensen hun geloof op te dringen of bepaalde zaken af te dwingen. De overheid dient er dan ook voor te zorgen dat deze mensen dit in alle vrijheid en veiligheid kunnen doen.
Echter, op het moment dat het geloof zich gaat manifesteren als een ideologie en aan anderen met geweld opgelegd wordt, dan geniet het wat mij betreft niet meer dezelfde bescherming. Vrijheid van geloof is iets anders dan vrijheid van schadelijk religieus handelen. Als dat handelen een beperking van de vrijheid van de ander betekent, dan zal de overheid moeten ingrijpen om de ander te beschermen. Denk aan eergeweld, gedwongen uithuwelijking, genitale verminking en zo verder.
In de jaren 80 vonden we in Nederland dat deze praktijken bij een religie hoorden en dat de overheid daar niet te veel mee moest bemoeien. De slachtoffers stonden er alleen voor. Jaren later is men gaan inzien dat het juist de taak van de overheid is om de burgers te beschermen tegen elke vorm van gevaarlijk handelen, ook als degene die handelt zich beroept op religieuze motieven.
Nu we in Nederland te maken hebben met jihadstrijders, ISIS – aanhangers en andere radicalen, moeten we met spoed met elkaar gaan vaststellen welke mate van (religieus) extremisme en intolerantie, wij gaan tolereren. Wat is de grens in onze vrije, liberale samenleving?
Dilan Yesilgöz is redactrice van Repubiiek Allochtonië en gemeenteraadslid voor de VVD in Amsterdam
Meer van en over Dilan op dit blog: hier
Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook. Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.
Meer over dilan yesilgöz, extremisme, isis, tolerantie, vrijheid van geloof, vrijheid van mening, vrijheid van meningsuiting.
Reacties
Bart Voorzanger - 25/08/2014 15:03
U geeft zelf een heel duidelijk antwoord op uw vraag. De grens ligt waar "de vrijheid van de één, de vrijheid van de ander beknot of bedreigt". Meningsuitingen – in woord of gebaar, dus ook in de vorm van nazigroet of ISIS-vlag – beknotten en bedreigen geen vrijheden, dus is er geen enkele reden die te verbieden. Dat geldt zelfs voor uitingen van intolerantie en haat, hoe onwellevend we die ook mogen vinden. Leven in een wereld zonder uitingen die je weerzin wekken is geen mensenrecht. En ministers, burgemeesters en kamerleden die voor zichzelf en hun geestverwanten zo'n wereld willen creëren, vormen voor de vrijheden in ons land een serieuzere bedreiging dan al de vlaggenzwaaiers en leuzenschreeuwers waar ze zich zo over opwinden.
Het had Dilans verhaal een stuk sterker gemaakt wanneer ze het lef had gehad ook stelling te nemen tegen partijgenoten.
jeroen van den heuvel - 19/08/2014 10:48